Uitgebreide samenvatting van de hoofdstukken 3, 4, 7, 8, 14 en 15 uit het boek Understanding Cross-Cultural Management van Marie-Joëlle Browaeys & Roger Price, Fourth Edition. Met onderwerpen als leiderschap, onderhandelingen, facetten, modellen, onderhandelingsstijlen, paradigma, fases van bedrij...
Cross Cultural Management Summary (IB RUG)
All for this textbook (1)
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Food & Business
Internationaliseren
All documents for this subject (8)
Seller
Follow
jadegoossens
Reviews received
Content preview
Chapter 3 : Zakelijke culturen in de Westerse wereld (Business cultures in the
Western world).
BRIC-landen: Economisch begrip dat verwijst naar de landen Brazilië, Rusland, India en
China: landen die zich in een vergelijkbaar stadium van economische ontwikkeling bevinden
(snel ontwikkelend/ opkomend).
Multiculturisme ook wel ‘Ethnic Diversity’ : standpunt die het bestaan en de volledige
deelname bevordert van een aantal verschillende etnische, raciale, godsdienstige of sociale
groepen binnen de grotere gemeenschap.
Door politieke en economische redenen vindt er veel immigratie plaats tussen landen,
hiermee immigreert de cultuur ook mee. Het integratieproces in een land is de kern van
multiculturisme. Wanneer een immigrant verhuist naar een dominante cultuur, zoals de
Amerikaanse, geven ze vaak hun eigen cultuur op voor de nieuwe cultuur.
Multiculturisme kan op 2 manieren worden opgepakt die tegenover elkaar staan:
- met een monoculturele visie
- met een multiculturele visie
Monoculturele visie Multiculturele visie
Essentialist: groepen en hun identiteit zijn Constructivist: identiteiten worden gevormd
zoals ze zijn, worden geaccepteerd en door historische ontwikkelingen, door
zullen niet snel veranderen interactie met andere groepen in de huidige
samenleving (=dynamisch proces)
Universalist: waarden, moreel, keuzes en Relativist: als er sociale groepen en
gedrag staan vast en gelden voor de hele minderheden interactie hebben in dezelfde
samenleving leefomgeving, moet diversiteit
gerespecteerd worden.
Voorstanders van gelijkheid, vooral in Voorstanders van verschillen, vinden dat
rechten en legale administratie (liberaal) gelijkheid niet reëel is en culturele
verschillen daarmee ontkent
Objectief: aanhangers benadrukken Subjectief: benadrukken het belang van
competitie en uitmuntendheid. Ze eisen erkennen en helpen van minderheden om
objectieve kwaliteitsnormen die integratie ze zelfvertrouwen te geven. Ze eisen
kunnen uitsluiten na evaluatie passende criteria om prestaties te
evalueren.
Monoculturisme wordt ook wel de ‘smelkroes (melting pot) genoemd ( Komt uit Amerika)
Een melting pot ontstaat in een multiculturele samenleving. De culturen
van etnische minderheid vermengden zich met de hoofdcultuur in het land. Hierdoor zal het
land één cultuur gaan kennen die grotendeels gevormd is uit deze cultuur.
Multiculturisme wordt ook wel “the salad bowl’ genoemd waarbij in een multiculturele
samenleving meerdere culturen naast elkaar leven en samen leven en daarbij ieder hun
eigen identiteit houden.
3.1 Europese culturen:
Europa is een van de 7 continenten volgens Jean-Baptiste Duroselle (2004) gevormd door
zijn geschiedenis en niet door rassen of talen. De meest recente ontwikkeling binnen Europa
is de vorming van de EU. De wortels van de EU liggen in de 2e wereldoorlog, net als een
ander instituut (parallel aan de EU):de Raad van Europa. Raad van Europa is opgericht door
6 West-Europese landen in 1949 (DE, FR, IT,BE,LUX,NL). Ze tekenen een overeenkomst
om gezamenlijk kolen en staal-industrie te runnen, later gevolgd door andere economische
,sectoren en hierbij ontstaat de EEC (European Economic Community). Uit de EEC ontstaat
in 1993 de EU. In de EU worden gezamenlijke afspraken gemaakt over buitenlandse zaken,
veiligheid, aanpak criminaliteit, justitiële samenwerking en de Euro-munt. Nu bestaat de EU
uit 27 deelnemende landen waarvan 18 de Euro als munt hebben. De raad van Europa (nu
dus bestaande uit 27 deelnemers), zorgt voor een economische, sociale en legale
“lat”(niveau), waaraan eventuele nieuwe deelnemers moeten voldoen om bij EU te mogen.
Door bepalen van dit niveau creëert Europa een identiteit gebaseerd op waarden en
praktijken.
(Schengen akkoord (1985): personen mogen zich binnen het grootste deel van de EU vrij
bewegen (geen grenscontrole).
Ondanks de EU zijn er wel degelijk culturele verschillen binnen Europa. Verschillen in cultuur
worden doorgegeven van generatie tot generatie en door veel immigranten vanuit Afrika en
Azië. Ook door toename van de deelnemende landen (met andere culturen) in de EU, wordt
de EU steeds meer heterogeen ( = van verschillende afkomst). Sommige historici vinden dat
Europa in de Middelweeuwen met het feodale systeem nog de meeste samenhorigheid had.
