Geschiedeniswerkplaats / tweede fase havo historisch overzicht / deel Handboek
Samenvatting H5.1, 6.1, 6.2, 6.3 van geschiedeniswerkplaats, klas 2 havo/vwo. Thomas Newcomen; James Watt; Bismarck; Napoleon III; George Stephenson; K. Benz; L Blériot; A.G. Bell; Rudyard Kipling; moest ik leren dus die heb ik blauw gemaakt. Andere namen heb ik weggelaten.
Grote veranderingen
De periode vanaf 1800 wordt de moderne tijd genoemd, vanwege alle grote industriële veranderingen in die
eeuw. Voor 1800 werkten de meeste mensen op het platteland. Door een nieuwe indeling van het land, maken
minder mensen, meer voedsel, waardoor veel landarbeiders niet meer nodig zijn en in de industrie gaan
werken. Veel handarbeid was vervangen door machines, waardoor productiemethoden erg waren veranderd.
Deze industriële revolutie zorgde ook voor treinen, stoomschepen en nog meer uitvindingen. Ook woonden en
werkten veel meer mensen in de stad, waardoor steden erg uitbreidden. Deze bevolkingsgroei zorgt er ook
weer voor dat de vraag naar voedsel en spullen toeneemt
Meer productie
Door de groeiende bevolking was de vraag naar textiel/kleding erg toegenomen. Textiel werd niet meer thuis
gemaakt maar vlak bij een rivier in een waterrad aangedreven werkhuis. Landarbeiders die niet meer nodig
waren in de voedselproductie, werkten nu bij landeigenaren in werkhuizen. Door alle ontwikkelingen werden
er ook veel uitvindingen gedaan in het werktuig en werkmethoden. Als eerst in Groot-Brittannië, daar werd de
stoommachine uitgevonden door Thomas Newcomen om water uit de mijnen te pompen. James Watt
ontwikkelde betere losstaande stoommachines die ook voor dingen buiten de mijnen gebruikt kunnen worden,
bijvoorbeeld in de textielnijverheid. Voor deze machines was veel ijzererts en steenkool nodig. Om deze
stoommachines te maken, kwamen er veel ijzer- en machinefabrieken. Doordat de nieuwe stoommachine
overal kon staan, kwam er een verschuiving naar de kust. Dit komt omdat hier het aanvoeren en afvoeren van
producten veel gemakkelijker is. In de textielnijverheid zelf waren ook al een paar uitvindingen gedaan: spin- en
weefmachines aangesloten op watermolens vervingen het eeuwenoude spinnenwiel en weefgetouw. Ook
werd Engelse wol vervangen door de sterkere Indiaas en Amerikaans katoen. Vanaf ongeveer 1800 werden
stoommachines ook gebruikt om de spin- en weefmachines aan te drijven. Door de opkomst van de stoomtrein
en het stoomschip versnelde de industrialisatie vanaf 1830. Voor de bouw van treinen, spoorwegen en schepen
waren nog meer steenkoolmijnen en ijzer- en machine fabrieken nodig. Groot-Brittannië was omstreeks 1850
heel belangrijk omdat het textiel, machines en andere industrieproducten exporteerde naar andere landen. Na
1850 vond de industriële revolutie ook plaats in andere landen.
Veranderingen in de industrie
Vanaf 1870 gingen de economische veranderingen steeds sneller. Naast steenkool kwam aardolie op als
nieuwe energiebron. Ook werd het sterkere staal steeds vaker gebruikt in plaats van ijzer. Door nieuwe stoffen
zoals kunstmest verbeterde de oogsten van boeren. Plastic en margarine waren ook nieuw net als de gloeilamp
waarmee elektrisch licht mee kon worden gemaakt. De gloeilamp was in de VS uitgevonden onder leiding van
de ondernemer Thomas Edison. Het was ook nieuw dat ontdekkingen gedaan werden door bedrijven met
speciale laboratoria met technici en wetenschappers i.p.v. individuele onderzoekers.
De industriële samenleving
Doordat Engeland zo voorliep hadden zij deels een verouderde en ook een sterk vernieuwde industriële
samenleving. In de industriële samenleving werkten veel Britten in de industriesector en nog maar een klein
deel in de landbouwsector. Door de uitbreiding van handel en transport groeide ook de dienstsector. Door de
grotere voedselproductie groeide de bevolking en ontstonden of breidden er steden uit. De 19 e eeuw wordt de
tijd van burgers en stoommachines genoemd. De groep van rijke burgers werd steeds machtiger omdat zij als
fabrikanten de leiding van de economie in handen had. Handelskapitalisme werd dus vervangen door het
industrieel kapitalisme. In de landbouwstedelijke samenleving was de relatie tussen werkgever en arbeider
persoonlijk. In de industriële samenleving was deze relatie steeds onpersoonlijker geworden. Bedrijven
probeerde steeds meer winst te maken en hielden daarom de lonen laag en ontsloegen makkelijk werknemers.
6.1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 12466. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.