Dit is een samenvatting voor het eerstejaars vak economie.
Hierin worden alle lessen en powerpointslides samengevat met extra uitleg van het boek "Leidraad economie".
Hoofdstuk 1: Wat is economie
1. Economie heeft 2 betekenissen
Een economisch beleid heeft invloed op: sociale positie van mensen, onderwijsniveau,
inkomen dat men kan spenderen… Het is de determinant van welzijn en gezondheid in
een land.
Economie = de leer van de menselijke welvaart
- Betekenis 1: De economische werkelijkheid
Problemen van schaarste en het menselijke streven naar voldoen aan behoeftes en
voorzien in levensonderhoud.
- Betekenis 2: De economie als wetenschap
Economie is de wetenschap die het menselijke streven naar bevredigen van
behoeftes met behulp van gekozen schaarse middelen bestudeerd.
Hoe? De productie, consumptie en verdeling van goederen en diensten en inkomen
dat hiervoor vereist is, worden hierbij geanalyseerd.
Adam Smith (18de eeuw)
Grondlegger van liberale economische denken
Iedereen doet waar hij goed in is = specialisatie
Economie ging van gericht zijn op huishoudens tot over de hele wereld.
Economie is een invalshoek/benadering van de werkelijkheid. Het bestudeert de mens in
zijn sociale omgeving.
2. De kern van economisch probleem is dat schaarste verplicht tot
kiezen
De mens heeft behoeften die beantwoord moeten worden (zoals honger, sociaal contact,
ontplooiing, kou…) De middelen die moeten beantwoorden aan de behoeften zijn schaars (= de
omstandigheid dat iets in onvoldoende hoeveelheid beschikbaar is.) daarom moeten er keuzes
worden gemaakt. Die worden gemaakt op basis van voorkeur en of prioriteiten.
Het welvaartstekort = de spanning tussen behoeftebevrediging en het schaarste verschijnsel
Schaarste = niet hetzelfde als zeldzaam. Zeldzaam : beperkte hoeveelheid zoals diamanten
Schaarste is relatief hangt af van tijd, ruimte, persoonlijke voorkeur... verschilt van persoon tot
persoon. vb. tijd is schaars want als je in Spanje bent tijdens vakantie kan je niet in Italië zijn.
Productiefactoren (Natuur, arbeid en kapitaal) moeten ons helpen de behoeften te bevredigen
vb. : Als je brood maakt heb je tijd, ingrediënten en arbeid nodig, dus je kan ondertussen geen
pizza’s maken
Bij elke keuze maak je een offer
Opportuniteitskost = De waarde van de verloren gegane best mogelijke alternatieve aanwending
van de gebruikte schaarse middelen. De kost als gevolg van de keuze voor iets.
Optimalisatieprincipe: het zo efficiënt mogelijk aanwenden van schaarse middelen om het beoogde
resultaat zo effectief mogelijk te bereiken. Oftewel: de baten maximaliseren, de offers
Yola Van Assche 2018 - 2019 Pagina 1 van 26
,minimaliseren. Efficiëntie is vereist. Een zo maximaal mogelijk resultaat met zo weinig mogelijk
schaarse middelen.
3. Behoeften
Abraham Maslow ( 20ste eeuw) : Behoeften rangschikken in behoeftepiramide
Bij het voldoen aan lagere behoeften (eten, veiligheid..) schuift hij op naar hogere behoeften (
sociaal contact, ontplooiing..)
Kritiek : Theorie zonder bewijzen. Mens kan verschillende behoeften tegelijk hebben.
Soorten behoeften (relevant in economie) :
- Individuele behoeften : persoonlijke behoeften die gerangschikt kunnen worden op graad van
noodzakelijkheid
- Primaire behoeften : houden verband met streven naar zelfbehoud en overleven
vb. : eten, drinken, dak boven het hoofd
- Hogere behoeften : Houden verband met ontplooiing en sociaal leven
vb. : Educatie, sport, cultuur, familie, vrienden
- Collectieve behoefte : behoeften die enkel collectief beantwoord kunnen worden.
Deze kosten worden door samenleving gedragen.
vb. : aanleg wegen, organiseren onderwijs…
Kenmerken van behoeften:
Kunnen aangeboren of aangeleerd zijn. Ze kunnen tijdelijk beantwoord worden en zich herhalen.
Afhankelijk van tijd, ruimte, voorkeur…
Vb: China had laatste 20 jaar de behoefte om bevolking uit de chronische armoede te tillen. Nu
China stilaan een middenklasse heeft neemt de behoefte om de zorg om het milieu toe.
4. Economische goederen
Goederen = schaarse middelen waarmee rechtstreeks of onrechtstreeks behoeften bevredigd
kunnen worden. Goederen kan zowel in ruime zin genomen worden dus zowel goederen
(materiële zaken) als diensten (immateriële prestaties) of Goederen in enge zin: enkele materiële
zaken.
