WEEK 1A: HET SANCTIESTELSEL: HOOFDLIJNEN EN ACHTERGRONDEN
Inleiding
We gaan het in dit vak hebben over het sanctiestelsel van het Nederlandse strafrecht. We
gaan in dit college ook voor een deel naar de historie daarvan kijken. Vooral over de vraag
hoe het zich heeft ontwikkeld. Want als je kijkt vanaf art. 9 Sr tot art. 39 Sr zie je niet 30
artikelen, maar veel artikelen die zijn uitgebreid onder hetzelfde artikelnummer, dus
daaraan kun je zien hoe het sanctiestelsel zich ontwikkeld heeft door de tijd heen.
Hoe verhouden die sancties zich tot elkaar? Is er nog een systematiek tussen? Daar
gaan we het in dit vak over hebben.
Begrippen
Sanctiestelsel: het gehaal aan strafrechtelijke sancties, de wettelijke regeling daarvan en hun
onderlinge verhouding
Sanctierecht of Penitentiair recht: rechtsgebied dat de toepassing en tenuitvoerlegging van
strafrechtelijke sancties regelt
Detentierecht: gedeelte van het sanctierecht dat de tenuitvoerlegging van
vrijheidsbenemende sancties betreft
Penologie: (multidisciplinaire) leer van het straffen, studie van grondslagen, doelen en
effecten van reacties op crimineel gedrag psychologische en filosofische kijk op straffen
waarom straffen we? Waarom mogen we straffen? Met welk doel straffen we? En zijn de
effecten eigenlijk wel degenen die je ok beoogd (gekoppeld aan het doel)? Daarnaast heb je
ook de niet-beoogde effecten van sancties, zoals het niet kunnen aanvragen van een VOG
Dus na je sanctie zegt men wel: hij heeft zijn straf uitgezeten. Maar is dat wel zo? Iemand
begint eigenlijk niet weer op nul, maar op min 33. Diegene krijgt niet meer dezelfde kansen
in de samenleving als voor de detentie.
Dit is ook belangrijk voor diegenen die de sancties moeten opleggen in dit land. Over
het algemeen is dat de rechter. In dit vak gaan we het hebben over sancties met bepaalde
effecten die soms ook via andere routes (dan de (straf)rechter) kunnen worden bereikt.
Voordeel strafrecht t.o.v. het bestuursrecht: je hebt een best goede rechtspositie als
verdachte dat is ook terecht, want eigenlijk in het strafrecht komt de staatsmacht die er is
/ de staat die ook het geweldsmonopolie heeft in onze samenleving in volle omvang op jou
neer als individu in het strafrecht. Daarvan heeft het EHRM ook gezegd: de verdachte is per
definitie kwetsbaar. Daar staat dus tegenover dat je behoorlijk wat rechten/regels hebt die
jouw rechten beschermen tegen die staatsmacht.
Een doel van het hebben van strafwetten: het beteugelen van de staatsmacht (zie je zeker
terug in het wetboek van strafvordering)
1
,Sanctierecht valt officieel onder het materiële strafrecht, maar kent eigenlijk veel
procedurele normen. Het richt zich namelijk tot wat een rechter wel of niet kan doen. Terwijl
de rest van het materiële strafrecht normen geeft voor burgers: dit is gedrag dat je niet mag
doen. Dus in die zin lijkt het sanctierecht iets meer op het procesrecht.
