Mijn examen ging heel goed door het leren van mijn eigen samenvatting, je moet ook nog de huidige regeringen kennen maar deze staan niet in dit document.
Belgische Binnenlandse Politiek Prof. Dr. H. Reynaert
Hoofdstuk 1: de liberalen
Doctrinairen VS. Progressisten
Het Unionisme (= de samenwerking tussen liberalen en katholieken) leidde tot de
Belgische revolutie. De reden dat het nog enkele jaren bleef voortduren was de
onzekere internationale positie van België.
In de liberale kringen:
Antiklerikale liberalen
- Sterk afhankelijk van de Noordelijke provincies
- Steunt de deconfessionaliseringspolitiek van Willem I
Rattachisten (Wallonië)
- Wou een aansluiting bij Frankrijk
- Omwille van economische of sentimentele redenen
Teleurgestelde democraten
- Teleurgesteld om de verwezenlijkingen van de revolutie (op
democratisch en sociaal vlak)
- Tegen het Unionisme
1838 : Veroordeling van de vrijmetselarij: verbod voor katholieken leidde ertoe dat
de vrijmetselarij een steunpilaar wordt van het liberalisme. De meest bekende
associatie die werd opgericht: L’Alliance.
1839 : Vanaf dan smelten de antiklerikale liberalen en de rattachisten samen en
hebben een gemeenschappelijk strijdprogramma in het antiklerikalisme.
Het Verdrag van de 24 artikelen waarbij België finaal erkend werd leidde tot
politieke meningsverschillen tussen de katholieken en de liberalen
het Unionisme kwam in gevaar
1846 : stichtingsdatum!
L’Alliance riep het eerste liberale congres samen om de hechte eenheid van
de liberalen in België te verzekeren. Er kwam uiteindelijk een consensus over
een minimaal programma tot 1893. Twee grote groepen op dat congres:
1
, De doctrinairen/gematigden
- Hebben de economische macht in handen
- Verzetten zich tegen elke vorm van sociale verandering
- Ontweken de confrontatie met de katholieke kerk (sociale problemen)
De progressisten/radicalen
- Sluiten aan bij lagere klassen en middenklasse
- Voorstander van sociale verandering
- Voorstander van lekenonderwijs (katholiek)
1900 : Verzoening tussen de doctrinairen en progressisten maar tot 1961 was er geen
echte partijorganisatie.
Na de tweede wereldoorlog
Ze kwamen ontredderd uit de oorlog net als andere partijen. Er waren ook
belangrijke figuren binnen het liberalisme overleden.
Oprichting: Studiecentrum voor de Hervorming van de Staat
= pleitte voor versterking van de koninklijke macht
De vooroorlogse structuren werden opnieuw geïnstalleerd maar dan met een nieuwe
generatie aan politici. Het kostte de liberalen veel stemmen en zetels.
Koningskwestie
De houding van de liberalen tegenover Leopold III was verdeeld. Waalse en Brusselse
waren tegen de terugkeer, Vlaamse liberalen waren voor. Het maakte niet uit of de
koning Leopold III was of zijn opvolger.
De partij opteerde voor een politiek van l’effacement.
= behoud van de monarchie en de nationale eenheid
Ze wonnen in 1949 veel zetels, maar verloren in 1950 een derde van hun zetels
omdat ze hun fiscale beloften niet konden realiseren en een lauwe houding hadden
tegenover Leopold III.
Schoolstrijd
2
,De CVP/PSC (christendemocraten) halen absolute meerderheid en dit was de
aanleiding tot een nieuw spanningsveld.
Onder leiding van Pierre Harmel, minister van onderwijs, werden aanpassingen
gedaan in het onderwijs die nadelig waren voor het gratis staatsonderwijs en
voordelig voor het vrij katholiek onderwijs (subsidiëring).
Regering Van Acker (1954-1958) met Leo Collard als minister van onderwijs, had
tegenovergestelde ideeën.
In 1958 werd de Schoolcommissie opgericht met een lid van elke nationale
partij (katholieken, liberalen, socialisten), zij sluiten het Schoolpact (1959).
Voorgrond: sociaal-economische en communautaire problemen
Achtergrond: levensbeschouwelijke breuklijn (dit valt weg)
Noodzaak tot heroriëntering
1958 : Voorzitter Roger Motz nam initiatief tot partijhervorming en legde de focus op
het organisatorische en het inhoudelijke.
1961 : Oprichting PVV/PLP, eerste werkelijke politieke partij met Omer
Vanaudenhove als partijvoorzitter.
- Behoud van de nationale eenheid
- Verandering van structuur en openheid voor elke kiezer
- 1965: grote electorale overwinning
Contestatie tegen partijvoorzitter Vanaudenhove
Eind jaren 60 stond de splitsing van de Leuvense universiteit (Leuven-Vlaams) en
Brussel op de agenda.
Dit zorgde van communautaire spanningen. Vanaudenhove was heel België
georiënteerd.
Het Liberale Vlaamse Verbond (LVV) en Willemsfonds werden steeds radicaler.
Splitsing van de liberale partij
3
, Eerste fase
“Het uit elkaar vallen van de Brusselse federatie”
o Het bepalen van de politieke lijn om de belangen van Brussel te
verdedigen leidde tot moeilijkheden.
o Kwam onder politieke druk te staan door de FDF
Twee groepen:
Georges Mundeleer – Manifest der 29
voorstander van toenadering tot de andere Franstalige partijen
van uitbreiding van het Frans in gemeenten rond Brussel
Jacques Van Offelen – Handvest van de Eendracht
voorstander van de evenwaardige positie van de Vlamingen in de federatie
van liberale ideologie boven het communautair geflirt met FDF
Eigen Vlaamse lijst: ‘Blauwe Leeuwen’
Tweede fase
“De breuk van de Brusselse liberalen met de nationale PLP/PVV-leiding”
Er ontstond discussie rond de medewerking van de liberalen bij de herziening van de
grondwet. Er was geen overeenstemming rond het statuut van Brussel.
Franstalige Brusselse liberalen stoppen daarom bij de nationale partij en starten hun
eigen PLP de la Région bruxelloise.
Derde fase
“De opsplitsing van de unitaire partij in twee afzonderlijke taalgroepen”
1971 : De Vlaamse Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV) werd opgericht met Willy
De Clercq als voorzitter. Grootjans’ Vlaams liberaal manifest werd
goedgekeurd als partijprogramma:
Klemtoon van partijprogramma: ideologische verdraagzaamheid, pluralisme,
vrijemarkteconomie, minder staat, meer steun aan KMO’s, …
Men wou af van de bijnaam PVV: Pest Voor Vlaanderen.
duidelijke profilering als Vlaamse liberale politieke partij
duidelijke standpunten op ethisch vlak vb. abortus en euthanasie
Van PLP naar MR
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentecrimi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.