Een overeenkomst is niks anders dan een afspraak tussen twee partijen. Het komt tot stand door een
aanbod en een aanvaarding. Er moet hierbij sprake zijn van wilsovereenstemming.
Bij de meeste overeenkomsten ontstaan zo twee verbintenissen. Als de verbintenis is nagekomen,
houdt zij op te bestaan. Dit noemen we het tenietgaan van een verbintenis.
De prestatie is het object van de verbintenis. De dragers van rechten en plichten zijn de
rechtssubjecten. De schuldeiser is degene die recht heeft op de prestatie. De schuldenaar is de genie
die de prestatie moet verrichten. Door het sluiten van één overeenkomst kun je zowel de schuldeiser
als de schuldenaar worden.
Als de prestatie niet goed wordt nagekomen, noemen we dit wanprestatie. Wanprestatie is een
tekortkoming in de nakoming. Het verbintenissenrecht regelt wie er aansprakelijk is voor schade
door deze tekortkoming.
Het arbeidsrecht en huurrecht kun je zien als afsplitsingen van het verbintenissenrecht.
Meest voorkomende vormen van prestatie (kan ook in combinatie):
1. Betaling van geldsom
2. Levering van een goed
3. Verrichten van een dienst
In plaats van doen kan een verplichting ook inhouden om iets te laten.
1.3 Verbintenissen uit de wet: onrechtmatige daad
De belangrijkste bron van verbintenissen – na overeenkomsten – is de onrechtmatige daad. Er
ontstaan wettelijke aansprakelijkheid. Bij een onrechtmatige daad ontstaat normaal gesproken
slechts één verbintenis. Het gaat hier nog steeds om schuldeiser en schuldenaar, alleen de bron
verschilt ten opzichte van een overeenkomst.
Voor aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad kun je een WA-verzekering sluiten (verzekering tegen
wettelijke aansprakelijkheid). In sommige gevallen is dit verplicht, bijv. motorrijtuigen. Het afsluiten
van de verzekering is weer een overeenkomst.
We spreken van onrechtmatige daad, al is de ene dan opzettelijk en de andere onopzettelijk. Alleen
strafrechtelijk is er een verschil. Voor de aansprakelijkheid is er geen verschil.
1.4 Andere verbintenissen uit de wet: rechtmatige daad
Andere situaties waarbij een verbintenis ontstaan zonder dat er overeenkomst nodig is (de
rechtmatige daad, zijn in de wet apart geregeld):
- Onverschuldigde betaling (bedrag wordt per ongeluk gestort)
- Ongerechtvaardigde verrijking (rente over een per ongeluk gestorte bedrag)
- Zaakwaarneming
,Samenvatting Verbintenissenrecht
1.5 Verbintenissenrecht: onderdeel van het privaatrecht
Het verbintenissenrecht is onderdeel van het privaatrecht; rechtspersonen onderling en
rechtspersonen in verhouding tot hun vermogen.
1.6 Privaatrecht: vermogensrecht en personenrecht
Personenrecht regelt in de eerste plaats wie er in het privaatrecht drager kunnen zijn van rechten en
plichten en wie vermogen kunnen hebben. Dit kan worden onderverdeeld in:
1. Personen- en familierecht (natuurlijke personen)
2. Rechtspersonenrecht (verenigingen, naamloze vennootschap, stichting)
- Kan niet overlijden dus meer zekerheid voor klanten die overeenkomst willen
- Een natuurlijk persoon vertegenwoordigd de rechtspersoon.
Vermogensrecht gaat over alles wat een natuurlijk persoon (of rechtspersoon) bezit en op geld
waardeerbaar is. Dit bestaat uit:
1. Goederenrecht (bepaalt waaruit vermogen kan bestaan)
- Relatie persoon tot goed
2. Verbintenissenrecht (bepaalt hoe vermogen kan worden verhandeld en wat er gebeurt als
er schade is)
- Relatie tussen personen
1.7 Overheid en privaatrecht
In het privaatrecht heeft iedereen dezelfde bevoegdheid. Bij de handhaving van het privaatrecht ligt
het initiatief bij de burgers en rechtspersonen zelf. De overheid stelt hiervoor faciliteiten
beschikbaar, zoals toegang tot de civiele rechter.
