1.1 Tijd is geld
Produceren kost tijd, tijd heeft voor een producent dus waarde.
Consumeren kost ook tijd, een bepaalde tijdsduur komt voor de consument over met
een bepaalde hoeveelheid consumentensurplus.
Tijd is van waarde en heeft daarom een prijs: de Rente.
De rente die banken rekenen is voor iedereen gelijk, het is de algemene prijs van tijd.
De rente komt tot stand op de vermogensmarkt. Dit is een abstracte markt.
Rente= Algemene prijs van tijd
Algemene prijs van tijd= Prijs van tijd die banken berekenen
Vermogensmarkt= Geheel van vraag en aanbod van krediet
De hoogte van rente wordt sterk beïnvloed door de reporente (refirente). Dit is het
rentepercentage waartegen banken geld kunnen lenen bij een centrale bank.
1.2 Intertemporele substitutie
Rente maakt ruilen over de tijd mogelijk. Omdat tijd ook een prijs heeft.
Sparen levert een consument rente op, In ruil voor de tijd dat de consument zijn geld
op de bank zet, betaald de bank hem rente. Hoe langer de tijd hoe hoger de rente.
Een consument die spaart stelt de aankoop uit. Dit verschuiven van consumptie door
tijd heet intertemporele substitutie. Consumptie wordt in de tijd verschoven.
Intertemporele substitutie= Verschuiving van consumptie over de tijd
Sparen= Uitstellen van consumptie: direct consumptie wordt vervangen door
consumptie in de toekomst
, Als je spaart loopt het consumentensurplus mis. Het ongemak dat een consument
ondervindt als hij consumptie uitstelt is de individuele prijs van tijd.
Voor een spaarder is de rente gelijk aan de opbrengst van het uitstellen van
consumptie.
Een consument gaat sparen als de individuele prijs van tijd lager is dan de rente.
Een consument geeft zijn geld direct uit als de individuele prijs van tijd hoger is dan
de rente.
Individuele prijs van tijd= ongemak van consumptie-uitstel
De individuele prijs verschilt van persoon tot persoon. Het verschilt ook welk product,
prioriteit van de consument.
Een consument kan ook de consumptie vervroegen. Het geld dat de consument dus
nodig heeft moet hij dus lenen.
Over lenen moet hij rente betalen. Als het vervroegd consumptie zijn voordeel groter
is dan de rente zal een consument dit doen.
lenen= vervroegen van consumptie: direct consumptie wordt betaald uit toekomstige
inkomsten.
1.3 Inflatie
Inflatie is de stijging van algemene prijspeil door de tijd.
Hoe meer geld er in omloop komt hoe hoger de prijzen na verloop van tijd.
Als de Europese Centrale Bank de rente verlaagd is een spaarrekening minder
aantrekkelijk voor banken en willen ze hun geld dus het liefst uitlenen. Om dat lenen
aantrekkelijker te maken zullen ze hun eigen rente verlagen. Een consument kan met
dat extra geld dan extra uitgaven doen. De vraag naar producten en diensten stijgt.
Als de ECB hun rente verlaagd zal het ook aantrekkelijker zijn voor banken om geld
te lenen. Er gebeurd dan hetzelfde als hierboven.
De verandering van rente door ECB is een voorbeeld van monetair beleid. Met dit
beleid proberen centrale banken de economie te beïnvloeden. Met een verlaging van
de rente stimuleert de ECB economisch activiteit. Dit heet kredietkanaal.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elise2004. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.