Hoofdstuk 1: de wereld van het openbaar bestuur
1.4 Wat is openbaar bestuur?
Openbaar bestuur is het geheel van organisaties en activiteiten die primair zijn gericht op de
besturing van de maatschappij. Daarbij gaat het om het tot stand brengen en uitvoeren van
beslissingen.
Het woord openbaar heeft te maken met de reikwijdte van beslissingen
Naleving kan worden afgedwongen
Staat dient algemeen belang zonder winstoogmerk
Markt leveren van producten en diensten op commerciële grond
Maatschappelijk middenveld richt zich op doelstellingen die niet op het maken van winst
gericht zijn, maar ook niet binnen de overheid vallen.
1. Privaat met publieke taak (bijv. scholen, ziekenhuizen)
2. Privaat zonder winstoogmerk (bijv. FNV, Rode Kruis)
Staat markt = privatisering of liberalisering
Markt staat = nationalisering of verstatelijking
Barry Bozeman: er is geen publieke of private organisatie. Hij spreekt van ‘publiekheid’. Zijn
aanpak maakt onderscheid in:
1. Eigenaarschap: van wie is de organisatie?
2. Bekostiging: wie financiert de organisatie?
3. Mate van politieke controle
1.5 Openbaar bestuur op verschillende niveaus
De verticale dimensie geeft aan dat het openbaar bestuur op meerdere niveaus gestalte kan
krijgen: wijk, gemeente, regio, provincie etc.
De horizontale dimensie geeft aan dat het openbaar bestuur niet alleen uit de overheid zelf
bestaat, maar ook uit maatschappelijke organisaties
Multi-level governance: besturen vindt plaats op meerdere schaalniveaus en zowel door
overheden als andere partijen (daarom geen government maar governance).
Huis van Thorbecke is een aanduiding voor de organisatie van het Nederlands bestuur in de
negentiende eeuw. Het rijk, de provincies en gemeenten.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Een eenheidsstaat is een uniform
bestuursstelsel met een duidelijk primaat van de Nederlandse overheid. Gedecentraliseerd
duit erop dat gemeenten en provincies ook belangrijke taken hebben.
Door de komst van de EU is heeft Nederland soevereiniteit ingeleverd.
Door globalisering en decentralisering is de nationale regering vaak sterk afhankelijk van
decentrale overheden.
In het openbaar bestuur is government (de overheid) heel belangrijk, maar je kunt de
samenleving pas echt begrijpen als je je blik verruimt naar governance (besturing).
1.6 Openbaar bestuur als ‘good governance’
Good governance heeft vier criteria waar het aan moet voldoen:
1. Democratie
2. Rechtmatigheid. Het aantal rechtsregels tegen het openbaar bestuur is toegenomen. - -
1. Rechtsbescherming tegen de overheid is groter geworden.
2. Juridische eisen aan het optreden van openbaar bestuur zijn steeds groter geworden.
3. Rechters zijn minder terughoudend om de overheid aan te pakken
1
, 3. Doeltreffendheid en doelmatigheid. Doeltreffendheid gaat over of de vooraf gestelde
doelstellingen voor beleid ook daadwerkelijk zijn gehaald. Bij doelmatigheid is het van
belang dat bestuurders met zo min mogelijk middelen het doel bereiken.
4. Integriteit. Integriteit betekent dat je geen gebruik maakt van je eigen machtspositie.
Tussen bovenstaande vier vereisten bestaan spanningsvelden.
- Doelmatig vs rechtmatig
- Democratie vs rechtmatig
- Integriteit vs democratie
1.7 Een veranderend openbaar bestuur
De wortels van openbaar bestuur in Nederland liggen in de Republiek der Verenigde
Nederlanden. In die tijd was er geen ambtelijk apparaat.
Besluitvorming was gebaseerd op consensus. Daarnaast was er grote mate van zelfregulering
door lokale organisaties etc. (het maatschappelijk middenveld van nu).
Met de komst van het koninkrijk der Nederlanden (1814) deed de eenheidsstaat zijn intrede.
Macht van provincies en steden werd ingeperkt. Het recht werd gecodificeerd en er kwamen
staatsorganen.
Halverwege de 19e eeuw werd Nederland een nachtwakersstaat. De overheid had een
minimum aan taken. Het enige wat ze deden was in principe het garanderen van veiligheid
en het handhaven van rechtsorde.
In oktober 1929 stortte de beurs op Wall Street in. Als gevolg van deze crisis werd de
moderne verzorgingsstaat in het leven geroepen. Volgens econoom John Maynard speelt de
overheid een cruciale rol bij crisis.
Tijdens de wederopbouwfase gaf de overheid haar burgers bestaanszekerheid door middel
van bijvoorbeeld uitkeringen.
Vanaf 1970 kwam er kritiek op de verzorgingsstaat. De overheid moet niet roeien maar, waar
nodig, sturen. Dat noemen we new public management.
In dezelfde periode kwam er meer erkenning voor het feit dat ‘de staat’ als centraal
besturingsorgaan van ‘de samenleving’ niet bestaat. De staat ging optreden als
onderhandelend bestuur: netwerkmanagement of governance.
Tegenwoordig is Nederland geen verzorgingsstaat meer, maar is het een
voorwaardenscheppende staat geworden. Dat betekent dat er een goed sociaal vangnet is,
maar alleen als je aan bepaalde voorwaarden voldoet.
Het accent van overheidsoptreden is verschoven van het zelf verzorgen van producten en
diensten, naar het reguleren van producerende en dienstverlenende activiteiten door andere
instanties. Een staat die zich meer richt op regulering en minder op productie, wordt ook wel
een regulatory state genoemd.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliaterbraak. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.