NU Commercieel profielboek marketing en communicatie
De toetstermen van het examen kun je achterin de samenvatting vinden. Ik heb zelf de hoofdstuk onderwerpen in eigen woorden gezet. De samenvatting is voor het examen van stichting praktijkleren: basis marketing & communicatie.
Kennisexamen Basis Marketing
en Communicatie
Sam van Acker
Inhoud
1.1 Soorten producten...........................................................................................................................2
1.2 productmix.......................................................................................................................................3
1.3 Functie of uitingsvorm......................................................................................................................5
1.4 Soorten goederen............................................................................................................................5
1.5 Voorraad, standaardiseren, produceren en consumptie.................................................................7
1.6 Dimensie van het assortiment..........................................................................................................8
1.7 Extension & branding.......................................................................................................................9
1.8 Soorten merken..............................................................................................................................11
1.9 methode van prijszetting...............................................................................................................13
1.10 Verschillende modellen................................................................................................................15
1.11 Verschillende strategieën ..........................................................................................................16
1.12 Verschillende kortingen................................................................................................................17
2.1 Distributie kanalen.........................................................................................................................18
2.2 Distributie kanalen 2.0...................................................................................................................19
2.3 Distributie 3.0.................................................................................................................................20
2.4 Webcare, selling, Dropshipping......................................................................................................21
3.1 D-STEP............................................................................................................................................22
3.2 Soorten reclame.............................................................................................................................23
3.3 Soorten reclame 2.0.......................................................................................................................24
3.4 Reclame 3.0....................................................................................................................................27
3.6 Media.............................................................................................................................................30
3.7 Mediums.........................................................................................................................................31
3.8 Media 2.0........................................................................................................................................34
3.9 Rechten..........................................................................................................................................35
3.10 Wetten..........................................................................................................................................37
3.11 Recht & Wet organisaties.............................................................................................................39
Toetstermen.........................................................................................................................................42
,1.1 Soorten producten
Fysiek product
Dit is een product wat je vast kan houden en deze heeft dus fysieke eigenschappen. (gewicht, smaak,
geur en afmeting)
Bijv.: telefoon, computer
Uitgebreid product
Dit is een product met niet-tastbare psychologische voordelen. Een service die het product
aantrekkelijker kan maken.
Bijv.: alle soorten service, levering, garantie
Totaal product
Deze bestaat uit het uitgebreide product + de eigenschappen + de door de consument daar aan
toegekende en afgeleide eigenschappen. Vaak ook symbolische & gevoel
Bijv.: telefoon maar dan met whatsapp erbij
Core product
Dit is het doel waarvoor je het product gebruikt.
Bijv.: een paraplu is er om niet nat te worden.
Generic product
Hier gaat het om de aspecten van het product.
Bijv.: de paraplu is gemaakt van waterafstotende stof.
Expected product
Dit is wat iemand verwacht van een product.
Bijv.: je verwacht bij een paraplu dat je hem kan uitklappen.
Augmented product
Hier gaat het om de dingen die het product anders maken dan alle soortgelijke producten.
Bijv.: sommige merken hebben een bepaald patroon wat ze altijd gebruiken.
Potential product
Hier gaat het om het potentieel van het product, wat kan er verbeterd worden?
2
,1.2 productmix
De productmix is een onderverdeling van “het product” uit de marketingmix. De onderdelen van de
productmix geven de eigenschappen van het product aan.
Het fysiek product
bij het fysieke product beschrijf je concreet de functionele en esthetische kenmerken, zoals de
afmeting en specifieke functie van het product.
Assortiment
is de verzameling van producten of diensten die een leverancier aanbiedt voor de verkoop. VB: Het
assortiment van de supermarkt zou voornamelijk bestaan uit levensmiddelen. Het assortiment van
een bakker bestaat uit brood en banket.
Merknaam
zijn namen voor producten, diensten of organisaties.
Prijs
hoeveel een product kost.
Verpakking
zijn omhullingen van voedsel of andere producten, die na gebruik over het algemeen worden
weggegooid als verpakkingsafval.
Verpakkingen hebben verschillende functies namelijk:
Bescherming van producten tegen bijvoorbeeld stof, vocht en bacteriën.
Bescherming van producten tegen schokken, trillingen, compressie en temperatuur.
Het bijeenhouden van producten
Verminderen van de veiligheidsrisico’s van verzending
Het delen van productinformatie, bijvoorbeeld een gebruiksaanwijzing, ingrediënten,
houdbaarheidsdatum.
Alsmede het inzetten van reclame-uitingen met als doel de aandacht van de consument te
trekken op het schap door middel van kleur, vormgeving of anderszins.
