100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Antwoorden h3 en h6 nask $5.03   Add to cart

Presentation

Antwoorden h3 en h6 nask

 19 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Antwoorden h3 en h6 nask

Preview 3 out of 22  pages

  • June 21, 2021
  • 22
  • 2020/2021
  • Presentation
  • Unknown
  • Secondary school
  • 1
avatar-seller
Impact NaSk 1-2 havo-vwo
Uitwerkingen hoofdstuk 6 Stoffen en deeltjes




Uitwerkingen
Hoofdstuk 6 Stoffen en deeltjes

Verkennen

I a. Uit donkere wolken.
b. In de winter heb je een grotere kans op sneeuw, omdat de temperatuur dan lager
is.
c. Hoog in de lucht is het kouder.
d. Wolken bestaan uit het waterdruppels of ijskristallen, afhankelijk van de
temperatuur.
e. Sneeuwvlokken smelten bij 0 °C.
f. Water verdampt altijd. Bij een hogere temperatuur gaat het alleen sneller.

II a. zwaar: ijzer, lood, beton; licht: ijs, water, piepschuim (andere antwoorden zijn ook
mogelijk.)
b. zwaar: vrachtwagen, torenkraan, vliegtuig; licht: gloeilamp, boterham, mobieltje
(andere antwoorden zijn ook mogelijk.)
c. Een zwaar voorwerp is over het algemeen groot en weegt veel.
Van een zware stof kun je ook een klein beetje hebben. Het is zwaar in verhouding
tot de grootte ervan.

III a. Als de druk hoog is, kun je de band (bijna) niet indrukken. Dan is de band hard.
Als de druk laag is, kun je de band indrukken. Dan is de band zacht.
b. Je kunt de druk ook opmerken bij het opblazen van een ballon.
c. Bij dunne lucht heb je minder luchtweerstand.
d. In dunne lucht zit minder zuurstof.




© ThiemeMeulenhoff bv 1

, Impact NaSk 1-2 havo-vwo
Uitwerkingen hoofdstuk 6 Stoffen en deeltjes




6.1Begrijpen

1 a. waar
b. niet waar
c. waar
d. niet waar (In een donkere wolk zitten grote druppels; in grote hoge wolken zitten
vaak sneeuwvlokken en hagelstenen.)
e. niet waar
f. waar
g. niet waar
h. waar

2 a. Warme waterdamp stijgt op. Doordat het boven in de lucht kouder is, condenseert
de waterdamp en wordt vloeibaar. Deze kleine waterdruppels vormen samen een
wolk.
b. Een regenwolk is donker van kleur.
c. Grotere waterdruppels houden meer (zon)licht tegen. Regenwolken met grote
waterdruppels lijken daarom heel donker aan de onderkant.

3 IJzel kan ontstaan wanneer regen op een bevroren ondergrond valt en dan meteen
bevriest.

4 a. De structuur van de sneeuwkristallen laat zien dat die niet ontstaan kunnen zijn uit
een druppel water, maar langzaam zijn aangegroeid.
b. Waterdamp koelt af en er worden ijskristallen gevormd. Deze groeien op hun beurt
weer aan elkaar tot sneeuwvlokken.
c. In het midden van een hagelsteen zit een sneeuwvlok met eromheen bevroren
water.

5 a. De waterdamp uit de motoren condenseert in de koude lucht tot kleine
waterdruppeltjes.
b. Waterdamp is onzichtbaar. Waterdruppels kun je wel zien.
c. Vliegtuigstrepen of condenssporen (In het Engels ‘condens trails’ wat dan afgekort
wordt tot ‘contrails’)

6 a. Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht.
b. In de koude lucht kan minder waterdamp zitten. De overtollige waterdamp die niet
meer in lucht past condenseert. De kleine druppeltjes die dan ontstaan vormen de
mist.

7 a. Er condenseert waterdamp tegen zijn glazen.
b. Waterdamp
c. Vast
d. Vast
e. Vloeibaar

8 a. Water en alcohol
b. Glas en plastic
c. Lucht en helium (Andere voorbeelden zijn ook mogelijk.)




© ThiemeMeulenhoff bv 2

, Impact NaSk 1-2 havo-vwo
Uitwerkingen hoofdstuk 6 Stoffen en deeltjes



9 a. Je moet de vloeistof net zo lang afkoelen, totdat de stof begint te stollen. De stof
komt dan onder zijn stolpunt en wordt vast.
b. Stollen (Bij water noem je dat bevriezen.)

10 a. In water zit geen lucht, dus kunnen het geen luchtbellen zijn.
b. Het zijn waterdampbellen. Water in de gasvormige fase.
c. In de vloeibare fase
d. Vlak boven het water heeft de waterdamp nog een hoge temperatuur. Verder van
het water vandaan koelt de waterdamp af. Tijdens het afkoelen condenseert de
waterdamp.

11 a. De gasvormige fase
b. Verdampen
c. Sublimeren

12 a. Condenseren
b. Rijpen
c. Smelten




© ThiemeMeulenhoff bv 3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurtube. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85443 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.03
  • (0)
  Add to cart