De regionale verschillen binnen Europa zijn tot stand gekomen door gebeurtenissen uit het
verleden:
1. De Romeinen uit het zuiden met hun hiërarchie en systeem van eigen wetten.
2. De latere invasie van de Vikingen uit het noorden met hun grote onafhankelijke
gemeenschappen en ook eigen hiërarchie en wetten.
Deze 2 zorgen voor meerdere ‘clusters’ binnen Europa, die overeenkomen met de
terminologie(vaktaal/ jargon/ vaktermen) van GLOBE. Maar om de verschillen tussen
zakelijke culturen in Oost- en West-Europa duidelijk te maken zijn de originele GLOBE
‘clusters’ inmiddels aangepast.
Griekenland:
Griekse cultuur vanuit de Romeinse tijd heeft veel invloed gehad op Europa. Griekenland is
sinds 1981 lid van de EU (10e lid) en onlangs in opspraak gekomen door een crisis in de
bank sector. Griekenland zou failliet zijn gegaan zonder steun vanuit de EU en de IMF
(International Monetary Fund). Hoe Griekenland in deze extreme situatie is gekomen
kunnen we bekijken via analyses gemaakt door GLOBE, vooral in het “hoe het is” (as is) en
“hoe het zou moeten zijn”(should be). Er is een duidelijk verschil tussen scores voor
organisatie praktijken zoals managers het zien en de scores voor de persoonlijke voorkeuren
van de organisatie. Hier zit een groot gat tussen as is en should be, en dit terwijl beide
scores ook nog erg laag zijn ten opzichte van andere culturen. Griekenland lijkt zich niet op
lange termijn te richten en de toekomst. Echter door bij de EU te gaan, wordt dit wel van ze
verwacht.
Latijns Europese landen (Zuid-Europa zoals Frankrijk/Spanje/Portugal/Italie):
Waar de Romeinen vroeger veel invloed hebben zien we dit nog steeds terug (vooral in
landen ten zuiden van de Rijn). In Latijns Europa wordt een organisatie vaak persoonlijker
gerund. Er is dan wel veel bureaucratie, maar vaak is het er makkelijker om buiten de regels
om te gaan, dit gaat sneller dan via formele regels (bend the rules). Hiervoor zijn
familiebanden, vriendschappen en connecties erg belangrijk. Maar de baas is de baas en dit
zorgt vaak voor een tweestrijd tussen alles doen via autoriteit of door de regels te omzeilen.
Een groot probleem in Latijnse landen is het gebrek van legitimiteit (overheersen) van
managers, omdat de economische dimensie wordt gezien als iets meer dan een uiting van
de politieke cultuur. In Italie bv. (volgens Vidal) kent een bedrijf 2 leiders, die elkaar
,aanvullen en complimenteren. De een is de leider en focust op externe contacten en de
ander neemt de rol van de manager en focust op wat er binnen het bedrijf gebeurt. Beide
houden wel een oogje op de andere kant (intern en extern). In Frankrijk echter is de
manager alleen aan de top, hiervoor moet hij wel respect krijgen en daardoor status.
Wanneer ze een manager geen brede visie heeft of gemeen wordt gevonden, valt hij al snel
in de categorie ”littlle bosses”, en zal hij status verliezen. Fransen gebruiken soms de Anglo-
Saxon management tools (vanuit Amerikaanse adviseurs) zoals delegatie en team-work,
maar de duidelijke hierachie blijft dominant aanwezig in de Franse management cultuur.
Frankrijk:
Anders dan de andere Latijnse landen is Frankrijk ontstaan uit mensen van verschillende
afkomst (Kelten, Romeinen, Germanen). Frankrijk kwam model te staan voor de Europese
cultuur door de verspreiding van universele waarden (vrijheid, gelijkheid, broederschap) en
door de taal. Misschien is het door zijn historische rol dat Frankrijk terughoudend is om de
veelzijdigheid van culturen te overwegen. De Franse ideeën over universele cultuur binnen
Frankrijk wijken af van andere Europese landen, die dit baseren op compromissen. Een
ander onderscheidend kenmerk ten opzichte van andere landen, vinden we in zijn historie
als oud immigratieland. Frankrijk heeft meer immigranten opgenomen dan dat er Fransen
zelf naar het buitenland zijn geïmmigreerd. Een kwart van de huidige bevolking heeft een
grootouder geboren in het buitenland. Daarom is het lastig om te spreken van Franse
identiteit/cultuur zonder te verwijzen naar de diversiteit van cultuur door immigratie.
Het aantal staatsbedrijven en mensen die werken voor de overheid, nemen de laatste jaren
af, dit komt vooral door de verkoop van aandelen in staatsbedrijven.
