Hoofdstuk 1 Een verkenning van de arbeidsmarkt
§1.1 Aan het werk
Het werk van Nederlandse scholieren is ongeschoold werk maar in andere West-
Europese landen wordt dit werk gedaan door volwassene -> Nederlandse bedrijven
komen goedkoper uit dan West-Europa.
§1.2 Vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt
Op de arbeidsmarkt gaat het om vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid (betaald
werk).
Onder arbeid verstaan we alle mogelijke prestaties die een bijdrage leveren aan het
voortbrengen van producten.
Betaald werk is volgens CBS als je minstens 12 uur werkt per week.
De meeste werknemers hebben een vast contract (onbepaalde tijd) -> werknemer
kan niet zomaar ontslagen worden.
De werknemers met een flexibel contract (tijdelijke basis) kunnen elk moment hun
baan verliezen.
De werkenden niet in loondienst zijn de zelfstandigen -> zelfstandig met personeel
(zmp) en zelfstandig zonder personeel (zzp).
Werkelozen zijn de mensen die kunnen en willen werken maar hebben geen baan.
Het totale aanbod op de arbeidsmarkt = werkenden + werkelozen (beroepsbevolking)
De vraag naar arbeid omvat de totale vraag naar personeel van particuliere bedrijven
en van de overheidsbedrijven -> de werkgelegenheid.
De niet vervulde vraag naar arbeid zijn de vacatures.
De beloning van werkenden met arbeidskracht is loon.
Abstracte markt: er is geen bepaalde plaats of tijd.
Een krappe arbeidsmarkt is dat de vraag naar arbeid groter is dan aanbod (veel
vacatures, weinig werkelozen).
Een ruime arbeidsmarkt is als het aanbod groter is dan vraag (weinig vacatures, veel
werkelozen).
Hoofdstuk 2 Het aanbod van arbeid
§2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd
Een baan kan materiële en immateriële welbevinden verbeteren en daarmee de
welvaart verhogen.
Werk concurreert met vrije tijd -> wie langer werkt ontvangt weliswaar een hoger
inkomen waarmee hij meer goederen en diensten kan aanschaffen maar heeft
minder tijd om van die goederen en diensten te genieten.
Vrije tijd is een schaars goed, bij meer vrije tijd kan de welvaart toenemen.
Bij een loonstijging stijgen de opofferingskosten van vrije tijd.
Bij een hoger uurloon, hoef je minder uren te werken voor een bepaald bedrag.
Stijging van loon lokt ook nieuwkomers.
Als de economie toeneemt, nemen bestedingen toe -> nieuw personeel.
De toename van het arbeidsaanbod als gevolg van de grotere kans op werk en een
hoger loon noemen we aanzuigeffect op de arbeidsmarkt.
Bij neergaande economie ontstaat een ontmoedigingseffect -> omdat de productie
afneemt is er minder personeel nodig.
Ontmoedigingseffect: de afname van het arbeidsaanbod als gevolg van een
loondaling en kleinere kans op het vinden van een baan.
§2.2 Nederland deeltijdkampioen
, Als we het aantal uren dat iemand werkt uitdrukken in het aantal uren van een
voltijdbaan, vinden we de deeltijdfactor.
De verhouding tussen het aantal personen en het aantal arbeidsjaren, de p/a-ratio,
geeft aan hoeveel personen gemiddeld per arbeidsjaar werken.
§2.3 De arbeidsparticipatie
Potentiele beroepsbevolking: personen tussen 15-aow leeftijd.
Niet-beroepsbevolking zijn mensen die niet willen of kunnen werken.
Participatiegraad: de mate waarin de beroepsgechikten deelnemen aan het
arbeidsproces wordt weergegeven met de participatiegraad.
Bruto participatiegraad: beroepsbevolking/potentiële x 100%
Netto participatiegraad: werkzame beroepsbevolking/potentiële x 100%
De instroom zijn vaak schoolverlaters of herintreders en de uitstroom zijn
arbeidsongeschikte, kinderen komen en grootste is AOW-gerechtigde leeftijd.
§2.4 Arbeidsmigratie
In jaren zestig kwamen gastarbeiders naar West-Europa -> hogere lonen en krappe
arbeidsmarkt -> hun moeizame integratie veroorzaakte sociale spanningen.
De EU kent vrije verkeer van goederen, kapitaal en personen -> vrije verkeer van
personen is de Europese arbeidsmarkt ontstaan.
§2.5 De overheid en participatie
Door vergrijzing zijn er straks minder mensen in de arbeidsgeschikte leeftijd ->
arbeidsaanbod neemt af -> te krappe arbeidsmarkt -> welvaart neemt af.
Het aantal toetreders zal achterblijven met uittreders.
Oplossing is het verhogen van de AOW-leeftijd en arbeidsparticipatie van ouderen te
vergroten.
Om de sociale zekerheid betaalbaar te houden, mag het aantal
uitkeringsgerechtigden niet te hoog oplopen.
Er met voldoende draagvlak blijven om de uitkeringen te betalen.
i/a ratio = ontvangers uitkering/betalers x 100%
Een hoge ratio betekent veel inactieven -> lasten van actieven
Oplossing is dat de actieven langer doorwerken en het terugdringen van de
uitkeringsgerechtigden.
Hoofdstuk 3 werkgelegenheid
§3.2 De omvang van de werkgelegenheid
Werkgelegenheid ontstaat als bedrijven werknemers in dienst nemen of als iemand
een bedrijf opricht en als zelfstandige aan de slag gaat.
Collectieve sector: overheden op landelijk, provinciaal en lokaal niveau + sociale
zekerheid.
Overheid dat invloed heeft op gesubsidieerde instellingen (scholen) vormen de
semicollectieve sector.
Werkgelegenheid = productie/arbeidsproductiviteit
In de particuliere sector (ondernemingen) staat winst centraal -> daarvoor wordt
arbeidskosten afgewogen met arbeidsproductiviteit -> dat is de productie of
toegevoegde waarde van een werknemer in een bepaalde periode.
Arbeidsproductiviteit = productie/werkgelegenheid
Als de loonkosten gelijk zijn aan de arbeidsproductiviteit gaat heel de toegevoegde
waarde naar arbeid en wordt er geen winst gemaakt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pauline36. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.