Service
Onder service verstaan we elke vorm van dienstverlening voor, tijdens en na de aankoop, waardoor
het product gemakkelijker wordt gekocht en gebruikt en herhalingsaankopen worden bevorderd.
Garantie
is een schriftelijke verklaring van wat een leverancier belooft te doen als het product (binnen een
3
,bepaalde periode na aankoop) defect raakt of niet naar behoren functioneert. Daarin stelt de
aanbieder zich garant voor gebreken als gevolg van productie- en materiaalfouten en vergoedt hij de
reparatiekosten of eventueel andere kosten
Kwaliteit
is de optelsom van eigenschappen van een product of dienst. Meestal wordt specifiek het niveau van
deugdelijkheid bedoeld. Iets kan van een goede of slechte kwaliteit zijn. De kwaliteit van een product
of dienstverlening is medebepalend voor het imago van een merk.
4
,1.3 Functie of uitingsvorm.
Bescherming
Extra verstevigde hoeken, stevig materiaal
Handig
Een handvat aan de verpakking, zodat je het handig kan meenemen
Labelling
Bepalen bij wat voor groep het product hoort
Gebruiksgemak
Een sluitrits om de verpakking makkelijk te sluiten
Informatie
Informatie over de ingrediënten of consumentenservice
Herkenning
Het steeds gebruiken van dezelfde verpakking of naam
Emotional appeal
Het winnen van vertrouwen van vaste klanten
Ondersteuning van het imago
verpakking met het huismerk er op verwerkt
Transport
Het vervoeren in een vrachtwagen
1.4 Soorten goederen
5
,Convenience goods
Convenience goods worden ook wel gemaksgoederen genoemd. Convenience goods voorbeelden
zijn dagelijkse boodschappen, toiletartikelen, benzine en levensmiddelen.
Shopping goods
shopping goods zijn producten waar de consument enige moeite voor neemt voordat hij het koopt.
Shopping goods worden eerst met elkaar vergeleken op bijvoorbeeld kwaliteit, prijs en stijl. Het
aankoopproces is dan ook langer dan bij convenience goods
Voorbeelden van shopping goods
Shopping goods worden niet dagelijks gekocht. Niet voor niets nemen consumenten meer de tijd om
over te gaan tot een aankoop. Voorbeelden van shopping goods zijn een laptop, camera en fiets.
Kleding en meubels zijn ook voorbeelden van shopping goods.
Specialty goods
Specialty goods zijn producten waarvoor de consument bereid is moeite te nemen voor een
aankoop. Het zijn producten met een hoge betrokkenheid en een hoge merkentrouw. Merkvoorkeur
en status speelt een belangrijke rol bij specialty goods. De aankoopinspanning
voor specialty goods zijn dan ook groot.
Unsought goods
unsought goods zijn producten waarvoor de consument weinig moeite wil doen of producten die de
consument nog niet kent. Unsought goods worden daarom onderverdeeld
in regular unsought goods en new unsought goods.
Voorbeelden unsought goods
Voor regular unsought goods heeft de consument weinig motivatie om zich erin te verdiepen. Het
zijn eigenlijk producten die niet zo leuk zijn, maar je wel nodig hebt. Voorbeelden
van unsought goods zijn verzekeringen, antivirus software, maar ook naar de notaris gaan voor het
opstellen van een testament is een voorbeeld van unsought goods. Voorbeelden van
new unsought goods zijn producten waarvan de consument nog niet weet van het bestaan, omdat
het product nog niet zo lang op de markt is.
Verbruiksgoederen
Goederen die je opmaat. Gaat 1 of enkele keer mee doet. Bv boord, tandpasta.
Gebruik goederen
6
, Goederen die langer mee gaan, en dus vaker gebruikt kunne worden. Bv smartphone, fiets.
Herhalingsaankoop
Bij verbruiksgoederen zullen er meer herhalingsaankopen worden gedaan.
Substitutie goederen
Goederen die elkaar in het gebruik ervan kunnen vervangen. Bv, tablet 46 en een smatphone.
Scooter en een ebike. Fiets en een elektrische fiets.
Complementaire goederen
Goederen die elkaar kunnen aanvullen in het gebruik ervan. Bv koffie en melk. Laptop en muis.
Telefoon en oplader.
1.5 Voorraad, standaardiseren, produceren en
consumptie.
De ontastbaarheid
van een dienst wil zeggen dat je een dienst wel kunt kopen, maar niet uit je handen kan laten vallen.
Een dienst is meer een ervaring of experience en niet zozeer een ding of een goed. Een ontastbare
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samvanacker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.