De overheid kan zelf ook privaatrechtelijke handelen bij bijvoorbeeld een huurovereenkomst of
koopovereenkomst.
1.8 Privaatrecht: wetgeving
Het verbintenissenrecht is grotendeels geregeld in het Burgerlijk Wetboek.
1.9 Opbouw en structuur van het Burgerlijk Wetboek
De onderwerpen van de negen boeken:
1. Personen en- familierecht
2. Rechtspersonen
3. Vermogensrecht in het algemeen
4. Erfrecht
5. Zakelijke rechten
6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
7. Bijzondere overeenkomsten
7A. Bijzondere overeenkomsten; vervolg
8. Verkeersmiddelen en vervoer
10. Internationaal privaatrecht
1.10 Gelaagde opbouw
Het BW kent een gelaagde opbouw van algemeen naar bijzonder. Elk boek is onderverdeeld in titels
en die titels soms weer in afdelingen. Een afdeling kan worden onderverdeeld in paragrafen en in
een paragraaf vind je de wetsartikelen.
Aanbod en aanvaarding zin rechtshandelingen, omdat ze rechtsgevolgen kunnen voortbrengen. Een
rechtshandeling is een bewuste menselijke handeling. Schade kun je ook onbewust of per ongeluk
veroorzaken. Rechtshandelingen kunnen eenzijdig of meerzijdig, gericht of ongericht zijn.
Overeenkomsten waaruit verbintenissen voortvloeien noemen we verbintenisscheppende
overeenkomsten of; obligatoire overeenkomsten. Obligatoir betekent verbintenis.
Een overeenkomst waarbij beide partijen een verplichting op zich nemen, noemen we een
wederkerige overeenkomst. Als er maar één verplichting ontstaat, noemen we dat een niet-
wederkerige overeenkomst (bijv. bij schenking).
Onrechtmatige daad en rechtmatige daden zijn rechtsfeiten. Blote rechtsfeiten zijn feiten waarbij er
geen sprake is van een echte handeling (bijv. geboorte, 18 worden).
2.2 Rechtshandelingen
Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft
geopenbaard. Deze verklaring moet gewild zijn. Als het niet in de wet is vastgelegd, kan een
verklaring op elke mogelijke manier geschieden.
Deze wil moet ook gericht zijn op het rechtsgevolg. Een rechtgevolg is een verandering van
rechtspositie (het geheel aan rechten en verplichtingen).
Of een aanbod wordt aanvaard doet er niet toe, maar het rechtsgevolg moet wel kunnen intreden.
Als het aanbod nog niet specifiek is gemaakt spreken we niet van een aanbod, maar van een
uitnodiging om in onderhandeling te treden.
In principe is een verklaring vormvrij, tenzij de wet een vorm voorschrijft (vormvereiste). Hier moet
aan worden voldaan, anders kan er geen rechtshandeling ontstaan. De rechtshandeling is dan nietig,
de handeling bestaat niet.
2.3 Wanneer werkt de verklaring?
Een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring moet, om haar werking te hebben, deze persoon
hebben bereikt. Als de gerichte verklaring niemand bereikt, kan de rechtshandeling ook nooit
rechtgevolgen hebben.
2.4 Artikel 3:37 lid 3 BW, tweede zin
Een verklaring gaat wel in werking als het niet of niet tijdig bereiken:
1. Het gevolg is van zijn eigen handeling, of
2. Een handeling van een persoon voor wie hij aansprakelijk is, of
3. Van andere omstandigheden die zijn persoon betreffen én die rechtvaardigen dat hij het
nadeel draagt.
2.5 Eenzijdige en meerzijdige, gericht en ongericht
Eenzijdige rechtshandeling = de wilsuiting (verklaring) van één persoon is nodig
Onzelfstandige eenzijdige rechtshandeling = bedoelt als onderdeel van meerzijdige rechtshandeling
Meerzijdige rechtshandeling = verklaring van meerdere personen nodig (opgebouwd uit verschillende
onzelfstandige eenzijdige rechtshandelingen)
Gericht = moet een bepaald persoon bereiken om in werking te gaan
Ongericht = hoeft niemand te bereiken om in werking te gaan, geen geadresseerde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller simoneverhagen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.