Hoofdstuk 5 en 6 Geschiedenis
5.1 Nederland herrijst
Na oorlog een enorme kater overal was schade.
De industrie werd de motor van het herstel en de vernieuwing van de economie.
Werkgevers en werknemers werkte nauw samen. Ze gebruikte samen de geleide loon- en
prijspolitiek, hierdoor kon de industrie goedkoop produceren. Bedrijven gebruikte hun winst
om verder uit te breiden 1950 wederopbouw klaar. Economie bleef groeien.
Rotterdamse haven groeide dankzij de olieraffinage en chemische industrie.
Kleine boerenbedrijven verdwenen en door mechanisering van de productie waren er
minder landarbeiders nodig. Nederland gebruikte de Marshallhulp om tractoren te kopen.
Er heerste een woningnood door de oorlog en de babyboom daarna.
Mensen werkte hard, gehoorzaamde en probeerde zuinig te leven. Rollenpatroon: man is
kostwinner en vrouw is huisvrouw. Mensen vermaakte zich thuis met: radio en spelletjes. In
1951 kwam er een tv maar er werd weinig uitgezonden.
1956 gingen lonen voor het eerst omhoog, welvaart kwam binnen bereik. Typerend voor
deze tijd was de komst van Nederlandse personenauto. DAF kwam in 1958 met ‘gezinsauto’.
De gewone begon nu ook luxeproducten te kopen: wasmachine, auto, koelkast.
Vanaf 1946 beheerste twee partijen de politiek:
1. De confessionele Katholieke Volkspartij (KVP)
2. De sociaaldemocratische Partij van de Arbeid (PvdA)
Na oorlog opgericht. Samen hadden ze ruime meerderheid maar om nog meer steun te
krijgen vulden ze hun rooms-rode coalitie (1948) aan met:
1. De protestantse CHU
2. De liberale Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) vervangen door ARP
Van 1948 tot 1958 was de PvdA’er Willem Drees premier. Hij was de grote man in politiek
en dwong bij links en rechts vertrouwen en respect af.
Willem Drees was eerst minister van Sociale Zaken. Hij begon de opbouw van de
verzorgingsstaat. Hij bracht (1947) de Noodwet Ouderdomsvoorziening tot stand
ouderen boven 65 kregen maandelijks een uitkering. 5 jaar later werd deze verzekering
vervangen door Algemene Ouderdomswet (AOW).
Omdat er Sociale wetten zijn is er sociale zekerheid.
In 1951 werd de Werkloosheidswet (WW) ingevoerd onschuldig je baan verliezen.
Kabinetten verzorgingsstaat.
In 1967 werd de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ingevoerd wegens
ziekte of invaliditeit niet meer kunnen werken.
WW en AOW zijn sociale verzekeringen waarvoor mensen premie moesten betalen. Bij
sociale voorzieningen hoefde dat niet, zoals de Algemene Bijstandswet (1963) uitkering
voor mensen zonder inkomen.
, Wederopbouw snel voltooid en industrie en landbouw gemoderniseerd door:
1. Geleide loon- en prijspolitiek
2. Marshallhulp
5.3 Er komen andere ti jden
In de jaren 1960 kwamen in de hele westerse wereld opstanden tegen oudere generaties
ontstond een jeugdcultuur met andere normen en waarden. De protestgeneratie wilde
meer te zeggen hebben, het werd normaal om tegen het gezag in te gaan.
De hele samenleving veranderden onder invloed van welvaart. De economie bleef groeien,
lonen stegen en arbeidstijd nam af, onder meer door invoering ‘vrije zaterdag’.
Nederlanders begonnen te consumeren en naar buitenland op vakantie. De verzuilde
omroepen bleven bestaan maar veel mensen keken naar alles. Er kwam een snelle
ontzuiling en ontkerkelijking op gang:
- Minder mensen zondag naar kerk
- Kinderen niet automatisch naar school van eigen geloof
- Gelovige stemde niet automatisch op een confessionele partij
1962 kwam anticonceptiepil op de markt ontstond een seksuele revolutie. De seksuele
moraal (wat wel en niet hoort op seksueel gebied) veranderen. Tot 1960 hoorde seks voor
het huwelijk niet maar jongeren vonden dat achterhaald. Jongeren probeerde het met
meerdere partners, gingen scheiden of ongehuwd samenwonen. Dit alles maakte uit van
een individualisering (ontwikkeling waarbij zelfstandigheid van individu belangrijker werd),
zelf bepalen hoe je wilt leven.
Individualisering leidde tot tweede feministische golf. Ze eisten:
1. Een gelijke behandeling van mannen en vrouwen op arbeidsgebied
2. Betere kinderopvang
3. Recht op abortus
Het verlangen naar meebeslissen leidde tot oprichting: Democraten 1966 (D66). Wilde
politiek systeem democratischer maken. Door een burgermeester en minister-president te
kiezen.
Confessionele partijen ondervonden de gevolgen van ontkerkelijking en ontzuiling
verloren zetels.
KVP + ARP + CHU = CDA, het Christendemocratisch Appel.
1973 verminderden Arabische landen de olieproductie om het Westen te straffen voor zijn
steun aan Israël. Olieprijs steeg enorm. Oliecrisis was begin van grote economische
problemen.
Met de oliecrisis begonnen magere jaren:
- Industrie werd vooral getroffen
- Banen verdwenen naar lagelonenlanden
- Verzorgingsstaat dreigde onbetaalbaar te worden kabinet-Lubbers bezuinigde op
de sociale zekerheid en de overheidsuitgaven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MM1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.00. You're not tied to anything after your purchase.