Thema 1: Recht en
rechtswetenschap
1. Wat is recht?
Recht is een rationeel opgebouwd geheel (= samenstellende delen zijn logisch met elkaar verbonden)
van begrippen (vaak zeer specifiek bv misdrijf-misdaad), normen en instellingen met de bedoeling de
maatschappij te ordenen door regels (wordt gebruikt door de politiek om een beleid door te
drukken) waaraan van overheidswege sancties kleven (overheid heeft geweldmonopolie en mag
dwang gebruiken)
Misdrijf : algemeen overkoepelend woord dat slaat op alle overtredingen, wanbedrijven en
misdaden)
Misdaad: term voor de zwaarste misdrijven zoals moord en brandstichting
Straf = sanctie opgelegd en uitgevoerd door de overheid
Rechtshandhaving = gebruik van geweld of dwang om de rechtsnormen te doen naleven. (mag enkel
door de overheid, daarom spreekt men van het geweldmonopolie)
België heeft civil law-systeem: rechtssysteem baseert zich op codificatie van rechtsnormen, waarbij
de wetgeving een zeer belangrijke rol speelt
↔Common law systeem: rechtssysteem baseert zich op de rechtspraak, en wat vroegere rechters al
hebben beslist in vroegere zaken = rechtersrecht (vnl Engeland, Amerika)
2. Begrippen rond recht
- Recht ≠ rechtvaardigheid: je kan via recht wel proberen om tot meer rechtvaardigheid te komen.
- Positief recht = wat er in een bepaalde maatschappij aan recht bestaat en te vinden is in de formele
bronnen van het recht (wetten, rechtspraak), vertrekkend van geëigende politieke instanties = het
huidige recht
≠ Natuurrecht: rechtsregels die je afleidt uit de natuur of de natuur van de mens, uit de
eigenschappen van de mens.
-iedereen wordt theoretisch verondersteld de wet te kennen = axioma. Rechtsdwaling = ik wist niet
dat iets verboden is en mag dus niet gesanctioneerd worden” is geen goed verweermiddel.
↔ Feitelijk voornamelijk gediplomeerde juristen kennen het meeste van de wet→
rechtsbedeling/rechtsuitspraken quasi exclusief door juristen. Uitzondering: hof van Assisen heeft
lekenjury!
-Wettelijke land (zuiver de regels en normen) is nooit gelijk aan het werkelijk land. Niemand kan alle
problemen voorzien en normeren. Als je een algemene wet toepast op een casus ga je interpreteren
en kijk je ook naar historische, maatschappelijke, psychische factoren. Je kan nooit zuiver theoretisch
en via ratio juridische problemen oplossen. Men gaat de wet steeds individueel toepassen. Dit
noemt men rechtspraktijk.
, -Verbod van eigeninrichting: je mag jezelf geen recht verschaffen, zelf niet sanctioneren. Je volgt
steeds een gerechtelijke procedure en de beslissing van de rechters. De rechters doen aan
rechtsbedeling.
Rechtsbedeling: rechters “geven” gelijk of ongelijk aan een partij.
Zelfs binnen het rechtssysteem worden fouten gemaakt. Daarom kan men in vele zaken in hoger
beroep gaan. Een onjuiste rechterlijke beslissing is een gerechtelijke dwaling (≠ rechtsdwaling!)
3. Publiekrecht en privaatrecht
Privaatrecht regelt de relaties tussen particuliere personen (mensen van vlees en bloed én
rechtspersonen) = horizontale relatie
Publiekrecht regelt de verhoudingen tussen de overheid en privépersonen = verticale verhoudingen
én de verhoudingen tussen overheden en overheidsinstellingen onderling (= horizontaal maar op een
hoger verticaal niveau)
Loopt soms door elkaar. Vb. woning verkopen (verplicht bij notaris gaan-vertegenwoordigt overheid
die bijhoudt wie wat in bezit heeft = verticaal) maar je kan zelf je prijs bepalen voor de koper (=
horizontaal)
Belang onderscheid:
1) Verschillende bevoegdheden van rechtbanken:
Administratieve rechtbanken zijn bevoegd voor de verticale relaties(vb. je denkt dat een bedrijf geen
milieuvergunning heeft), burgerlijke rechtbanken voor de horizontale (vb. burenruzie).
2) juridische terminologie is soms verschillend in elk domein
vb. consessie = van overheid geven van terrein (vb trottoir) aan particulier (bv caféhouder) voor
winstgevende activiteit (vb om caféterras te maken )= publiekrecht
vb. concessie = private producent /hoofdverdeler verleent exclusief distributierecht aan private
(onder)verdeler. Vb. garages van een bepaald merk = privaatrecht
3) sommige denkcategoriën zijn typisch voor de ene of andere soort recht
Vb. in privaatrecht is begrip van goede trouw belangrijk (= wat zou je redelijkerwijs van de andere
partij kunnen verwachten: vb. als je je huis verkoopt en belooft tegen een bepaalde datum te
vertrekken, dat je dan werkelijk weggaat)
4) in de heuristiek = handboeken, wetboeken…. Is er ook een indeling in publiek-en privaatrecht.
Criteria voor onderscheid
1) geweldmonopolie kan al dan niet ingezet worden: indien ja: publiekrecht/indien neen:
privaatrecht
Met wettige beslissingen van een overheidsgezag moet door iedereen rekening gehouden worden=
overheidsprivilege. Als iets wettelijk geregeld is en de overheid kan via het geweld- en
machtsmonopolie bij iedereen recht afdwingen, dan is het publiekrecht vb. belastingen,
verkeersboetes voor te snel rijden, onteigeningsregeling bij verkeerswerken van openbaar nut.
2) Nutcriterium: het is van algemeen belang of strekt tot nu van het algemeen: indien ja:
publiekrecht/indien neen: privaatrecht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inslouche. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.