Economie is leer van de keuzevraag.
Diensten = niet materiële goederen
———————————————————————————————————————————
Consumeren en produceren
Consumeren = het kopen van goederen door consumenten
Investeren = als bedrijven (kapitaal)goederen kopen om te kunnen produceren
———————————————————————————————————————————
Economische schaarste
= er moeten offers of inspanningen worden gedaan om het goed te verkrijgen.
- vraag groter dan aanbod
- er moet betaald worden
- hoe schaarser het product, hoe hoger de prijs
schaarste = als er productiemiddelen moeten worden opgeofferd om het product voort te brengen.
Schaarste is niet hetzelfde als zeldzaam. Drinkwater in Nederland is niet bepaald zeldzaam. Je
kunt je kraan dag en nacht open laten staan en het raakt niet op. Maar er zijn wel
productiemiddelen voor nodig, dus het is wel een schaars goed in economische zin.
Absolute schaarste = als er te weinig van een bepaald goed is.
Relatieve schaarste = economische schaarste
———————————————————————————————————————————
Opofferingskosten
= de waarde van datgene dat wij opofferen om iets te verkrijgen.
= het alternatief met de hoogste waarde
- de kosten van het één na beste alternatief
- geld, maar ook tijd of energie
———————————————————————————————————————————
Budgetvergelijking en budgetlijn
Budgetvergelijking = alle combinaties van 2 producten die je
maximaal met een gegeven budget en de gegeven
prijzen van de producten kunt kopen.
Budgetlijn = Grafische voorstelling van deze vergelijking
, ———————————————————————————————————————————
Nominaal en reëel
Nominaal = waarde uitgedrukt in euro’s
Reëel = nominale waarde gecorrigeerd door prijzen
———————————————————————————————————————————
Speltheorie
= beslissingen waarvan de gevolgen mede bepaald worden door de beslissingen van andere
partijen.
Regels:
- Spelers: nemen beslissingen en handelen rationeel —> hoogste opbrengst.
- Informatie: symmetrisch en kunnen zich coöperatief en niet-coöperatief spel spelen.
- Strategie: speler probeert een zo hoog mogelijke uitbetaling te krijgen.
- Uitbetaling: verwachte opbrengst van de strategie —> opbrengstenmatrix of uitbetalingsmatrix
Evenwicht = voorspelling van de uitkomst van het spel
—> twee soorten; dominante strategieën en
Nashevenwicht.
Wanneer een gevangenendilemma zich vaak herhaalt,
kan dit leiden tot coöperatief opstellen.
———————————————————————————————————————————
Tit-for-that strategie
Dit spel wordt iedere week herhaald. Herhalen heeft invloed op de strategie. —> zeker wanneer ze
na elkaar een beslissing nemen —> ze volgen elkaars besluit en stellen zich coöperatief op.
Bindende afspraken = er wordt vooraf een afspraak gemaakt, met een daaraan verbonden sanctie.
(kan een boeteclausule zijn)
Meeliftersgedrag, free-ridersgedrag = profiteren van de goedgeefsheid van anderen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sylkevandeplasse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.88. You're not tied to anything after your purchase.