100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvattingen van verdieping (lessen Taalkunde, Logopedie, tolkvaardigheid en doofblindheid) $3.23   Add to cart

Summary

Samenvattingen van verdieping (lessen Taalkunde, Logopedie, tolkvaardigheid en doofblindheid)

2 reviews
 84 views  15 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvattingen van verdieping. De lessen Taalkunde, logopedie, tolkvaardigheid en doofblindheid komen in deze samenvatting voor. Bij de lessen Taalkunde komt ook de socrative vragen aan bod. Ideaal voor het leren van het tentamen verdieping.

Preview 4 out of 41  pages

  • Yes
  • June 22, 2021
  • 41
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: guusjehartgerink • 5 months ago

review-writer-avatar

By: cyoppers • 5 months ago

avatar-seller
Aantekeningen verdieping
Taalkunde
les 1
Gesproken taal
Kenmerken:
 Menselijk communicatiemiddel, interactie
 Natuurlijk ontstaan
 Over alles communiceren ook los van hier en nu
 Generatief (grammatica waarmee je oneindig zinnen mee kunt maken)
 Conventioneel (overeenstemming over klanken en hetgeen waar het naar verwijst)
 Arbitrair
 Opgebouwd uit bouwstenen
- spraakklanken (betekenisloos) (fonemen)
- morfemen
- woorden/gebaren
 Eigen lexicon = woordenschat
 Eigen Grammatica (fonologie, morfologie, syntaxis)
 Wordt als moedertaal verworven en doorgegeven
 Voortdurende ontwikkeling en verandering

Conventioneel en arbitrair
 Conventioneel: er zijn stilzwijgende afspraken gegroeid over de betekenis van woorden
 Arbitrair: er is geen relatie tussen de vorm van een woord en de betekenis
(de vorm is willekeurig)

Uitzondering:
onomatopeeën: wel een relatie tussen vorm en betekenis
bijvoorbeeld: koekoek; sissen

Gebarentaal
Kenmerken:
 Ook een menselijk communicatiemiddel, gebruikt in interactie
 Ook natuurlijk ontstaan, in gemeenschappen van doven, vanuit de behoefte om te
communiceren
- bijvoorbeeld in steden
- en rond dovenscholen
 Ook over alles communiceren
- wel soms nog een beperkt lexicon, om historische redenen
- o.a. de onderdrukking van gebarentaal en de beperkte deelname aan de maatschappij
 Ook los van hier en nu
 Ook opgebouwd uit bouwstenen
- bouwstenen van gebaren (betekenisloos) (fonemen)
- morfemen
- gebaren
 Ook conventioneel
 Ook generatief
 Ook een lexicon = gebarenschat
 Ook een grammatica (fonologie, morfologie, syntaxis)
 Wordt ook als moedertaal verworven en doorgegeven
 Ook voortdurende ontwikkeling en verandering
 Ook arbitrair, én iconisch! (meer iconische gebaren dan in de Nederlandse taal)

Lexicon van gebarentalen

,Arbitraire gebaren:
 Er is geen relatie tussen de vorm van een gebaar en de betekenis.
OOK, GROEN, WONEN, VERRADEN
Iconische gebaren:
 Er is wel een relatie tussen de vorm van een gebaar en de betekenis
ETEN, DRINKEN, POES, MELK, DROMEN

30% van het lexicon zijn iconische gebaren.

 Dus: je kunt niet zondermeer zeggen dat het lexicon van gebarentalen net als dat van gesproken
talen ‘arbitrair’ is.
 Dat betekent zeker niet dat gebarentalen ‘dus’ geen echte talen zijn.

Modaliteit
Modaliteit:
Het kanaal waarin een taal gebruikt wordt.
productie perceptie
Gesproken talen: oraal - auditief
Gebarentalen: manueel - visueel
Ook wel: de verschijningsvorm van een taal

Modaliteitsvraag:
 Leidt het verschil in modaliteit tussen gebarentalen en gesproken talen tot verschillen in
taalstructuur?
Het grote verschil is het verschil in gebruik van de ruimte. Geen enkele gesproken taal maakt
gebruik van ruimte.
 Wat zegt ons dat over het algemeen menselijk taalvermogen en over universele kenmerken van
taal?
Visuele ruimtelijke vaardigheden zitten rechts in je hersenen en gesproken taal in linker
hersenhelft. Gebarentaal zit allemaal links. Het centrum voor taal is niet afhankelijk van
modaliteit. Modaliteit is de uitgaansvorm.

