Samenvatting BA
Hoofdstuk 2 Kosten van grond- en hulpstoffen
2.1 Kosten en kostensoorten
Kosten: De geldswaarde van de productiemiddelen die worden opgeofferd om eindproducten op de verkoopmarkt
te kunnen aanbieden.
Werkelijke kosten: De werkelijk verbruikte hoeveelheid van de verschillende opgeofferde productiemiddelen
vermenigvuldigt met de werkelijke inkoopprijzen.
Toegestane kosten: (voor gecalculeerde of standaard kosten) de toegestane hoeveelheden van de verschillende
opgeofferde productiemiddelen vermenigvuldigt met de standaard prijzen.
Kostensoort: het totaal van de kosten die verband houden met het aanwenden van een bepaald productiemiddel.
Kosten grond- en hulpstoffen
Interestkosten
Belastingen
Vormen van een voorziening
Grond
Slijtende activa
Diensten van derden
Menselijke arbeid
2.2 De administratie tegen de vaste verrekenprijzen grond- en hulpstoffen
Vaste verrekenprijs wordt ook wel standaardprijs genoemd.
Inkoopboek
300 voorraad grondstoffen (tegen vvp) €54000
180 te vorderen OB €9500
A/ 140 crediteuren €59500
A/320 pv inkoop €4000
Om de werkelijk verbruikte hoeveelheid van de verschillende grondstoffen te kunnen vaststellen kunnen we van
twee methoden gebruik maken:
,Deze laatste methode wordt niet toegepast in een boekhouding permanence omdat je aan het einde van de
periode telkens moet inventariseren en je de rekening 300 voorraad niet gebruikt.
Het voordeel van het werken met vvp’s zijn:
Vereenvoudigen en verbetering van de voorraadadministratie
Vereenvoudiging van de afgifte administratie
Hulpmiddel bij de controle op efficiency in het verbruik
Goed voorbeeld op blz. 24-25 van het boek.
2.3 Vaste verrekenprijzen inclusief diverse kosten
Bijkomende kosten zoals vrachtkosten, bij de aankoop van grondstoffen verhogen de inkoopprijs. Dergelijke kosten
die rechtstreeks betrekking hebben op een bepaalde ingekochte partij grondstoffen noemen we directe
inkoopkosten. Omdat deze inkoopkosten rechtstreeks betrekking hebben op een resultaatrekening boeken we ze
niet afzonderlijk op een resultaatrekening maar samen met de inkoopprijs van de grondstoffen op de
balansrekening 300 voorraad grondstoffen. Dit is activeren van kosten.
Bij de inkoopkosten hebben we grotendeels en bij de magazijnkosten vrijwel geheel te maken met indirecte kosten.
Het doorberekenen van de indirecte kosten naar de diverse soorten grondstof kan dan bijvoorbeeld gebeuren
m.b.v. opslagpercentages.
Vervolgens kun je de werkelijke indirecte kosten vergelijken met de berekende indirecte kosten zichtbaar in rubriek
5. Dit verschil is het resultaat op de indirecte kosten.
Hoofdstuk 3 Kosten van menselijke arbeid
3.1 De loonkosten
Voor de boekingen van de lonen maken we onderscheid in twee soorten:
Brutolonen en nettolonen. Brutoloon boekt de werkgever als kosten. Nettoloon betaalt de werkgever
daadwerkelijk uit aan de werknemers.
Directe en indirecte lonen. Bij directe lonen kunnen we de loonkosten rechtstreeks toerekenen aan
diverse producten.
In een bedrijf worden samengesteld:
Een loonlijst of loonbetalingsstaat. Hier vinden we voor elke werknemer een regel waarop alle bedragen
worden genoteerd om te komen van het brutoloon naar het nettoloon.
Loonverdeelstaat. Hier vindt de verdeling van de brutolonen in directe en indirecte lonen plaats.
Loonlijst
280 tussenrekening lonen (brutolonen) €
412 sociale lasten (bijdrage ZVW werkgever) €
A/ 150 af te dragen loonheffing (alle inhoudingen) €
A/ 155 te betalen nettolonen €
414 Kosten pensioenen €
A/ 154 Te betalen pensioenpremies €
Hoofdstuk 4 Kosten van vaste activa
4.1 De afschrijving op vaste activa
Veel gebruikte afschrijvingsmethoden zijn:
Afschrijven volgens een vast % van de boekwaarde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Roosdewinter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.