Dit document bevat alle blauwe woordjes die in de kantlijn staan doorheen de hoofdstukken, met de omschrijving die erbij hoort. Elk hoofdstuk dat in de les gekend moest zijn komt aan bod, dat wil zeggen dat hoofdstuk 8 (Bevolking en migratie) en hoofdstuk 9 (Mensen en hun leefomgeving: steden, vers...
Hoofdstuk 1: Het terrein van de sociologie
Wetenschap van manieren waarop mensen met
Sociologie
elkaar samenleven
• Manieren waarop mensen met elkaar
samenleven (abstract)
Begrip maatschappij
• Grootste sociale eenheid waartoe mensen
behoren (specifiek)
Verzameling van onderling verbonden mensen die
Groep een besef van gemeenschappelijke identiteit, een
‘wij-gevoel’ kennen
Te onderscheiden geheel van relaties tussen
Sociale netwerk
actoren (individuen of groepen)
• Centrale positie: veel directe relaties met
Sociale positie andere actoren
• Marginale positie
• Bv: hoe economische ontwikkelingen
samenhangen met godsdienstige overtuigingen
Samenhangen tussen • Bv: hoe seksuele gewoonten en opvattingen
aspecten van de variëren met kenmerken van sociale milieu
samenleving • Bv: hoe veranderingen in omgangsstijlen
verband houden met veranderingen in
machtsverhoudingen
Sociologische vraag: hoe belevingswereld van
Belevingswereld en
individuen samenhangt met kleinere en grotere
sociale verbanden
sociale verbanden waar ze deel van uitmaken
Sociologen laten economische, politieke en
juridische verschijnselen niet buiten beschouwing
Sociologie en andere
maar bestuderen ze op een andere manier door ze
maatschappijwetenschap
te bezien als onderdelen, aspecten van
pen
samenlevingsverbanden die mensen met elkaar
vormen
Bv: arbeidssociologie, organisatiesociologie,
Specialisaties binnen de
rechtssociologie, kunstsociologie,
sociologie
godsdienstsociologie, gezinssociologie, …
• S: richt zich op moderne, geïndustrialiseerde
Sociologie, culturele samenlevingen in heden en recente verleden
antropologie en • CA: richt zich op niet-westerse, niet-
geschiedenis geïndustrialiseerde samenlevingen
• G: richt zich op vroegere samenlevingen
Houden zich beiden bezig met menselijk gedrag,
Sociologie en psychologie
met de vraag wat mensen beweegt
Uitspraken doen over causale samenhangen tussen
sociale processen welke empirisch gefundeerd
Sociologisch verklaren worden door samenlevingen, groeperingen
daarbinnen en historische perioden met elkaar
vergelijken
1
, SOCIOLOGIE: BEGRIPPENLIJST
Generaliserende uitspraken doen over sociale
Theorievorming leven die met elkaar in een systematisch verband
worden geplaatst
Wisselwerking tussen theorie en empirie: theorieën
sturen het onderzoek en onderzoek levert
Empirisch onderzoek
gegevens waarmee theorieën worden getoetst
(ideaal)
Motieven die het startpunt van onderzoek zijn,
Toepassing uitkomsten kleuren en hun stempel op
theorievorming drukken
Waardevrijheid versus Afstand nemen ten opzichte van diverse waarden
waardegebondenheid en belangen, inclusief die van henzelf
Alles wat zich tussen mensen afspeelt en alles wat
Betekenis van ‘sociaal’
mensen met elkaar verbindt
Individu is niet vrij en ongebonden en maatschappij
Individu en maatschappij: is niet een onpersoonlijke grootheid die het
schijntegenstelling individu in zijn vrijheid belemmert zoals vaak
gedacht wordt
Mensen zijn met elkaar verbonden op manieren die
Het sociale als zich ten dele aan de greep van elk van hen
eigensoortige afzonderlijk onttrekken waardoor ze een sociale
werkelijkheid werkelijkheid vormen die geen van hen ooit
ontworpen heeft (Durkheim)
Sociale processen zijn relatief autonoom omdat ze
niet losstaan van individuen die met bepaalde
Relatieve autonomie van
bedoelingen handelen, omdat ze niet volledig tot
sociale processen
individuele bedoelingen kunnen worden herleid
(Elias)
Reageren van mensen op elkaar, zodat handelen
Interactie van de één de directe aanleiding is voor handelen
van de ander
Gedragsrepertoire en denkbeelden die mensen
Cultuur aangeleerd hebben en die zij in bepaalde groep of
samenleving gemeen hebben
Onderlinge afhankelijkheid: mensen zijn op elkaar
Interdependentie
aangewezen
• Soorten interactie
• Verbaal of niet-verbaal
• Tussen twee of tussen duizend mensen
Variaties in interactie
• Harmonie of conflict
• Eenzijdig of gelijke inbreng
• Kleine en fysieke nabijheid of grotere afstand
Directe en indirecte • D: mensen die fysiek nabij zijn (face to face)
interactie • I: via materiële hulpmiddelen of tussenpersonen
Handelen dat georiënteerd is op het gedrag van
Sociaal handelen
andere mensen (Weber)
