Dit is een samenvatting van alle doorlopen colleges over cardiologie van het vak Ziekteleer binnen de master Medische psychologie. Dit vak behandeld de belangrijkste basis van de master, dus is essentieel voor de vakken die ernaar volgen. Alle colleges worden in detail besproken en in sommige ge...
Samenvatting Ziekteleer Cardiologie
1. Cardiologie
Waar klagen patiënten over?
o Angina pectoris (pijn op de borst). Dit is de meest voorkomende klacht en zorgt vaak voor
een differentiële diagnose. Dit is een lijst van aandoeningen die allemaal de klacht kunnen
verklaren. Er zijn dus meerdere oorzaken voor. Afhankelijk van de anamnese en
demografische kenmerken van de patiënt wordt een diagnose gesteld. Niet alleen het hart
hoeft de oorzaak te zijn (denk aan psychische klachten, zoals stress).
o Kortademigheid is een belangrijke klacht. Longen kunnen bijvoorbeeld genoeg zuurstof
aanbieden, maar als het hart slecht functioneert, wordt de zuurstof niet goed verspreid.
o Hartkloppingen komt ook bij jongere patiënten voor en heeft dan vaak te maken met
erfelijkheid. Er is dan vaak sprake van een ritmestoornis. Hier bestaan goedaardige en
kwaadaardige van, maar 90% is goedaardig. Sommige vrouwen hebben standaard een
hogere hartslag wat geen kwaad kan.
o Onwelwording/collaps heeft vaak te maken met een te lage hartslag en kan veroorzaakt
worden door een lage sinusknoop of als gevolg van een cardiologische medicatie, zoals
bètablokkers.
o Oedemen: hartpatiënten kunnen vaak heel veel vocht vasthouden in hun benen, buik en
lever.
o Angst: mensen kunnen klachten hebben die aansluiten bij hartfalen, maar soms is het een
gevolg van angst. Combinatie van beide kan natuurlijk ook.
Hoe zien de patiënten eruit?
Welke aandoeningen hebben ze?
o Kransslagaderlijden veroorzaakt door plaques.
o Kleplijden (bv. Aortastenose = zwakke hartklep)
o Hartfalen (geen goede pompfunctie van het hart)
o Ritmestoornis (snel, langzaam of onregelmatig)
o Ontsteking
o Genetisch
o Risicofactoren!! (goed kennen)
Wat kunnen we daaraan doen?
o Dotteren (PCI – percutane coronaire interventie): is een behandeling die in het verlengde ligt
van een hartkatheterisatie. Katheteriseren is namelijk niet alleen geschikt om de
kransslagaderen te onderzoeken op vernauwingen door slagaderziekte, maar ook om die
vernauwingen effectief te behandelen.
Een dun slangetje (katheter) met op de punt een leeg ballonnetje wordt via de slagaders naar
de plaats van de vernauwing gebracht. Op die plaats aangekomen, wordt het ballonnetje
opgepompt, wat goed zichtbaar is op een monitor met een röntgenfilmpje. De elastische
, slagaderwanden worden uit elkaar gedrukt, waarna het ballonnetje
leegloopt. Op het röntgenfilmpje is direct te zien of de vernauwing
minder is geworden. Zo nodig wordt het oppompen van het ballonnetje
een paar keer herhaald.
Om de slagaderwanden vervolgens in hun nieuwe positie vast te zetten
wordt de vaatwand vaak versterkt met een minuscuul buisje, een stent.
Een stent is een soort steunkous voor de binnenwand van de slagader.
o Bypass (omleiding maken).
o Medicatie: bloedverdunners, cholesterolverlagers, bloeddruk vermindering
en vaatverwijders.
o Pacemakers: helpt het controleren van abnormale hartritmes door het hart
elektrische impulsen te geven. Hij wordt onder het sleutelbeen geplaatst en
met draden via de aders aan het hart gekoppeld. Hij neemt als het ware de
hartslag over.
o Defibrillatie: dit is een hulpmiddel voor bij boezemfibrillatie. Hierbij wordt de patiënt in slaap
gebracht en krijgt een shock = elektrische cardioversie (waarbij een te snel hartritme wordt
omgezet in een normaal hartritme. Dit kan ook inwendig geregeld worden met een ICD
(implanteerbare cardioverter defibrillator): geeft alleen een stroomstoot aan het hart
wanneer er een hartstilstand is of een levensbedreigende ritmestoornis optreedt.
, 2. Anatomie, fysiologie en pathologie van het hart + algemene principes
Algemene principes
De capillairen zijn de haarvaten die als functie hebben om zuurstof uit te wisselen. De arteriën zijn de
coronaire vaten. Venulen zijn kleine bloedvaten in de microcirculatie die ervoor zorgen dat
zuurstofarm bloed van de haarvaten zich kan verzamelen richting de aderen.
Grote en kleine circulatie
De grote circulatie omvat de aorta, arteriën, de arteriolen, capillairen en
venulen van de organen en het weefsel, de venen en de vena cava inferieur
en superieur (bovenste en onderste holle ader).
