Samevatting Geestelijke stroming. Gemaakt aan de hand van de vijf toetsdoelen. De theorie komt uit de colleges van Jan Biersteker en uit de Reader Geestelijke Stromingen. Deze lange reader heb ik kort en krachtig samengevat in vijf pagina's. Bespaar je alle moeite en leer deze samenvatting.
Theorie
Fenomelogie= uitgaan van de directe ervaring, dus kijken en niet denken.
Etic viewpoint= kijken en beschrijven, dus eerlijke observatie
Emic viewpoint= met iemand in gesprek gaan (interpretatie) de innerlijke motivatie van de ander.
Etic is altijd een voorwaarde voor Emic
Oecumenische gedacht= kijken naar de gemeenschappelijke elementen in verschillende
godsdiensten. Aanhangers begrijpen elkaar dan beter en komen tot samenwerking.
Methodisch agnosticisme= Er van uit gaan dat je niet weet wat de waarheid is. (Let op: je komt nooit
tot de juiste waarheid)
Pluralistisch= als er verschillende culturen en groepen naast elkaar leven
Relativisme= nadenken over de vragen: welke waarheid? Wat is de waarheid? Persoonlijk of
objectief
Pluralisme= er bestaat niet één ware godsdienst. Religieuze pluriformiteit
Volksreligiositeit= (voornamelijk) katholieke en orthodoxe gebruiken naast de vaste sacramenten. Dit
ontstaat bijvoorbeeld door gebruiken in de cultuur die in het geloof worden meegenomen.
Voorbeelden zijn bouwen van kapelletjes en wegkruizen, rozenkrans, dragen van medailles.
De vijf kenmerken van een geestelijke stroming zijn:
1. De grote vraag van het menselijk bestaan
2. De antwoorden hierop zijn ondergebracht is een systeem (=dogmatiek)
3. Systeem geeft een visie op mens en wereld. Samenleving en bovennatuurlijk
4. Doorgaans miljoenen aanhangers (uitgezonderd jodendom, maar is een startpunt)
5. Oefent constant invloed uit op cultuur
Een sekte is een groep die één ding heel sterk gelooft Als je dat niet gelooft dan kom je er niet. Vijf
kenmerken van sekten zijn:
1. Perfectionisme
2. Isolatie
3. Anticipatie (vooruitlopen) op de toekomst
4. Verabsolutering van een deelwaarheid
5. Ressentiment (gevoel van haat en wrok op omgeving)
New Age zijn oude godsdiensten die terugkomen in een ‘nieuw jasje’
Sinds 1985 is geestelijke stromingen een verplicht vak. 69% verwerven het in andere vakken. 5% als
een apart vak. De rest (26%) behandelt het alleen als het uitkomt.
Je selecteert bij het vak GS kritisch wat je wel en niet vertelt aan de hand van de invloed van de
stroming, de moeilijkheidsgraad, omvang, wonen er mensen in de omgeving en actualiteit.
Benaderingswijzen van het vak:
1. Moet dit onderwijs objectief gegeven worden?
2. Hoe is de verhouding met de identiteit van de school
3. Hoe gaan we om met visies van ouders
, 4. Hoe gaan we om met punten als respect voor de gedachte van anderen zonder eigen
uitgangspunt te relativeren (=afzwakken)
Er zijn drie mogelijke benaderingen:
1. Afschermende benadering (overdrachtsmodel)
Kinderen inleiden aan de hand van eigen godsdienst. Doel: overbrengen van kennis.
= monoreligieus
2. Dialogische benadering (verhelderingsmodel)
Scholen waar ruimte wordt gemaakt voor ontmoeting met andere culturen. Gevaar is eigen
geloof gaan relativeren. Doel: begrip vorming, dus niet alleen kennis ook begrip.
= multireligieus
3. Open benadering (communicatiemodel)
Bewust laten beïnvloeden door verschillende stromingen.
= interreligieus
Geestelijke stromingen zijn in te verdelen is drie groepen:
1. Wereldgodsdiensten
2. Levensbeschouwelijke stromingen
3. Sekten
Jodendom
Jodendom is de oudste godsdienst. Ongeveer 3000 jaar geleden ontstaan. Er is geen directe stichter.
Wel aartsvaders: Abraham, Mozes en de profeten. En is één God: JHWH.
Het heilige schrift van de joden is de Thora. De Tenach is het oude testament (de leer) en in de
Talmoed staan latere commentaren. Joodse maanjaar telt 354 dagen. Thora is dus in 354 delen
gedeeld. Deze wordt elk jaar doorgenomen. (Heet Simchat Thora)
De leer van de Joden is dat er één Schepper van hemel en aarde is en dat je op je daden wordt
aangesproken. Dit noemen we ook wel orthopraxie. De tegenhanger hiervan is orthodoxie. Dit gaat
vooral om de leer en niet op de wet. Dit is grote verschil tussen Joden en Christenen.
Leefregels zijn de 10 geboden. Algemeen: heb je naaste lief.
Er zijn veel verschillende richtingen in het Jodendom. Je hebt de orthodoxe (= streng conservatief) en
de liberale (= vrijzinnig) Gevolg van liberalen is: assimilatie. Je hebt ook nog conservatieve Joden. Wel
behoudend, maar met eigentijdse motivatie.
Er zijn ongeveer 15 miljoen Joden. Ze leven in Israël, Duitsland en Oost Europa (door Holocaust) en
de meeste invloedrijke leven in Amerika.
De synagoge is de plek waar joden samenkomen. Mannen en vrouwen zitten hier gescheiden.
Als een Joodse jongen 13 wordt, wordt hij barmistwa= zoon van het gebod.
Joodse feestdagen
Sjabbat: vrijdagavond tot zaterdagavond.
Pesach (ons Pasen): herdenking uittocht uit Egypte. Duurt een week. Ze houden een sedermaaltijd.
Ze mogen geen gerezen brood eten. Drinken 4 bekers wijn, 1 apart voor Elia.
Wekenfeest: Ook wel Sjawoe’ot is zeven weken na Pesach. Met dit feest wordt gevierd dat god de
Tora aan Mozes heeft geopenbaard. Omdat god de berg Sinaï had versierd met bloemen toen hij de
Tora aan het joodse volk gaf, worden de synagogen op deze dag ook van top tot teen versierd met
bloemen.
Rosj Hasjana: Herdenking schepping van de wereld. Na het nieuwjaar begint een periode van tien
dagen tot de volgende feestdag: Jom Kippoer.
Jom Kippoer: Dit is een dag waar op wordt gevast. Dag om over je zonden na te denken. Extra lange
dienst in de synagoge.
Loofhuttenfeest: Ook wel Soekkot. Betekenis zijn verschillende meningen over. Woestijnreis of
intocht Kanaän. Duurt zeven dagen, mensen in loofhutten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lummetje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.