Penitentiair recht is eigenlijk weer gekoppeld aan detentie, omdat op een altijd
rechtsposities regelingen zijn, bijvoorbeeld:
> de Penitentiaire Beginselenwet de regels die gelden als je in de gevangenis zit of het
huis van bewaring
> Beginselenwet verpleging terbeschikkinggestelden als je ter beschikking gesteld bent
> Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen als je via het jeugdstrafrecht in een justitiële
jeugdinrichting bent terechtgekomen
dit zijn dus de regels die gelden wanneer je van je vrijheid bent beroofd dat bijelkaar is
het Penitentiair recht
Inhoud vak Sanctierecht
Belangrijk onderscheid in het Sanctierecht (bedacht door professor Kelk verbonden aan de
Universiteit in Utrecht):
Externe rechtspositie:
> de voorwaarden voor de oplegging van sancties
> de duur/het kader van tenuitvoerlegging
Het kader/de randen van de vrijheidsbeneming hoe kom je erin en hoe kom je erruit
(eventueel hoe kom je er tussendoor uit)? Hoelang kan het duren en hoe kan het eventueel
verlengd worden (bijv. bij TBS)?
DUS dader en duur is de externe rechtspositie
Interne rechtspositie:
> de rechtspositie van de veroordeelde tijdens de tenuitvoerlegging
Alle regels die gelden als je tussen die vier muren zit
MAAR we hebben we een beetje een probleem: dat er tegenwoordig steeds meer ook
sancties buiten de gevangenis ten uitvoer worden gelegd, zoals taakstraffen en geldboetes.
Deze sancties nemen toe in mogelijkheden. Dit had vroeger voor een deel te maken met (te)
volle gevangenissen. Dus wegens capaciteitsgebrek zoeken naar alternatieven. Maar de
mogelijkheden nemen nog steeds toe, omdat is gebleken dat dit soort sancties veel
effectiever zijn m.b.t. de beoogde doelen. Dat geldt met name voor recidivevermindering.
Kennelijk wordt iemand niet veel beter door hem lang op te sluiten. Iemand krijgt dat
detentieschade. Iemand verliest zijn baan omdat hij niet kan komen opdagen en daarom
ontvangt iemand geen salaris, waardoor diegene zijn huur niet kan betalen en verliest
diegene ook zijn huis. Als je iemand zo straft in de hoop dat het daarna beter met iemand
gaat, dan zit er een bepaalde kronkel in je hoofd niet goed volgens de professor.
Daarom juist kijken naar: hoe kunnen we iemand wel verbeteren met alternatieve
sancties. Dan hebben we wel een probleem, want de interne rechtspositie slaat op het zijn
2
,binnen een gevangenis. Dus die intern gelden, maar nu hebben die alternatieve sanctie geen
‘binnen’ of ‘intern’. Wat voor rechtspositie heeft iemand dan nog? De Penitentiaire
Beginselenwet geldt niet voor iemand die een taakstraf ten uitvoer legt. De professor daagt
ons uit om nieuwe woorden te bedenken voor interne- en externe rechtspositie.
De professor dacht zelf aan titulaire en regimaire rechtspositie. De titulaire rechtspositie is
dan het kader. Bijvoorbeeld de taakstraf is dan de titel, maar welke regels gelden dan binnen
het kader van die titel? Dat is de titulaire rechtsmacht. De regimaire rechtsmacht slaat dan
op de regels die gelden binnen het regime. Bijvoorbeeld degene die mee is vanuit de
reclassering bij het uitvoeren van de taakstraf doet lelijk tegen je.
Bedenk je iets beters dan dit: schrijf het onderaan je tentamen en als de professor het goed
vindt dan krijg je er een punt bij!
Wat houden we buiten beschouwing bij dit vak: o.a. jeugdstrafrecht en penologie. Als je
onder de 18 bent (jeugdstrafrecht) of eventueel onder de 23 (adolescentenstrafrecht) dan
kunnen er andere sancties op jou worden toegepast. Die staan verder op in het Wetboek van
Strafrecht vanaf art. 77 Sr.
Strafrechtstheorieën
Filmpje ‘Kijken in de ziel’ de visie van verschillende Nederlandse rechters op straffen
Wat opvalt: er is geen eenduidige visie op straf, omdat nergens in de wet staat wat het doel
is van straffen in het algemeen en van sommige sancties in het specifiek eigenlijk ook niet.
