In dit document wordt hoofdstuk 1 tot en met 3 uit 4 VMBO samengevat. Dit bevat onder andere examenstof. Het gaat over: weer en klimaat, Nederland en Spanje vergeleken en over het weer en klimaat in de VS. Alles wordt hier kort maar krachtig samengevat.
- Het weer speelt zich af in de atmosfeer (dampkring). Het weer is de toestand van de
atmosfeer op een bepaald moment, in een bepaald gebied.
- In Nederland maken weerkundigen (meteorologen) van bijvoorbeeld;
Meteoconsult of van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)
weersverwachtingen.
- In een weerbericht of op een weerkaart, kun je zien welke weerelementen belangrijk
zijn:
1. Temperatuur.
2. Wind.
3. Bewolking.
4. Neerslag.
5. Luchtdruk.
- Weerkundigen meten deze weerelementen met:
1. Satellieten.
2. Weerballonnen.
3. Meetaparatuur in weerstations op het aardoppervlak.
Met computermodellen maken ze daar een weersverwachting van.
- Zonlicht bestaat uit zichtbaar licht, maar ook uit andere soorten straling; Ultraviolette
straling.
- Zonkracht: is een maat voor de hoeveelheid UV-straling in het zonlicht die de aarde
bereikt & heeft een 1 (weinig UV-straling) tot en met 8 (veel UV-straling). Bij een
hoge bewolkingsgraad (veel bewolkt) is de zonkracht kleiner dan bij een blauwe
lucht.
- Zonkracht wordt vaak in weerberichten genoemd i.v.m de hoeveelheid UV-straling
die dodelijk kan zijn voor mensen.
Klimaat:
- Het klimaat is het gemiddelde weer over een langere periode (30 jaar) in een bepaald
gebied.
Omdat het om een gemiddelde gaat over een langere periode, zie je in het klimaat de
weeruitschieters zoals hittegolven of perioden met veel neerslag niet terug.
- De klimaten op aarde zijn ingedeeld op basis van de weerelementen. Je kijkt dan naar
de gemiddelde temperatuur en neerslag in een langere periode in een bepaald
gebied.
- Nederland = (gematigd) zeeklimaat
- 2 kenmerken gematigd zeeklimaat:
1. Hele jaar door neerslag.
2. Koele zomers & zachte winters.
, Klimaatfactoren:
De verschillen in gemiddelde temperatuur en neerslag tussen gebieden kunnen heel
groot zijn. Dit komt door de volgende vijf klimaatfactoren:
1. Breedteligging: dit is de afstand tot de evenaar. Hoe verder van de evenaar, hoe
lager de gemiddelde temperatuur.
2. Hoogteligging boven zeeniveau: hoe hoger je komt, hoe lager de gemiddelde
temperatuur. Onder deze klimaatfactor valt ook het reliëf in een gebied, zoals de
ligging van een gebergte.
3. Het soort oppervlak dat de zon verwarmt: de gesteldheid van het aardoppervlak. Er
is meer zonne-energie nodig om 1 m3 water (een vloeistof) op te warmen dan 1
m3 land (een vaste stof). Water koelt ook langzamer af dan land. Dit komt doordat
zonnestralen dieper in het water doordringen en doordat opgewarmd water zich kan
mengen met kouder water uit de diepte.
4. Hiermee samen hangt de afstand tot zee of een ander groot wateroppervlak. Een
gebied bij zee ontvangt met een wind vanaf zee vaak vochtige lucht waar veel
neerslag uit valt. Ook kan een zee daar zorgen voor een koele wind in de zomer en
een warme wind in de winter. (Ligging aan zee)
5. De aanvoer van warmte, koude of vochtigheid van elders, door wereldwijde wind- en
oceaanstromingen.
Temperatuur:
- Op kaarten wordt de temperatuur vaak weergegeven met isothermen: lijnen die
plaatsen met een gelijke temperatuur met elkaar verbinden.
Zoninvalshoek en breedteligging:
- Op wereldschaal is de zon de warmteleverancier van de aarde. Zonnestralen vallen
op het aardoppervlak (water of land), dat daardoor opwarmt en warmte afgeeft aan
de lucht erboven. De zon warmt de lucht dus niet direct op, maar via het
aardoppervlak.
