Onderneming en omgeving (hoofdstuk 7 t/m 9)
All for this textbook (1)
Written for
Schoevers (Schoevers)
Office Management
Economie
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
Aranca2706
Reviews received
Content preview
Samenvatting economie h8 t/m 15 + 23 t/m 25
8 Macro-aanbod en macrovraag
8.1 Productiecapaciteit en normale bezettingsgraad
Hoeveel een lang in een jaar kan produceren, hangt af van de hoeveelheid en de kwaliteit van de
beschikbare productiefactoren.
Bij de hoeveelheid productiefactoren gaat het om:
de omvang van de beroepsbevolking
de hoeveelheid aanwezige kapitaalgoederen
de beschikbare natuurlijke hulpbronnen
Bij de kwaliteit van de productiefactoren gaat het om:
de mate van scholing van de beroepsbevolking
de kwaliteit van het management
de mate waarin de kapitaalgoederen technisch bij de tijd zijn
de mate van doelmatigheid waarmee de productie is georganiseerd
de kwaliteit van de natuurlijke hulpbronnen
De hoeveelheid en de kwaliteit bepalen samen de productiecapaciteit. Dit is de hoeveelheid
goederen en diensten die een economie in een bepaalde periode kan produceren.
De bezettingsgraad: de mate waarin de bestaande productiecapaciteit ook werkelijk wordt gebruikt.
Deze hangt af van de verkoopmogelijkheden.
Is er veel vraag veel capaciteit inzetten.
Is er weinig vraag slechts een deel van de capaciteit wordt gebruikt.
In normale omstandigheden, wordt de capaciteit niet voor 100% ingezet. Een deel wordt bewust niet
gebruikt (rationele overcapaciteit), zodat het beschikbaar blijft om snel te kunnen inschakelen.
Een normale bezettingsgraad: er bestaat aan de ene kant geen onvrijwillige werkloosheid en aan de
andere kant treden er geen prijsstijgingen op.
Meer produceren dan mogelijk is bij een normale bezettingsgraad leidt tot:
fouten maken
extra geldkosten terwijl de productie niet stijgt
hogere kosten per eenheid product die in de verkoopprijs worden doorberekend
onvermijdelijk gevolg: bestedingsinflatie (prijsniveau loopt op)
Als het productievolume achterblijft bij wat met normale bestemming mogelijk is, dan is er teveel
capaciteit waardoor:
machines onvoldoende worden gebruikt
er onvrijwillige werkloosheid is
het prijspeil zal minder snel stijgen
er ernstige onderbezetting kan optreden
hierbij kan zich een daling van de prijzen voordoen: deflatie
1
,8.2 De aanbodkant van de economie: de GA-lijn
Macro-aanbod (GA): het productievolume dat alle producenten samen van plan zijn bij een bepaald
prijsniveau aan te bieden.
Prijsniveau = P
Nationale productie = Q
Normale bezetting = Qn
Productiecapaciteit = Q*
Drie situaties die je kan onderscheiden bij het maken van de GA-lijn:
de bezettingsgraad is minder dan normaal
de productiecapaciteit is volledig bezet
de normale bezettingsgraad wordt al overschreden
Als de bezettingsgraad minder is dan normaal, maar de besteders hun vraag vergroten, is dat geen
probleem voor de producenten. Zij draaien op dat moment minder dan de normale bezettingsgraad
en kunnen de extra gevraagde productie makkelijk aan.
Zolang de economie niet helemaal bezet is, kan de productie worden uitgebreid zonder dat het
prijsniveau stijgt.
Volledige bezetting: de bezettingsgraad is boven normaal met als gevolg dat:
werknemers moeten overwerken
er ontstaan spanningen
de kosten per eenheid product worden verhoogd
het grotere productievolume gaat samen met een hoger prijsniveau
Als er voldoende overige capaciteit is, kan het productievolume toenemen zonder dat het prijsniveau
stijgt. Voorbij de normale bezetting komt het prijsniveau in beweging. Als de maximale
productieomvang is bereikt, leidt de toenemende vraag tot scherp stijgende prijzen en niet tot een
groter productievolume.
Afhankelijk van de mate waarin de productiecapaciteit wordt benut, wordt er en de GA-lijn een
horizontaal en een stijgend deel onderscheden.
8.3 De vraagkant van de economie
De betekenis van ‘vraag’ op macroniveau: de gezamenlijke bestedingen van alle consumenten,
investeerders, de overheid en het uitvoersaldo.
Consumenten kopen consumptiegoederen (voedsel, kleding), de aanschaf wordt sterk bepaald door
het vertrouwen in de toekomst dat zij hebben.
Investeerders zijn producenten die hun productiecapaciteit willen uitbreiden en kapitaalgoederen
(kantoren, fabrieken) kopen. Ook zij laten zich leiden door verwachtingen over de toekomst.
De overheid koopt consumptie- en kapitaalgoederen in het buitenland en andersom gebeurt dat
ook.
2
, Kopers zijn geneigd bij lage prijzen meer aan de schaffen dan bij hoge prijzen door hun:
behoeften
economische situatie
toekomstverwachtingen
beschikbare geld
Een lagere prijs betekent voor hetzelfde geld meer goederen kunnen kopen, de koopkracht is groter.
De macrovraaglijn laat zien welke hoeveelheden de besteders kopen bij uiteenlopende prijsniveaus.
De macrovraag (GV)-lijn vertoont een dalend verloop.
In de nationale economie bepalen macroaanbod en macrovraag samen:
de evenwichtswaarde van het productievolume
het prijsniveau
de werkgelegenheid
Voor het voortbrengen van een bepaald hoeveelheid producten worden de productiefactoren
arbeid, natuur en kapitaal ingeschakeld. De stand van de techniek is van invloed op de manier
waarop de productiefactoren worden gecombineerd.
8.4 Onder- en overbesteding
Er is sprake van onderbesteding wanneer besteders weinig vraag uitoefenen om de normale
bezetting van de productiecapaciteit te realiseren.
Gevolgen onderbesteding:
Productiekrimp door weinig vraag
bedrijven (of delen daarvan) worden gesloten
mensen verliezen hun baan en er gaan arbeidsplaatsen verloren
gevolg: onderbestedingswerkloosheid
Bij overbesteding is de macrovraag groter dan het aanbod bij normale bezetting. Het volume van de
productie neemt nauwelijks toe. Hoe dichter bij de grens van de productiecapaciteit, hoe meer de
prijzen stijgen. Het beleid van de overheid is erop gericht het prijsniveau zoveel mogelijk te
stabiliseren.
8.5 Verschuiving van de GV-lijn
De macrolijn laat zien welk productievolume de besteders wensen te kopen bij
uiteenlopende prijsniveaus. Verandering van behoeften, budgetten, vertrouwen en
verwachtingen van de besteders doen de GV-lijn verschuiven.
8.6 Verschuiving van de GA-lijn
Macroaanbodlijn = GA
laat zien welk productievolume de producenten willen aanbieden in verschillende
prijsniveaus, waarbij de hoeveelheid en de kwaliteit gegeven is.
Begrippen
Bestedingen: de gezamenlijke vraag van consumenten, investeerders, overheid en het buitenland.
Macrovraag: het productievolume dat de besteders wensen te kopen bij een bepaald prijsniveau.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Aranca2706. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.