100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfsrecht Ondernemerschap & Retailmanagement K4 $7.81   Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfsrecht Ondernemerschap & Retailmanagement K4

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Fijne samenvatting voor 2e jaar van Ondernemerschap en Retailmanagement aan Avans Hogeschool.

Preview 3 out of 30  pages

  • No
  • Hoofdstuk 4.1.5, hoofdstuk 8.3 & 8.4, hoofdstuk 7 & 9, hoofdstuk 12.1, hoofdstuk 13
  • June 23, 2021
  • 30
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
WEEK 1

HOOFDSTUK 12

12.1 Internationaal privaatrecht

- Overeenkomst sluiten met een buitenlandse partij -> niet alleen te maken met het
Nederlandse recht -> ook met buitenlandse recht -> regels van internationaal privaatrecht
bepalen welk recht van toepassing is op deze overeenkomst.

12.1.1. Begrip en hoofdvragen van het internationaal privaatrecht

Het internationaal privaatrecht geeft antwoord op 3 vragen die spelen bij conflicten over
internationale overeenkomsten:

1. Welke rechter is bevoegd om van het conflict kennis te nemen?
2. Welk recht is van toepassing op de overeenkomst?
3. Hoe kan een uitspraak van een buitenlandse rechter ten uitvoer worden gelegd?

Internationaal privaatrecht -> geeft niet inhoudelijk de oplossing voor het conflict -> bepaald of de
regels van het ene land of van het andere land van toepassing zijn op de internationale
rechtsverhouding (verwijzingsrecht of conflictrecht)

12.1.2 Bronnen van het internationaal privaatrecht

Elk land heeft zijn eigen internationaal privaatrecht -> is dus geen internationaal recht maar een
nationaal recht.

Om te voorkomen dat deze nationale regels over internationaal privaatrecht elkaar tegenspreken ->
afspraken gemaakt met veel andere landen. De regels van het Nederlands internationaal privaatrecht
-> te vinden in:

1. Europese verordeningen: een wet opgesteld door de wetgever van de Europese Unie ->
Nederland is lid van de EU -> past de wetgeving van de Europese Unie toe. Het
oorspronkelijke uitgangspunt: handel tussen lidstaten wordt vereenvoudigd als op een aantal
onderwerpen de wetgeving van verschillende lidstaten op elkaar wordt afgestemd.
Internationaal privaatrecht: EEX-Verordening en de verordening Rome I -> met deze
verordeningen heeft de Europese wetgever de afzonderlijke nationale regels van alle
lidstaten met betrekking tot het internationale privaatrecht gelijkgetrokken.
2. Internationale verdragen: er zijn veel internationale verdragen afgesloten met betrekking tot
het internationale privaatrecht -> verdrag is een internationale overeenkomst tussen 2 of
meer landen -> verdragsluitende staten of lidstaten genoemd.
Bij internationale overeenkomsten -> vaak de vraag welk recht van toepassing is op de
overeenkomst. Een verdrag kan hier op 2 manieren een oplossing voor geven -> het kan
recht van 1 van beide landen aanwijzen -> de regels van dat land worden dan toegepast op
de overeenkomst, of het verdrag stelt zelf de regels.
3. Nederlandse wet: het grootste deel van de internationale regels van het internationaal
privaatrecht -> gebaseerd op de internationale verdragen en Europese verordeningen. Voor

, de internationale overeenkomst speelt de Nederlandse wet geen belangrijke rol. Het
Nederlandse privaatrecht met betrekking tot internationale overeenkomsten wordt namelijk
geheel beheerst door verdragen en Europerse verordeningen.-> zo bepaalt art. 10:164 BW
slechts dat de Europese verordening Rome I van toepassing is op internationale
overeenkomsten.

HOOFDSTUK 13

13.1 Incoterms

Bij internationale koopovereenkomsten -> handelspartijen nemen vaak algemene voorwaarden
op die vaak specifiek gaan over de aflevering van goederen.

Aflevering = de verkoper zorgt ervoor dat de goederen in bezit komen van de koper -> art. 7:9 lid
2 BW.

- Om te voorkomen dat partijen achteraf moeten bepalen wie de kosten van verlies of
beschadiging draagt -> worden bij internationale koopovereenkomsten vaak uitgebreide
afspraken gemaakt over de taakverdeling en aansprakelijkheid van koper en verkoper bij
levering van goederen.
- Algemene voorwaarden voor aflevering = vervoers-en leveringsvoorwaarden -> gaan over 3
onderwerpen:
1. Wie is verantwoordelijk voor welke activiteiten?
2. Wie draagt welke vervoersrisico’s?
3. Wie moet welke kosten op zich nemen?