Bij de oplegging van een gevangenisstraf staat niet een bepaald doel gegeven in de wet. In
sommige andere landen is dat iets meer geëxpliceerd.
Rinus Otte was ook te zien in dit filmpje. Hij vindt dat elke straf vergeldend van aard
is. Hij ziet het als oog om oog en tand om tand. In de maatschappij wordt dat soms als cru
ervaren, maar dat is het niet. Het is een beperkende maatregel juist volgens Otte: als iemand
een oog van iemand heeft afgenomen mag er ook niet meer dan een oog bij de dader
worden afgenomen.
Hij is veel in het nieuws gekomen vanwege het hoger beroep in de zaak Michael P. De
vader van Anne Faber wilde dat Michael P. voor de eerdere verkrachtingszaak waarvoor hij
vast zat TBS had gekregen. Rienus Otten heeft zich weleens negatief uitgelaten op TBS. Hij
vindt dat straffen vergelden is en TBS is beveiligen en behandelen. Hij vroeg is af of het
strafrecht daarvoor wel is bedoeld. De vader dacht omdat dat Rienus Otten in het college zat
in hoger beroep (die uiteindelijk de gevangenisstraf nog wat verlaagde t.o.v. de rechtbank in
eerste aanleg) er daarom geen TBS was opgelegd. Er werd dus erg op de man gespeeld
dat is de nieuwe realiteit binnen het strafrecht.
Jan Moors (strafrechter Amsterdam): we straffen iemand zodat hij het niet nog een keer
doet (recidivevermindering) en om te voorkomen dat zijn buurman het ook niet doet
(afschrikking). Er zit ook een component van genoegdoening naar het slachtoffer. Daarnaast
speelt ook het aspect van vergelding.
Hij zegt daarnaast dat het meer uitkomt om de pakkans te vergroten dan de straffen
te verhogen om criminaliteit tegen te gaan.
3
, Voorkeuren voor een bepaalde straf mogen er gewoon zijn. De professor vindt zelf dat er
een voordeel is dat je voor in een bepaalde casus de ene verdachte ook een ander doel kan
dienen met je sanctieoplegging dan bij een andere verdachte. Het hangt namelijk af van de
omstandigheden van het geval. Je kan dus recht doen aan de specifieke omstandigheden en
de straf. Natuurlijk zeggen we altijd gelijke monniken gelijke kappen. Maar die specifieke
omstandigheden bepalen ook wat je er normatief als rechter van vindt. Dan kun je bij de ene
verdachte recht kan doen aan die situatie (bijv. ik wil hier vergelden) en bij de andere
verdachte ervoor zorgen dat het niet meer gebeurt (recidivevermindering). Ook kan je met
het opleggen van een straf een signaal naar de maatschappij afgeven.
Kan je als rechter ook creatieve straffen verzinnen?
Het staat niet in de wet dat dit kan. Dat is het sanctierecht het beschermt de
verdachte/dader tegen willekeurige straffen. Ook het legaliteitsbeginsel speelt hier een rol:
je kan alleen die straffen krijgen die in de wet staan.
Dit boek gaat over de nabestaanden van een jongen die is verongelukt in het verkeer. Zo
hoopte de rechter dat de verdachte inzicht zou krijgen wat ongeluk voor de nabestaanden
betekent. Hierdoor zou de wegpiraat met zijn neus op de feiten worden gedrukt. Dat om het
te voorkomen de volgende keer.
Hoe zou dit eventueel kunnen in Nederland? Via de bijzondere voorwaarden. Bij de
bijzondere voorwaarden staat vaak in de wet ook vaak een bijzondere voorwaarde die vrij
algemeen omschreven is, waardoor daaronder veel zou kunnen vallen.
Straftoemeting: rechtsgelijkheid versus maatwerk
Het uitgangspunt is natuurlijk gelijke monniken gelijke kappen. Maar er spelen zoals we net
zagen ook specifieke omstandigheden in elke zaak.
Voorbeeld:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evalotte98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.