Specialistische kennis van
actuele
1.1. de kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van een arbeidsmarktontwikkelingen -
regionaal en landelijk – in
ruime of krappe arbeidsmarkt. relatie tot werving en selectie.
Ruime arbeidsmarkt
• Veel werkloosheid
• Weinig vacatures
• Mensen hebben moeite met het vinden van een baan en werkgevers hebben een ruime
keuze.
Krappe arbeidsmarkt
• Weinig werkloosheid
• Veel vacatures
• Werkgevers hebben moeite aan (goed opgeleid) personeel te komen.
• Relatief hoge loonstijgingen
1.2. de kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van hoogconjunctuur of
laagconjunctuur.
Conjunctuur is een ander woord voor economische groei.
Hoogconjunctuur =het gaat goed met de economie- economische groei.
1. Werkgelegenheid neemt toe.
2. Consument heeft meer geld te besteden voor bepaalde producten of diensten.
3. Positief voor de afzet van de bedrijven.
4. Tekorten voorraad bedrijven.
5. Meer productie.
6. Meer mensen nodig.
7. Minder werklozen (uitkeringsgerechtigden).
8. Opwaartse spiraal.
9. Rente stijgt.
Arbeidsmarkt, re-integratie en scholing: examenmatrijs HRM
1
, Laagconjunctuur =het gaat minder goed met de economie – geen economische groei.
1. Werkloosheid neemt toe.
2. Consument heeft minder geld te besteden voor bepaalde producten of diensten.
3. Negatief voor de afzet van de bedrijven.
4. Over bevoorrading bedrijven.
5. Minder productie.
6. Minder mensen nodig.
7. Vallen ontslagen.
8. Meer werklozen (uitkeringsgerechtigden).
9. Neerwaartse spiraal.
10. Rente daalt.
1.3. de kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van kwantitatieve of kwalitatieve
discrepantie op de arbeidsmarkt.
Kwantitatieve (getalsmatige) discrepantie
• Vraag en aanbod sluiten niet op elkaar aan.
• Te weinig beschikbare werknemers voor de openstaande vacatures (overspannen
arbeidsmarkt).
Kwalitatieve (scholing) discrepantie
• Vraag en aanbod sluiten niet op elkaar aan.
• Te weinig juist geschoolde werknemers voor de openstaande vacatures.
• Veranderende aard van het werk.
1.4. de kandidaat onderbouwt op basis van een eenvoudige situatie van welk soort werkloosheid er
sprake is (frictie-, seizoens-, kwalitatieve structuur-, kwantitatieve structuur-,
conjunctuurwerkloosheid).
Frictiewerkloosheid
• Werkloosheid die ontstaat door de tijd die mensen nodig hebben om na hun ontslag een
andere functie/baan te zoeken.
• Duur is kort (gem. max 9 mnd).
Seizoenswerkloosheid
• Vorm van werkloosheid die ontstaat als mensen seizoenswerk verrichten (ijsverkoper,
terraskelner, badmeester, aspergesteker enz.).
Structuurwerkloosheid
• Beroepen verdwijnen blijvend/definitief (kwantitatief).
• Er worden andere eisen gesteld aan de kwaliteit van het werk en de arbeidsomstandigheden
of producten bestaan niet meer.
• Verplaatsing van arbeid naar het buitenland.
• Nieuwe groepen
o herintredende vrouwen
o arbeidsgehandicapten die arbeidsgeschikt worden verklaard.
Conjunctuurwerkloosheid
• Werkloosheid die ontstaat doordat het slechter gaat met de economie
• Zie punt 1.2.
Arbeidsmarkt, re-integratie en scholing: examenmatrijs HRM
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maureencaris2110. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.