Praktisch economisch recht
Deel 1 – Fundamentele elementen van het economisch
recht
Hoofdstuk 1 – De bronnen van het economisch recht
Decreet = een norm die wordt uitgevaardigd door parlementen van de Vlaamse gewesten
Ordonnantie = wetgevende normen/akte van het Brussels hoofdstedelijk Gewest
Wet = geen hiërarchische verschillen, het grondwettelijk hof kijkt naar wie er bevoegd is
Richtlijnen = de Europese wetgeving die verbindend is ten aanzien van het te bereiken doel
Verordening = de Europese wetgeving die verbindend is in al haar onderdelen
Besluit = verbindend ten aanzien van de lidstaten tot wie dat die zich richt
Rechtspraak = alle uitspraken van rechters
Gewoonte = we nemen aan dat het zo moet omdat iedereen het doet
Rechtsleer = verzamelnaam voor alle boeken/tijdschriften die door rechters geschreven zijn
kan je raadplegen maar geen bindende bron
Wetgeving = belangrijkste bron
Hoofdstuk 2 – De ondernemingsrechtbank
1. Bevoegdheid
Geschillen tussen of tegen ondernemingen
o Een niet-onderneming kan een vordering instellen tegen een onderneming
o Als een onderneming een procedure wil starten tegen een niet-onderneming dan
moet de zaak voor de vrederechter/rechtbank gebracht worden
Geschillen tussen vennoten/aandeelhouders
Geschillen n.a.v. een faillissement
o Voorwaarden faillissement: je kan je schulden niet meer betalen en je krediet is
geschort
2. Procedures
Oproeping in verzoening = tot akkoord komen tussen 2 partijen zoals bepaalde afspraken
stellen zodat er geen ruzie meer is
Gewone procedure:
o Dagvaarding
De eiser brengt de verweerder voor de bevoegde rechtbank
o Zitting/conclusies/pleidooien
De partijen bepleiten hun zaak
, o Vonnis
Rechter velt zijn oordeel over het geschil
Verkorte en buitengewone procedures:
o In kortgeding (“voorlopige” uitspraak, later oordelen over grond van de zaak)
Vb.: een procedure waarin een leverancier wordt verplicht alvast een
levering te doen die hij inhoudt)
o ZOALS in kortgeding (vb.: vordering tot staking, “definitieve” uitspraak)
Wanneer stap je naar een advocaat? Vanaf dat je een dagvaarding krijgt, ergens een verklaring aflegt
of je in moeilijkheden verkeerd
Je moet naar een advocaat vanaf dat je overeenkomsten gaat sluiten
Hoofdstuk 3 – Het bewijs in ondernemingszaken
1. Algemene regels
Principe: de persoon die iets beweert, moet hiervan het bewijs leveren!!!
vb.: een schuldenaar die beweert betaald te hebben, zal die betaling moeten bewijzen
Burgerlijk recht (particulieren bewijzen)
Te bewijzen
o Rechtsfeiten = vrij
o Rechtshandelingen = wettelijke bewijsvoering: geschrift > €3500
Niet te bewijzen
o Rechtsregels
o Algemeen gekende feiten
Economisch recht (ondernemingen bewijzen)
Te bewijzen
o Rechtsfeiten = vrij
o Rechtshandelingen = vrij
Niet te bewijzen
o Rechtsregels
o Algemeen gekende feiten
2. Bijzondere bewijsmiddelen
De boekhouding
Kan worden gebruikt als ‘buitengerechtelijke bekentenis’ tegen een onderneming maar
feitenrechter oordeelt soeverein
zelfs de onregelmatig gevoerde boekhouding
maar pas bewijswaarde tegen een andere onderneming als de vermeldingen in de boekhoudingen
van de betrokken ondernemingen overeenstemmend zijn
De factuur
Geschreven stuk
Bevestiging van een vordering in geld wegens de levering van goederen of diensten
opgesteld door de leverancier aan de klant bezorgd
Moet voldoen aan de btw-wetgeving
o Verplichte vermeldingen
o Verplichte uitreiking
, Een aanvaarde factuur kan als bewijs dienen voor de achterliggende overeenkomst tegen een
onderneming
Aanvaarden =
Uitdrukkelijk aanvaarden
Stilzwijgend aanvaarden
o (gedeeltelijke) betaling van de factuur
o Niet-tijdig protesteren
o Inboeken van de factuur
! Elke onderneming is verplicht snel te reageren op facturen, brieven … waarmee hij het niet eens is,
anders wordt hij geacht de factuur, de brief … te aanvaarden !
Wat moet een protest bevatten?
Van wie gaat het protest uit? (ontvanger factuur)
Aan wie wordt het protest verzonden? (afzender factuur)
Datum
“aangetekend”
Factuur, datum + nr, wordt volledig/gedeeltelijk betwist om de hierna vermelde redenen
Reden van protest:
o Welke overeenkomst wordt niet goed uitgevoerd? Contractuele grond?
o Wat heb je vastgesteld?
o Welke tekortkoming verwijt je de tegenpartij? (ingebrekestelling)
Eventueel oplossing: binnen de hoeveel tijd moet het in orde zijn? (aanmaning)
Eventueel volgende stap: naar rechtbank/factuur (deels) niet betalen
Onder voorbehoud van alle recht en zonder enige nadelige erkenning
DEEL 2 – Ondernemingsrecht
Hoofdstuk 1 – Vrijheid van ondernemen en algemene verplichtingen
van de onderneming
1. De onderneming
Art I.1 WER definitie: een onderneming is elk van volgende organisaties:
Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
Iedere rechtspersoon (BVBA, NV)
Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
Gevolgen:
Regels met betrekking tot insolvabiliteit van ondernemingen (gerechtelijke reorganisatie en
faillissement)
Bescherming tegenover oneerlijke praktijken van derden (bescherming merknaam)
Ruimere bewijsmiddelen
Ondernemingsrechtbank
3. Het statuur van de ondernemer
3.2 De formele verplichtingen van de onderneming
KBO: kruispuntbank van ondernemingen (art. III. 15 e.v. WER)
KBO = centraal register van ondernemingen
Uniek identificatienummer (ondernemingsnummer)
Ondernemingsnummer = “rijksregisternummer” van de onderneming
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chelseaborgers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.70. You're not tied to anything after your purchase.