H7.1 samenvatting: koningen, heren en denkers: Absolutisme
Franse koningen streefde naar uitbreiding macht (minder overleggen) & versterking centraal gezag.
Absolutisme = Lodewijk XIV (FR) kreeg in 1661 touwtjes zelf in handen & legde parlement steeds
vaker zijn wil op.
Absolutisme invloed op 4 gebieden (FR):
Politiek:
Koning zelf beslissingen nemen & accepteerde geen tegenspraak.
Bestuurlijk: Hij stelde ambtenaren aan die rechtstreeks aan hem rapporteerden, kondigde nieuwe
wetten af en voerde censuur in. openlijke kritiek moeilijker
Militair:
Professionalisering leger bestond uit goede training, uitrusting & salaris. Lodewijk maakte een
einde aan de gewoonte om rangen in het leger te verkopen aan de adel. Die rangen werden voortaan
op basis van geschiktheid verleend dubbel voordeel:
Goed betaald en uitgerust leger vormde een betrouwbaar instrument in handen van een
koning, die daarmee bovendien de macht van de adel inperkte.
Economisch:
Mercantilisme zorgde voor voldoende reserves ter bekostiging van Lodewijks buitenlandse
avonturen, van het leger en van alle pracht en praal waarmee Lodewijk zich omringde.
Aanhangers van mercantilisme gingen ervan uit dat de rijkdom van een land altijd ten koste gaat van
een ander land belangrijk een grote goud- en zilvervoorraad te hebben, de export te bevorderen
(waardoor geld binnenkwam) en de import te beperken.
Religieus:
Lodewijk streefde naar inwoning. Katholiek (Lode) beleid ondersteund door katholieke kardinalen &
bisschoppen.
Ook grote protestantse gemeenschappen in Frankrijk Eind 16e eeuw volgens het Edict van Nantes
zekere mate van geloofsvrijheid gekregen.
In 1685 verklaarde Lodewijk dit ongeldig vervolging.
De protestanten (hugenoten) vluchten naar protestantse gebieden in Europa, (NL Republiek).
Lodewijk rechtvaardigde zijn almacht volgens de leer van droit divin (‘goddelijk recht’) koning
plaatsvervanger van God op aarde Om die reden was de vorst aan niemand anders
verantwoording schuldig dan aan God. Hij stond boven de wet zijn macht is absoluut.
Machtsverdeling in andere Europese staten:
Rusland: absolute monarchie (17e eeuw). Van 1613 tot 1917 macht in handen van familie
(Romanovs) (stuwende kracht verandering: tsaar Peter de Grote)
De tsaren beperkte zeggenschap van adel & geestelijke & schafte vormen zelfbestuur af.
Trokken militaire & administratieve taken naar zich toe.
Russische orthodoxe kerk werd instrument in handen van staat.
Leger modern georganiseerd.
, Pruisen (staat in DU):
Vanaf 30jarige oorlog ontwikkeld tot grootmacht (basis macht door keurvorst Fredrik
Willem=soldatenkoning) ook vernieuwde hij belastingstelsel kon leger en ambtenarij
betalen.
Leger gemoderniseerd tot geheel & ook met ambtenaren steun voor Pruisische vorsten.
Zekere maten geloofsvrijheid doordat vervolgde mensen met ander geloof hierheen mochten
komen (economisch voordeel)
Republiek der Nederlanden:
Hadden geen vorst aan het hoofd. De 7 verenigde provinciën wilde geen centralisatie van
belasting en bestuur & opleggen 1 geloof dus verzetten ze zich tegen Spaanse koning &
hadden zich vrijgevochten.
De stadhouders probeerde macht uit te breiden lukte aardig: in perioden dat de Oranjes
het stadhouderschap vervulden, hadden e veel invloed. (Willem III)
Toch slaagde de Oranje er niet in om koning te worden en hun gezag over steden & gewesten
te vestigen.
ENG, IER, SCHOTLAND:
Britste eilanden mislukte vestiging absoluut koningschap ook.
Engelse parlement wist juist macht uit te breiden meeste invloed hadden hier leden uit
burgerij en lage adel.
Hoge adel steunde koning (want voelde zich bedreigd) maar werd verslagen.
Even later liepen conflicten weer op tussen parlement en koning.
Koning Jacobus II probeerde van ENG, IER & SCH een centra geleide katholieke staat te
maken.
NL stadhouder Willem III (protestants) hielp parlement en verjoeg de koning met leger
werd daarna zelf koning van deze 3 landen. (had wel rechten parlement erkend)
= Glorious Revolution (1688) Engelse parlement en protestanten hadden strijd met vorst
gewonnen.
Protestantste koning-stadhouder Willem III tegenspeler van katholieke, absolutistische vorst
Lodewijk XIV.
Nieuwe ideeën over de macht in de staat:
Strijd van Britse eilanden leverde 2 politiek-filosofische werken op.
Tomas Hobbas schreef Leviathan. Hij stelt dat mensen van nature recht hebben op
zelfverdediging (maar is pessimistisch over het vermogen van de mens om situaties op
waarde te schatten)
Leven mensen in natuurstaat (zonder bescherming staat) niemand vertrouwd elkaar.
De mens is voor de medemens een wolf zijn oplossing is dat de mens zijn natuurrecht om
te oordelen over zijn eigen veiligheid moet overdragen contract sluiten met een almachtige
soeverein (beslist wat goed is en niet) garandeert veiligheid en vertegenwoordigd allen.
John Locke two treasties of government komt hij tot conclusie dat een regering geen
absolute soeverein is, mar reageer op basis van vertrouwen van volk. (misdraagt regering
zich… dan kan volk vertrouwen opzeggen en een andere regering kiezen)
H7.2 burgerlijke cultuur en hofcultuur
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BenteVWO. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.49. You're not tied to anything after your purchase.