Inhoudswoorden of lexicale woorden: hebben zelfstandige betekenis ongeacht de
situatie waarin ze gebruikt worden (huis, deur, lopen, mooi…).
Functiewoorden: hebben alleen een betekenis in de woordgroep waarin ze
gebruikt worden (de, een, maar, of…) => lidwoord, voorzetsel, voedwoorden.
Deiktische woorden: door context betekenis. Talige elementen die allen te begrijpen zijn in
termen van de bedoeling van de spreker. (deiktisch = aanduiding).
3 soorten deixis:
1. Persoonlijke deixis: hem, hun, jij (ze miste haar trein)
2. Tijdsdeixis: morgen, nu, toen, op dat moment (daar wil ik nooit meer overnachten)
3. Plaatsdeixis: hier, ginder, daar (gisteren begonnen de koopjes)
krijgenpas via de taalkundige context hun betekenis.
verwijzen meestal naar een gegeven dat in de tekst voorafgaat, maar kunnen ook verwijzen
naar een gegeven dat in de tekst volgt (Hij wist niet dat Nederland verloren had. Dat was zeer
uitzonderlijk voor hem. Willy Mots was namelijk een fervente voetbalfan).
2 TAALGEBRUIK EN
CONTEXT
Om taalgebruik correct te
kunnen interpreteren, zijn er
twee soorten context
relevant:
de linguïstische context (de
tekst voor en soms ook na
een bepaalde tekstpassage)
en
, de situationele context (wie,
waar, wanneer…)
2 TAALGEBRUIK EN CONTEXT
Om taalgebruik correct te kunnen interpreteren => twee soorten context relevant:
linguïstische context (de tekst voor en soms ook na een bepaalde tekstpassage)
situationele context (wie, waar, wanneer…)
intertekstualiteit: de manier waarop met name literaire teksten naar andere literaire teksten
verwijzen en deze beïnvloeden. De auteur kan dit bewust of onbewust doen. De grens met
plagiaat is niet altijd even duidelijk. Dezelfde info die in meerdere teksten voorkomt.
Intratekstualiteit: ook herhaling, maar binnen eenzelf de tekst, binnen 1 vo rm van
communicatie.
3 PRESUPPOSITIES
Wanneer je met iemand
communiceert, neem je
vooral heel wat zaken
aan. Je maakt
vooronderstellingen of
presupposities.
Met de uitspraak ‘Je
hebt nog tijd tot 10
mei om een
voordeelabbonemment
op
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosobbe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.