- De algemene regel is dat de temperatuur vanaf het aardoppervlak elke 1.000 m
afneemt met 6 °C, tot ongeveer 10 km hoogte.
- De aarde is een bol. Dit betekent dat een bundel zonnestralen op hoge breedte een
groter oppervlak verwarmt dan op lage breedte. Je zegt ook wel dat
de zoninvalshoek op hoge breedte kleiner is dan op lage breedte.
- De lucht boven het aardoppervlak op de evenaar ontvangt meer warmte dan de lucht
op hogere breedte, waardoor de gemiddelde temperatuur op de evenaar hoger is.
- Lucht bestaat uit:
1. Kleine deeltjes.
2. Gasmoleculen van bijvoorbeeld zuurstof, stikstof en waterdamp.
3. Maar ook uit waterdruppels (wolken) en stofdeeltjes (vulkanische as, roet).
4. Een bundel zonnestralen op lagere breedte legt een minder lange weg door de
atmosfeer af dan een bundel zonnestralen op hogere breedte, en botst daarbij
tegen minder deeltjes.
, Seizoenen:
- Is het je weleens opgevallen dat de aardbol van een globe altijd schuin staat? Dat
komt doordat de aardas in het echt schuin staat ten opzichte van de baan van de
aarde om de zon. Dit betekent dat de ene helft van het jaar het noordelijk halfrond
naar de zon is toegekeerd, en de andere helft van het jaar het zuidelijk halfrond.
Hierdoor verandert tijdens een jaar de zoninvalshoek op elke breedtegraad, en dus
ook de hoeveelheid warmte die de lucht boven het aardoppervlak ontvangt. Zo
ontstaan de seizoenen. Als het noordelijk halfrond zich naar de zon keert, gaat daar
de winter over in de lente en daarna de zomer. Tegelijkertijd gaat op het zuidelijk
halfrond de zomer over in de herfst en daarna de winter.
- Het gebied tussen de 23½° N.B. en 23½° Z.B., het gebied tussen de Kreeftskeerkring
en de Steenbokskeerkring, ontvangt gedurende het hele jaar de meeste warmte. Hier
is de zoninvalshoek het hele jaar groter dan op de rest van de aardbol. Dit gebied
heet de tropen.
Andere invloeden op de gemiddelde temperatuur:
- Op continentale en regionale schaal spelen de hoogteligging en de ligging aan zee
ook een grote rol in de gemiddelde temperatuur in een gebied.
- Luchtdeeltjes houden warmte vast. Waar meer luchtdeeltjes zijn, kan de atmosfeer
meer warmte vasthouden en ontsnapt er minder warmte naar het heelal. Door de
zwaartekracht zitten er op zeeniveau gemiddeld meer deeltjes in 1 m3 lucht dan op 3
km hoogte en op 8 km hoogte zijn het er nog minder.
- Het aardoppervlak in een gebergte wordt net als het aardoppervlak op zeeniveau
opgewarmd door zonnestralen, dus ook de atmosfeer erboven. Maar omdat daar
minder luchtdeeltjes boven het aardoppervlak zitten, houdt de atmosfeer boven
gebergten minder warmte vast en ontsnapt meer warmte naar het heelal. Hoe hoger
je in een gebergte komt, hoe lager de gemiddelde temperatuur van de lucht is.
- In de zomer kan de zee in kustgebieden zorgen voor verkoeling, omdat de lucht
boven water kouder is dan de lucht boven land. In de winter is dit net omgekeerd.
Dat heeft te maken met het verschil in opwarmen en afkoelen van water en land. Je
zegt ook wel dat de zee in een gebied met seizoenen, zoals Nederland, een
matigende invloed heeft op de gemiddelde temperatuur.
- Warme en koude zeestromen hebben ook invloed op de gemiddelde temperatuur in
kustgebieden.
Vaardigheid: verbanden leggen:
- Bijvoorbeeld: Langs de kust van Californië (VS) regent het veel. Dat komt doordat de
vochtige lucht van zee botst tegen de Coast Ranges en de Sierra Nevada. In het
gebied erachter valt weinig neerslag. Dat ligt in de regenschaduw. Je kunt daarom
zeggen dat er een verband is tussen de hoeveelheid neerslag en het reliëf in
Californië.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Caithlynplag. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.10. You're not tied to anything after your purchase.