Kenmerken van economische goederen:
- Goederen zijn schaars: om ze te verkrijgen moet tegenprestatie/offer gemaakt worden zoals
geld.
- Nuttig: beantwoorden aan behoeften
- Kan door objectieve eigenschappen: honger stillen stuk brood
- Of subjectieve eigenschappen: Een goed kan uitdrukking zijn van cultuur, identiteit,
levensstijl
Soorten goederen:
- Consumptiegoederen vs. Kapitaalgoederen
Consumptiegoederen: Direct gebruik, geen verdere productie vb.: Brood, Fles water
Kapitaalgoederen: gebruikt in productieproces, onrechtstreeks bijdragen aan
behoeftebevrediging vb. : Machines in bedrijf
- Duurzame vs. niet duurzame goederen
Duurzaam (gebruiksgoederen): meer dan 1 keer gebruikt vb.: auto, schoenen
Niet duurzaam (Verbruiksgoederen): Maar 1 keer gebruikt vb.: Brood, sigaret
- Finale goederen vs. intermediaire goederen
Finale goederen: Afgewerkte goederen, direct gebruikt als consumptiegoed vb.: Chips, pc
Intermediaire goederen: zit in tussenstadia van productieproces. Wordt gebruikt om finale
goed te produceren. Vb.: meel wordt gebruikt voor brood
Yola Van Assche 2018 - 2019 Pagina 2 van 26
, - Individuele goederen vs. collectieve goederen
Individuele goederen: wordt gekocht op basis van voorkeur. Niet omdat 1 persoon het
gebruikt dat andere personen het ook gebruiken.
Collectieve goederen: Goederen die niet door individu gekocht kunnen worden. Ofwel
gratis ofwel prijs die lager is dan kostprijs vb.: Wegenwerken , onderwijs, gezondheidszorg
Speciaal geval: Geld : Heeft een waarde-eenheid , algemeen aanvaard betaalmiddel en je kan
ermee lenen of sparen
5. Productiefactoren
Economische goederen worden geproduceerd met behulp van productiefactoren
- Natuur: natuurlijke bronnen. Ongelijk verdeeld onder landen en regio’s (vb.: bossen in Canada,
aardolie in Saoedi-Arabië…)
- Arbeid: Elke menselijke activiteit die bij een productieproces nodig is zowel (on)geschoold,
uitvoerende, leidinggevende…
Human Capital = De kennis, vaardigheden en ervaring van arbeidskrachten.
- Kapitaal: vermogen van een onderneming, kan zowel geld zijn dat nodig is of materiaal dat het
bedrijf bezit.
Hefboomeffect van de omwegproductie = Productiefactoren die ingezet worden om
kapitaalgoederen te produceren waardoor ze niet gebruikt kunnen worden als inzet voor
consumptiegoederen, maar het kapitaalgoed kan daarna dienen om nog meer
consumptiegoederen te produceren.
6. De methoden van de econoom
Kennis over economische gedragingen en verschijnselen kan men opdoen via deductie of inductie
Definitie van deductie = vanuit een idee/een theorie afleiden, of uitspraken doen, die toepasbaar
zouden zijn op de werkelijkheid.
vb.: In klassieke economie gaat men ervan uit dat mens een rationeel
wezen is die handelt uit eigenbelang en streeft naar maximaliseren van
zijn nut. Een gevangene zal meewerken met de politie om zelf zo
weinig mogelijk gevangenisstraf te krijgen.
MAAR: Menselijk gedrag gaat niet altijd uit van eigenbelang en
rationaliteit
Mens laat zich ook leiden door morele (gevoel van rechtvaardigheid),
biologische, sociale… factoren
Vb. rechtvaardigheid: het Ultimatumgame: Jan krijgt €100 maar moet
dit delen met Piet. Jan mag zelf kiezen hoeveel hij aan Piet geeft, maar
als Piet weigert verliest Jan de €100.
Deductie wil zeggen vertrekken vanuit een theorie en die projecteren
op de werkelijkheid. Als de werkelijkheid niet = is aan de theorie wordt
theorie aangepast en niet omgekeerd.
Inductie = vertrekken vanuit waarnemingen, de waarneembare werkelijkheid en deze feiten
verwerken aan de hand van analyse (statistiek). Uit de resultaten van de verwerking worden
besluiten getrokken en theorieën geformuleerd.
Bv. als men jarenlang alleen maar witte zwanen heeft gezien gaat men uit van het idee van: “alle
zwanen zijn wit” (men induceert de theorie dus uit de waargenomen werkelijkheid). Toen men de
eerste zwarte zwanen ontdekte verviel deze theorie.
Yola Van Assche 2018 - 2019 Pagina 3 van 26
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yolava. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.