Dit is een samenvatting van de volledige examenstof van geschiedenis VWO. Let er wel op dat als je slechts dit leert, je wellicht niet de volledige stof goed genoeg kent voor het echte examen. Ik zou dit als grote lijn zien voor de gehele stof, met de historische contexten als gedetailleerdere inf...
Kenmerkende aspecten samenvatting
Tijdvak 1 – Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v.Chr.)
>Prehistorie
KA1: de levenswijze van jagers en verzamelaars > Het grootste deel van de
geschiedenis leefden mensen als nomaden in de samenleving van jager-
verzamelaars. Ze kwamen aan hun voedsel door te jagen en voedsel te
verzamelen in de natuur. Omdat mensen nog niet konden schrijven is onze
kennis over de prehistorie gebaseerd op ongeschreven bronnen.
KA2: het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen (1) >
(landbouwrevolutie) De levenswijze van mensen veranderde door de ontwikkeling
van de landbouw die voor het eerst ontstond in het Midden-Oosten omstreeks 10
000 v.C. De overstap van jagen en verzamelen naar akkerbouw en veeteelt
duurde duizenden jaren, maar had zulke grote gevolgen dat gesproken wordt van
de landbouwrevolutie. De landbouwsamenleving ontstond waarin mensen in
dorpen leefden. Uit gevonden graven weten we dat deze eerste boeren geloofden
in een hiernamaals.
KA3: het ontstaan van stedelijke gemeenschappen > (agrarisch-urbane
samenleving)
-In Mesopotamië (nu Irak), langs de vruchtbare oevers van de Eufraat en de
Tigris, ontstond de eerste stedelijke beschaving omstreeks 3500 v.C. Door de
gunstige natuurlijke omstandigheden ontstond een landbouwoverschot, waardoor
een deel van de bevolking in steden kon wonen en leven van nijverheid en
handel.
-Om de bevloeiing van akkers in deze agrarisch-urbane samenleving te
organiseren ontwikkelden leiders zich tot koningen, die met ambtenaren,
priesters en soldaten heersten over een groot gebied. Voor de administratie van
het bestuur werd het schrift uitgevonden. Mensen geloofden in machtige goden
die alles bepaalden.
Samenvatting Tijdvak 1:
Prehistorie: de tijd waarin niet werd geschreven. Ookal ontstond het
schrift rond 3100 v.Chr, was voor andere gebieden de Prehistorie nog
niet voorbij. Wel veel aanwijzingen (voorwerpen + tekeningen): magie
en goden voor elk ding dat ze niet konden verklaren. De romeinen
hebben als eerst geschreven over de gebieden die we nu ons land
kunnen noemen in de eerste eeuw n.Chr. > voor de Romeinen einde van
de Prehistorie.
- Apen hebben zich naar mensen ontwikkeld door klimaatverandering (minder bomen,
meer graslanden). Alle mensen behoren tot de homo sapiens sapiens, en er zijn etnische
verschillen (huidskleur) en cultuurverschillen (cultuur: economie, sociale
omstandigheden, politiek, opvattingen). Cultuurverschillen zijn er veel meer dan etnische
verschillen, en cultuurverschillen zijn o.a. te verklaren door geschiedenis van
verschillende groepen (iedereen eigen cultuur). Maar ook overeenkomst: iedereen leefde
van jagen (mannen) en verzamelen (vrouwen).
-Van j&v naar landbouw (7000-3000 v.Chr.)+ van landbouw naar industrie (belangrijke
overgangen in hele geschiedenis)
-Stedelijke gemeenschappen: mensen ontdekten dat ze niet meer verder weg hoefden te
gaan voor voedsel, door te zaaien en een jaar later te oogsten>
landbouwgemeenschappen werden dorpen (meeste inwoners leven van landbouw), en er
kwamen ambachten (gereedschappen maken), soldaten en priesters (+nog andere
beroepen). Sommige dorpen werden steden (de meeste inwoners werken niet meer voor
landbouw), MAAR niet iedereen leefde even voordelig> gelaagde samenlevingen. Eerst
, waren steden zelfstandig, daarna geleid door bestuurders (koningen + priesters)(staat:
gebied met duidelijke grenzen).
