Sportkinesitherapie 2
Atleten & Schouderpijn
1. Inleiding
1.1. Onderzoek
Men gaat over van een diagnostisch onderzoek naar meer tussentijdense evaluaties en
dan naar return to play. Criteria zijn nog niet zo strikt geformuleerd voor RTP bij
schouderpijn.
Artikels Cools et al. eens bekijken!
1.2. Cijfers van sporten
1.2.1. Handbal
Hoge rate aan schouderletsels:
30% van de elite spelers ervaart schouderpijn op eender welk moment.
1.2.1.1. Belasting op schouder
Tijdens de werpfase wordt de schouder belast:
1. Zeer grote snelheden wat grote ROM maakt en schouder zo zwaar belast wordt
2. Krachten zijn niet gigantisch en niet grootste belasting (want geen zware voorwerpen)
3. Tijdens sport hebben ze grote externe rotatiebewegingen (veroorzaakt door hoge
snelheden)
Passief zie je soms niet dat schouders heel lenig zijn, maar wanneer ze met camera’s
worden gefilmd zie je dat schouder onder invloed van snelheid een enorm exorotatie bereik
heeft.
1
, 1.2.2. Tennis
1.2.2.1. Belasting op schouder
1. Snelheidscomponent is hier ook zeer belangrijk: opslagsnelheid bij mannen tot
220 km/h
2. Hoge snelheden relatief vaak uitvoeren
Indicatie van snelheid, ROM én hier ook nog eens volume op jaarbasis dat zeer groot is.
1.2.2.2. Overhead beweging?
Bij werpers en tennissers zie je dat ze vaak dat ze niet ver boven 90° abductie gaan, dan
naar maximale exorotatie (wind up) en dan wegwerpen naar endorotatie & pronatie.
Soms lijkt het dat schouder hoger komt door rompbeweging die wordt uitgevoerd, maar
vanuit deze positie kan de schouder ook grootste kracht ontwikkelen wat het de meest
efficiënte positie maakt.
1.2.3. Rugby
Verschil met andere sporten: rugby is een contactsport.
1.2.3.1. Belasting op schouder
Impactkrachten die op schouder komen tussen verschillende spelers: tot 2x
lichaamsgewicht.
Het gaat in deze sport voornamelijk ook weer om koppelingen van snelheden.
2
, 1.2.4. Zwemmen
Hoge rate aan schouderletsels: 91% prevalentie bij competitieve zwemmers.
1.2.4.1. Belasting op schouder
Zwemmers belasten schouder enorm:
1. Zwemmen 14 km/ dag (enorm veel, zou vreemd zijn als je op einde van dag na zoveel
km geen last zou hebben)
2. Enorm aantal repetitieve schouder – omwentelingen
3. ROM is hier wel heel belangrijk: geforceerde elevatie, flexie met endorotatie
(mechanische belasting)
Grote ROM is verschil met andere sporten.
1.2.5. Turnen
1.2.5.1. Belasting op schouders
Kenmerken van turnen:
1. Excentrisch en concetrisch vermorgen met grote impactkrachten van het
lichaamsgewicht
2. Volume: gigantisch veel trainingen per week (tientallen uren/ week)
3. Heel veel ROM nodig (wat verschillend is met sommige slagsporten)
4. Grote snelheden
5. Opvallend reversed kinematics/ dynamics: handen als stabiele element en schouder
(pols en elleboog) die met rest van lichaam dynamisch beweegt
Verschil in letsels met andere sporten:
Turnen is combinatie van acuut & overuse:
- Rugby is eerder acuut
- Zwemmers eerder overbelast
Als gymnast zie je vaak een adapatieve slap laesie, wat een sportspecifieke, structurele
adaptatie is zonder dat er klachten ontstaan. Je moet dus voorbij structuren in de schouder
gaan kijken.
3
, 1.2.6. Wielrennen
Geen strikte wetenschappelijke evidentie, maar:
Schouders moet in zo’n positie gezet worden om aerodynamica in frontale vlak te reduceren.
1.2.6.1. Schouderpositie
Schouder moet in bepaalde positie geplaatst worden (zoals Victor Campenaerts):
1. > 100° flexie schouder
2. Horizontale adductie: ellebogen dicht bij elkaar, richting middellijn
3. Neutrale rotatie in schouder
4. Scapula naar opwaartse rotatie, elevatie en stabiliseert tussen pro-en retractie
(tussenpositie vraagt spierkracht om dit te kunnen aanhouden)
1.2.6.2. Bijdrage van bovenste lidmaat
Bijdrage van mobiliteit schouders (& bovenrug) in winnen van race:
1. >>> schouderflexie
2. Sterke mobiliteit bovenrug en schouders
3. Sterke, snelle (reactieve) shoulderpress uitvoering
Maar maximaal snel vermogen op pedalen (maximale crank power) en mogelijkheid
om dit lang te kunnen volhouden zijn belangrijk als primaire performance parameters om
dus te kunnen winnen.
Bijdrage van kracht bovenste lidmaat:
5% van totale power op voeten is rechtstreeks afkomstig van armen (zonder armen kan je
dus 5% minder op pedalen duwen). Maar door stabieler op zadel te zitten en via andere
omwegen kan je die maximale crank power substantieel hoger brengen door handvaten vast
te houden dan wanneer je ze niet vasthoudt.
Bovenste lidmaat en romp heeft dus wel degelijk invloed op wielrennen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MagalieLauwers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.55. You're not tied to anything after your purchase.