Onderlinge verwevenheid Gedrag van individu is alleen te begrijpen in relatie
2
, SOCIOLOGIE: BEGRIPPENLIJST
van individuele
tot gedrag van andere individuen
handelingen
Doordat gedragingen enkel te begrijpen zijn in
Beperkte
relatie tot gedragingen van anderen wordt het
beheersbaarheid en
interactieproces door geen van de individuen
voorspelbaarheid van
volledig beheerst en heeft het voor geen van hen
interactie
een voorspelbaar karakter
Wanneer mensen geregeld contact met elkaar
hebben gaan hun interacties herkenbare patronen
Gewoontevorming vertonen waarin bepaalde elementen telkens
terugkeren, ze vormen gewoonten en leren wat ze
van elkaar kunnen verwachten
Er worden grenzen aangegeven waarbinnen
Normen
interacties volgens deelnemers mogen variëren
Delen van cultuur worden telkens aan nieuwe
Overdracht van cultuur
leden overgedragen zoals immigranten, rekruten,
aan nieuwkomers
leerlingen, bekeerlingen, pasgeborenen
Continuïteit en Door het proces van cultuuroverdracht van
verandering via generatie op generatie continueert de samenleving
cultuuroverdracht zich over een langere periode
• Al het leren, bedoeld en onbedoeld, door
mensen aan en van andere mensen (ruimste
zin)
Socialisatie
• Leerprocessen die ertoe leiden dat kinderen
volwassen leden van de samenleving worden
(specifieker)
• Im: kinderen bootsen gedrag van volwassenen
en van andere kinderen na
• Id: kinderen willen zijn zoals degenen die ze
Socialisatie via imitatie, imiteren
identificatie en dwang • D: sociaal aanvaarde normen leren doordat
gedrag dat met die normen in
overeenstemming is beloond wordt en gedrag
dat in strijd is met die normen bestraft
Wanneer kind aangeleerde regels uit zichzelf
Internalisering navolgt waardoor ze verinnerlijken, onderdeel
worden van persoonlijkheid
Na internalisering is externe controle overgegaan
in innerlijke controle waarbij geweten is ontstaan
Externe en innerlijke
zodat er gevoelens van afkeer, schuld en schaamte
controle
worden opgeroepen zodra regels overtreden
worden
Verschillen in socialisatie • T: afhankelijk van de cultuur
tussen en binnen • B: afhankelijk van sekse, klasse, regio, etnische,
samenlevingen godsdienstige groep
Subculturen Een voor bepaalde groepering kenmerkende
cultuur die variant vormt op, en tot op zekere
3
, SOCIOLOGIE: BEGRIPPENLIJST
hoogte afwijkt van, dominante cultuur van
samenleving
Door sociale ervaringen vormt het opgroeiende
Socialisatie en zelfbeeld individu een beeld van zichzelf en krijgt het een
eigen identiteit (Mead & Cooley)
• Als mensen zo door andere mensen gevormd
zijn, doen aangeboren eigenschappen er dan
Nature-nurture- nog toe?
controverse • Vooral na WO 2 sterke nadruk op cultuur ter
verklaring van variaties van menselijke
gedragingen
Kenmerken van groepen mensen worden herleid
Biologisme
tot aangeboren eigenschappen
Sociologische kritiek op
racistische ideeën en Sociologische kritiek op biologistische denkbeelden
instincttheorieën
Samenspel van
genetische Menselijk gedrag is niet aangeboren of aangeleerd
mogelijkheden en maar aangeboren en aangeleerd
omgevingsinvloeden
Groot leervermogen, bekwaamheid om symbolen
Biologische voorwaarden te herkennen, leren, creativiteit, beschikking over
voor invloed van sociale stembanden en beweeglijke tong, … zijn
omgeving voorwaarden voor complexe cultuur die iedere
menssamenleving kenmerkt
Niet-verbale Mensen kunnen groot scala van emoties uitdrukken
communicatie en van elkaars gezichten aflezen
Lange periode van
Kinderen zijn sterk en eenzijdig aangewezen op de
biologische
verzorging door volwassenen
onvolwassenheid
‘If men define situations as real, they are real in
Thomas-theorema
their consequences’
Zieken die verpleging behoeven, kinderen voor wie
Fundamentele gezorgd moet worden, bejaarden en invaliden die
afhankelijkheid van niet in eigen onderhoud kunnen voorzien,
anderen werklozen die van uitkering leven, … Iedereen is
hulpbehoevend
Kinderen die niet door mensen maar door dieren
Ferale kinderen
zijn grootgebracht
Aan situatie waarin mensen van elkaar afhankelijk
zijn ging een meer natuurlijke toestand vooraf,
waarin elk individu volstrekt autonoom was maar
Contracttheorieën
op bepaald moment zagen ze in dat geregelde
samenwerking profijtelijker was en besloten een
soort contract af te sluiten
Kritiek op Mensen die in stamverband leefden waren deel van
contracttheorieën sociale weefsel, waardoor ze niet het bewustzijn
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janahuyssens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.71. You're not tied to anything after your purchase.