De kleine circulatie bestaat uit de truncus/valva pulmonalis, arteriae
pulmonales (longslagader: vervoert zuurstofarm bloed vanuit het rechterhart
naar de longen) (arteriolen, capillairen en venulen) en de venae pulmonales
(longader: brengt zuurstofrijk bloed naar het linkeratrium).
De grote circulatie zorgt voor de handhaving van de bloeddruk wat invloed
heeft op de lokale perfusie van de organen, voldoende zuurstof voor de
organen en voldoende voedingsstoffen voor de organen. De longcirculatie (ofwel kleine
bloedsomloop) is het lagedruksysteem en zorgt voor de oxygenatie van het bloed en voor de
verwijdering van koolstofdioxe.
Via de grote en kleine circulatie (bloedsomloop) wordt bloed door het lichaam vervoert. De kleine
circulatie zorgt voor de toevoeging van zuurstof aan je bloed en de grote circulatie verspreidt het
zuurstofrijke bloed naar de andere delen van je lichaam.
In de kleine circulatie stroomt eerst het zuurstofarme bloed naar het hart waar het via de
rechterhartkamer en de longslagader naar je longen stroomt. Daar geeft het bloed koolstofdioxe af
en neemt het zuurstof op. Via de longader stroomt het zuurstofrijke bloed naar de linkerboezem.
De grote circulatie pompt vanuit de linkerhartkamer het bloed in de aorta (grote lichaamsslagader).
Vanuit de vertakkingen van de aorta kan het bloed overal in het lichaam terecht komen. Het
zuurstofarme bloed stroomt via de aderen terug naar het hart naar de rechterboezem en het proces
begint opnieuw.
Diastole en systole bloeddruk
Systole bloeddruk is de druk die het bloed vanuit de ventrikel
de aorta inperst.
Diastole bloeddruk: valva mitralis staat open en bloed gaat
van de atrium naar de ventrikel tot de druk in de ventrikel
hoog genoeg is om over te gaan naar systole.
De systolische bloeddruk is de maximale waarde die de
bloeddruk kan hebben en wordt bepaald door de werking van
het hart. Normale waarde is +- 120 mmHg. De diastolische bloeddruk is de minimale waarde die de
bloeddruk kan hebben en wordt bepaald door de perifere weerstand. Normale waarde is +- 80
mmHg.
, Kransslagaders
Vanuit de aorta komen de kransslagaders die de hartspier
penetreren en monden uit in kleine vaten. In de kransslagaders zit
de meeste cardiologische ellende en wanneer deze ellende in de
kleinere vaten zit, kan het vaak niet behandeld worden.
Met een angiogram kunnen de coronaire aders in beeld gebracht worden.
o Coronaria sinistra = de linker coronaire arterie.
o LAD/left ascending artery/Ramus interventricularis anterior = afdalende tak van de
linker kransslagader vanuit de aorta.
o LCX/Ramus circumflexa = een vertakking van de linker
kransslagader.
o Coronaria dextra (RCA) = rechter coronaire arterie.
o PDA/Ramus interventricularis posterior = rechter vertakking
van de rechter kransslagader.
Het hart = ‘cor’
Ligging
Het hart ligt net boven het middenrif, waardoor patiënten hun klachten vaak in de
bovenbuik ervaren. In principe ligt het hart in het midden, maar doordat de
linkerkamer met een punt naar links wijst, ligt het hart dus ook deels naar links.
In medische termen wordt de ligging van het hart als volgt omschreven: het hart ligt
in het mediastinum (holte tussen de longen), boven het diafragma (middenrif), achter
het sternum (borstbeen) en voor de trachea (luchtpijp) en de oesophagus (slokdarm).
Hartwand
Het hart kent 4 lagen. De binnenste laag heet endocard. Dit is een
speciale laag cellen met een speciale functie. Een ontsteking hiervan heet
een endocarditus (alles met ‘itus’ is een ontsteking). Het myocard is de
hartspier/ dikke spierlaag en verzorgt de pompfunctie van het hart. Hij
wordt voorzien van bloed via de uiteenlopende aderen uit de
kransslagader. Het epicard is de buitenste cellaag en het pericard is het
hartzakje. Het hartzakje heeft een bufferfunctie tegen shocks. Bij een operatie moet soms het
hartzakje worden geopend, waardoor patiënten na de operatie even die buffer kwijt zijn en hun hart
kunnen horen of voelen.
Het hartzakje bestaat zelf ook weer uit drie afzonderlijke delen. Als
eerste het viscerale pericard – de binnenste, dunne laag van het
dubbelvlies, dat direct om het hart zit en ermee vergroeid is.
Vervolgens de pericardiale ruimte – de ruimte tussen de twee lagen van
het dubbelvlies, die met vloeistof gevuld is. Tot slot het pariëtale
pericard – de buitenste laag van het dubbelvlies, die ondoordringbaar
en zeer stevig is.
Hartkleppen
Het hart kent 4 kleppen die logische verdeeld en vernoemd zijn. In eerste instantie kunnen ze in 2
categorieën verdeeld worden: atrioventriculaire kleppen (kleppen die tussen de boezem en kamer
zitten) en semi lunaire klappen (de halve maan kleppen van de kamers naar de slagaders). De functie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lobkevanrooijen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.63. You're not tied to anything after your purchase.