- Tijdvak 2 > De Grieken en Romeinen (3000 v. Chr. – 500
n.Chr.) > Oudheid
KA4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over
burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat > In de oudheid bestond
Griekenland uit onafhankelijke stadstaten met verschillende bestuursvormen,
zoals de monarchie en aristocratie. In de 6e eeuw v.C. ontstond in Athene de
eerste democratie, waarin burgers in een volksvergadering beslisten over het
bestuur. Vanaf dezelfde eeuw ontwikkelden Griekse filosofen een
wetenschappelijke manier van denken, waarbij ze alles met hun verstand
probeerden te beredeneren.
KA5: de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur > In de 5e
en 4e eeuw v.C. ontwikkelden de Grieken hun bouwkunst en beeldhouwkunst tot
op hoog niveau. Na de verovering van Griekenland namen de Romeinen de
Griekse vormentaal over en voegden er eigen elementen aan toe. Deze Grieks-
Romeinse mengcultuur wordt klassiek genoemd. Later heeft het begrip klassiek
de bijbetekenis gekregen van "iets wat navolging heeft gekregen".
KA6: de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse
cultuur zich in Europa verspreidde > Met een lange reeks oorlogen breidden
Romeinen hun stadstaat uit tot een wereldrijk rondom de Middellandse Zee. Het
Romeinse rijk was strak georganiseerd en stond vanaf 27 v.Chr. onder leiding van
een machtige keizer. In het rijk kwam een welvarende agrarisch-urbane
samenleving tot ontwikkeling. Er was veel handel, ook met gebieden buiten het
rijk. In de veroverde gebieden verspreidden Romeinen de Grieks-Romeinse
cultuur (romanisering); er was ook invloed van lokale culturen op de Romeinse
cultuur.
KA7: de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de
Germaanse cultuur in Noordwest-Europa >
-Ten oosten van de Rijn stuitten de Romeinse legers op weerstand van
strijdvaardige Germanen. Voor de bewaking van de Rijngrens gebruikten
Romeinen soldaten van bevriende Germaanse stammen. Vanaf de 3e eeuw viel
het westelijk deel van het Romeinse rijk uiteen.
- Steeds meer Germanen drongen het rijk binnen en stichtten daar eigen staten,
waarvan sommige duidelijk erfgenaam waren van de Grieks-Romeinse cultuur,
terwijl in andere het Germaanse element dominanter was. In 476 werd de laatste
West-Romeinse keizer door Germanen afgezet. Het Oost-Romeinse (Byzantijnse)
rijk bleef bestaan. Door de val van het West-Romeinse rijk nam de handel en
welvaart toch weer af.
KA8: de ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste
monotheïstische geloofsovertuigingen >
-Het jodendom, de oudste monotheïstische godsdienst, kwam in Israël/Palestina
tot ontwikkeling. Nadat de Romeinen het gebied hadden veroverd ontstond uit
het jodendom in de 1e eeuw het christendom, dat over het Romeinse rijk werd
verspreid.
-Omdat christenen weigerden om de Romeinse keizer als god te vereren werden
ze van tijd tot tijd vervolgd. In de 4e eeuw werd het christendom toegestaan;
later werd het de Romeinse staatsgodsdienst. Andere godsdiensten werden
verboden.
Kortom: Bloeitijd Griekse cultuur> Romeinse veroveringen> Bloeitijd
Grieks-Romeinse cultuur> verspreiding Grieks-Romeinse cultuur over
Europa> Splitsing tussen oost en west in RR> West-Romeinse rijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mulan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.87. You're not tied to anything after your purchase.