Kijkend naar de culturele dimensies, scoren Latijns Europese landen laag op menselijke
oriëntatie (omvat de mate van bezorgdheid, tolerantie en steun aan anderen). Zelfinteresse
is dus wel hoog en er is een gebrek aan medeleven voor anderen. Echter wat familie betreft
zijn ze juist hecht en tonen ze meer loyaliteit en samenhorigheid.
Noord-Europa (Noorw/Finland/Zweden/Denemarken/Ijsland):
De aanwezigheid van de Vikingen die vanuit Scandinavië in Noord-Europa kwamen is nog
steeds merkbaar. Ze versterkte het contrast tussen de culturen van Noord-Europa en die van
de ook aanwezige Romeinen. Ze hadden geen hiërarchie boven zich en behielden hun
onafhankelijke gemeenschappen met hun eigen wetten. Noord Europa heeft de
eigenschappen van de Vikingen geërfd: zelfvoorzienend, eerlijkheid, gelijkheid en
democratie. Inde meeste bedrijven wordt de baas gezien als een teamlid, waardoor
werknemers aangemoedigd worden om hun ideeën/ meningen te delen. Ook wordt met
iedereens mening rekening gehouden bij het maken van een beslissing. De definitieve
beslissing ligt echter wel bij de manager/baas. Noord-Europese landen hebben 1 kenmerk
gemeen: ze zien autoriteiten niet als afstandelijke personen waarnaar je altijd moet luisteren.
De nadruk bij managers ligt niet bij de hiërarchie maar bij het werk goed gedaan krijgen.
Managers worden niet gezien als allesweters, maar er wordt verwacht dat ze maximaal
gebruik maken van de kennis van anderen om zich heen. (zie Power-distance).
Op socio-economisch vlak zijn er wel verschillen (ze zijn alle lid van Raad van Europa en alle
een Schengen land):
, (EFTA= European Free Trade Association)
Scandinavisch land Lid van EU Lid EFTA Euro munt
Denemarken JA NEE NEE
Zweden JA NEE NEE
Finland JA NEE JA
Ijsland NEE JA NEE
Noorwegen NEE JA NEE
Duits Europa (Germanic) ( DU/NL/ Oostenrijk/ Zwitserland):
Cultuurverschillen tussen de Noord Europese en Duits Europese landen zijn minder groot
dan bij andere delen van Europa. Zo is bij beide Power Distance laag. Dit zien we terug
doordat er in het algemeen liever in groepen wordt gewerkt dan solo. Maar er zijn wel
verschillen, in Duitsland is de hiërarchie belangrijker dan in Nederland. In Duitsland maken
regelingen deel uit van de doctrine (leerstelling/ theorie) van de sociale markteconomie,
waarbij de overheid, bedrijven en vakbonden zorg dragen voor het algemeen welzijn en
sociale rechtvaardigheid. De landen in Duits Europa scoren hoog op de Uncertaincy
avoidance en hechten waarden aan normalisering, geschreven regels en weinig onveiligheid.
Ze hechten waarden aan kennis van experts en richten zich op lange termijn plannen.
Groot-Brittannië/ United Kingdom:
Huidige Groot-Brittannië bestaat uit Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland.(het is dus
een Country of countries). Door de etnische en taalovereenkomsten heeft GLOBE dit land in
het cluster Anglo geplaatst, bij Noord-Amerika en Australië. Dit was te verwachten gezien de
culturele banden die GB (Groot-Brittannie) heeft met Amerika en de 35 landen van de
Commonwealth (= gemenebest). Commonwealth = is een vrijwillig samenwerkingsverband
(een confederatie) van 53 onafhankelijke staten, met de Britse koningin Elizabeth II als
symbolisch hoofd (zoals Canada, Australie en Nieuw-Zeeland). Commonwealth betekent
letterlijk gemeenschappelijk belang.
Voor de analyses in dit boek wordt GB echter bekeken als land in het cluster van West-
Europa, gezien hun ligging en hun banden met het vaste land van Europa. In het verleden
zijn er wel eens onenigheden geweest tussen GB en andere Europese landen over gebieden
en handelsroutes. De laatste was met Nazi-Duitsland en deze had zeker invloed op het zelf
beeld dat GB heeft. De eerste jaren van de 2e Wereldoorlog stond GB alleen (met de
Commonwealth landen) tegen het “Axis-army” (militaire groep die vocht tegen de
geallieerden). Maar Amerika kwam helpen en dit heeft hun band versterkt. Na de oorlog
vond de premier van GB Winston Churchill, dat GB in het centrum stond van 3 cirkels:
1 Commonwealth 2 Engels sprekende landen 3 Verenigd Europa
Kijkende naar Hofstede hebben de Britten een lager Power Distance en een lager
uncertaincy avoidance dan hun buurlanden, maar zijn ze ook individualistischer en meer
ambitieus. De UK-style management wordt ook wel Anglo-Saxon stijl genoemd (Anglo
cluster van GLOBE). Deze stijl kenmerkt zich door een pragmatische aanpak (doelgericht),
die meer richt op actie dan analyses. Er is in management een contrast met Latijnse landen
en Noord Europese landen.
GB werd in 1973 lid van de EEC (en daarna de EU) om zo zijn positie in de wereld te
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jadegoossens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.