Hoofdregel: de partij die het vervoer bepaalt -> vervoer betaalt!

Aan vervoers- en leveringsvoorwaarden wordt veel belang gehecht -> Internationale Kamer van
Koophandel -> gestandaardiseerde vervoers- en leveringsvoorwaarden opgesteld waarnaar partijen
in hun overeenkomst kunnen verwijzen -> international commercial terms (incoterms)

13.1.1 Incoterms 2010

Incoterms -> elke 10 jaar aangepast aan nieuwe ontwikkelingen in de internationale handel. Eerdere
incoterms, zijn ook nog van toepassing -> belangrijk dat partijen duidelijk aangeven welke incoterm
van welke versie zij verbinden aan hun overeenkomst.

11 Incoterms -> verdeeld over 2 groepen:

1. Groep A = van toepassing op alle typen van vervoer (per land, per water, per lucht en per
spoor)
2. Groep B = alleen van toepassing op vervoer over zee en binnenlandse wateren

13.1.2 Meest gebruikte Incoterms

1. EXW (Ex works) = verkoper is niet verantwoordelijk voor het vervoer en de kosten hiervan.
Hij draagt ook niet het risico voor schade tijdens het vervoer. Verkoper -> zet de goederen
klaar op een afgesproken plaats, meestal bij het bedrijfspand van de verkoper. Koper is

, verantwoordelijk voor het vervoer van de goederen vanaf het bedrijfspand -> naar plaats van
bestemming.
2. FCA (Free carrier) = de verkoper levert de goederen af bij een vervoerder door de goederen
in het vervoersmiddel te laden -> vervoerder is door de koper aangewezen. Zodra de
goederen hierin zijn geladen, is de koper verantwoordelijk.
3. CIP (Carriage and insurance paid to) = de verkoper is volledig verantwoordelijk voor het
vervoer en de kosten, maar draagt de verkoper alleen het risico voor schade tot het moment
dat de goederen op het eerste vervoersmiddel zijn geladen. Voor het gedeelte van het
vervoer waar de verkoper het vervoer kiest en de koper het risico loopt, sluit de verkoper
een verzekering af om de koper te beschermen tegen schade.
4. DDP (Delivered duty paid) = de verkoper verantwoordelijk voor het vervoer en de kosten
daarvan en draagt de verkoper daarnaast het risico voor schade tijdens het vervoer.
5. FOB (Free on board) = de verkoper zet de goederen aan boord van het schip -> op dat
moment gaat de verantwoordelijkheid en de kosten van het vervoer + risico naar de koper.
Koper heeft het schip aangewezen.
6. CIF (Cost, insurance and freight) = de verkoper draagt het risico van het vervoer totdat het
aan boord van het schip is. De verkoper is verantwoordelijk tot en met het vervoer over
water. Voor bijna het hele vervoer beveelt de CIF een verzekering aan -> verplicht voor
vervoer over water. De verkoper heeft namelijk het vervoer per schip geregeld, maar de
koper draagt verantwoordelijkheid voor schade aan de goederen tijdens het vervoer per
schip.

13.1.3 Incoterms 2020

Elke 10 jaar worden incoterms herzien en aangepast -> EXW gaat verdwijnen.

FCA en DDP -> opgesplitst in meerdere nieuw incoterms + er wordt een nieuwe incoterm toegevoegd
CNI (Cost en Insurance)

13.1.4 Keuze tussen de incoterms

De verkoper en de koper bepalen zelf welke incoterm van toepassing is op hun internationale
koopovereenkomst. Kunnen hierbij dus ook kiezen uit incoterms uit eerder versies, zoals
bijvoorbeeld die van 2000.

13.2 Vervoer

Vervoersrecht = wet-/en regelgeving over aansprakelijkheid bij vervoer -> gebaseerd op
internationale verdragen. Er is geen verdrag dat regels bevat voor het gehele vervoersrecht -> per
type van vervoer hebben verschillende landen verdragen ondertekend.

Vervoersrecht = ingewikkeld -> elk type van vervoer heeft zijn eigen nationale en internationale
regels.

13.2.1 Vervoersovereenkomst

Definitie: het is een overeenkomst waarbij de ene partij, de vervoerder, zich tegenover de andere
partij, de afzender, verbindt zaken te vervoeren -> soms komt er nog een 3 e partij, de geadresseerde.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittvandelagemaat. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71498 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.81
  • (0)
  Add to cart