Mogelijke verschillen als gevolg van modaliteit
 Iconiciteit van gebarentalen

… maar heeft dit vergaande gevolgen voor de structuur van de taal?
De iconiciteit doet ook iets bij de verwerving van de eerste taal bij kinderen.

 Simultaneïteit
- in gebarentalen vaak meer dingen gelijktijdig
uitdrukken (bijvoorbeeld vragend, ontkennend)
- een gebaar kost gemiddeld meer tijd
- maar door simultaneïteit is het tempo van
informatie-overdracht toch hetzelfde als in gesproken
talen

Simultaneïteit
Voorbeelden in gebarentalen: veel
 nee schudden (grammaticaal ontkenning)
ja knikken (grammaticaal bevestiging)
vragende mimiek (vragen)
 bv twee handen verschillend gebruiken
Voorbeelden in gesproken talen: weinig
 intonatie?

, klemtoon
 toontalen
door de simultaneïteit wordt de gebarentaal veel efficiënter. De gesproken taal en gebarentaal is
uiteindelijk even snel in een zin.

gebarensysteem
 Weergave van een gesproken taal door middel van gebaren
 Nederlands (bv) spreken en tegelijkertijd ondersteunen met gebaren
NmG is geen taal op zichzelf. Het is een combinatie van het Nederlands gesproken taal en het
Nederlands gebarentaal. Dit noem je een gebarensyssteem.

 Vooral gebruikt in het contact tussen doven en horenden
 En in het onderwijs aan dove kinderen

Doelstellingen gebarensysteem in het onderwijs:
 Verbetering van de communicatie (na oraal)
 Betere verwerving van de gesproken taal (lezen, schrijven)

Gebarensysteem in het onderwijs:
 communicatie wel verbeterd;
 verwerving van gesproken taal (lezen, schrijven) niet.
In Nederland was het onderwijs aan dove
kinderen tweetalig en dat lijkt terug te gaan
naar NmG gebruik (als gevolg van CI ??).

Geen talen:
 Niet natuurlijk ontstaan
 Geen zelfstandige taal, maar afgeleid, weergave van een andere taal
 Geen eigen lexicon en grammatica

Soorten gebarensystemen
 Vrije systemen
Nederlands met Gebaren (NmG)
= spreken en waar mogelijk ondersteunen met een gebaar
= vooral bedoeld voor de communicatie doof-horend
 Strikte systemen
= elk woord en zelfs deel van een woord ondersteunen met een gebaar of anderszins met de handen
(bij vingerspellen)
= vooral bedoeld voor onderwijs in de gesproken taal

Fonologie
Betekenisonderscheidend:
 Minimaal paar: twee woorden (of gebaren) met verschillende betekenissen die slechts één
foneem van elkaar verschillen.
 bal – dal ver – ver
Allofoon: variant van een foneem
 Dus: geen minimale paren te vinden!
Voorbeelden uit het Nederlands:
- ‘zachte’en ‘harde’ g:
varianten van één foneem /g/
- brouw-r, tong-r, Gooise r:
varianten van één foneem /r/

Onderdelen van de Fonologie:

, - Studie van fonemen
- Studie van fonologische regels:

 bij combineren fonemen tot woorden
 bij assimilatieverschijnselen

Assimilatie:
Aanpassing van een spraakklank aan de
spraakklank ervoor of erna.
Bijvoorbeeld:
 platvoeten /v/  f
 onbepaald /n/  m




Fonologie gesproken taal
Fonologie: ‘klankleer’
De studie van spraakklanken in relatie tot de
systematiek van het taalsysteem
Foneem:
Spraakklank die op zichzelf betekenisloos is
maar wel betekenisonderscheidend.

Fonologie van gebarentaal
1960 William Stokoe
“Gebaren zijn geen globale gehelen maar net als woorden opgebouwd uit bouwstenen die
zelf geen betekenis hebben maar wel betekenis-onderscheidend zijn.“

Basiselement van gebaren
‘parameters’, groepen basiselementen
Manueel deel Niet-manueel deel
(altijd) (niet altijd)
plaats gesproken component
handvorm orale component
oriëntatie mimiek
beweging lichaamshouding

plaats (locatie)
 Plaats is betekenisonderscheidende eigenschap van GT.
(3) DAG – MAAND (parameter verschil is de plaats)
→ Grofweg vier groepen van locaties:
i) hoofd, ii) bovenlichaam, iii) niet-dominantie hand, iv) neutrale ruimte

handvormen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller morenaspoelstra. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  15x  sold
  • (2)
  Add to cart