Persoonlijke identiteit
= een eigenheid die min of meer stabiel blijft in het leven, wel mee-evolueert maar herkenbaar blijft
Accenten op de identiteit
- Identiteit is samengesteld uit karaktereigenschappen, overtuigingen, gaven,
eigenaardigheden en gedrag, die je laat zien in interactie met jezelf en anderen
- Eigen en gemeenschappelijk wanneer je je vergelijkt met anderen
- Identiteit ligt niet vast, het verschuift in de tijd
- Je identiteit wordt bepaald op 2 niveaus
° persoonlijk niveau: binnen de persoon
° niveau van de groep: buiten de persoon
Accenten op de identiteit buiten de persoon bepaald
- Antropologie: identificatie bepaalde culturele kenmerken. Gaat primair om in- en
uitsluiting. Bv cultuur, taal, etniciteit, familie
° sociale uitsluiting = mensen vormen samen een groep met de personen waarmee ze
zich identificeren. Bepaalde mensen kunnen dan geen lid worden van deze
gemeenschap
- Sociologie: groepen, de staat en het type samenleving waartoe de persoon behoort
- Geschiedkunde: sociologische, antropologische en economische aspecten in de tijd
- Biologie: evolutieleer, genetische identiteit
Accenten op de identiteit binnen de persoon bepaald
- Psychologie
- Filosofie
Authentiek en uniek
- Authentieke rol: iets dat aan de persoon kleeft, bij de persoon blijft en niet gespeeld
wordt
- Unieke rol: de invulling van de identiteit door de persoon, dit is bij iedereen verschillend
,Beroepsidentiteit als formeel aspect
Macro: structureel werk
- Mensen aan en tot hun recht laten komen
- De samenleving beter laten functioneren door sociale problemen,
samenlevingsproblemen structureel aan te pakken = de problemen structureel
aanpakken ter bevordering van het globaal maatschappelijk evenwicht
Micro: cliëntgericht werk
- Cliënten helpen in de aanpak van hun eigen problemen waardoor ze weer greep krijgen
op hun situatie
- Organisaties bepalen hoofdzakelijk de beroepsidentiteit MA’s moeten rekening
houden met de doelstellingen van de organisatie
- Hoe te handelen is verschillend in elke casus
- Lokaal en internationaal aspect van de beroepsidentiteit
1. normatieve professionaliteit
Handelen
= gebaseerd op waarden en normen: verantwoorden/legitimeren tegenover cliënt,
organisatie, samenleving
- Heeft gevolgen voor anderen
- Is enerzijds wetenschappelijk onderbouwd, anderzijds gebaseerd op praktisch inzicht
- Wordt het gedragen door ethische, morele ladingen, waarden wie gelooft in X, gelooft
ook dat X waar is
Ethiek
- Bestudeert waarden en normen over het menselijk handelen
- Je gedraagt je ethisch als je nadenkt over hoe je moet handelen
- Meestal kan de wet aangeven hoe je in een situatie moet handelen soms niet bv bij
morele kwesties ethiek kan dan helpen om de morele vraag te bestuderen
- Zelfbeschikkingsrecht
Waarden
- Wat mensen waardevol vinden
- Idealen
- Bv vrijheid, solidariteit, autonomie
- Worden aangeleerd in het socialisatieproces en verschillen van persoon tot persoon
- Geven richting en streefdoelen aan het leven
- Centrale waarde in het maatschappelijk werk; zorg 4 dimensies van zorg in zorgethiek
° caring about: zorg, aandacht hebben voor iets
° taking care: zog opnemen voor iemand vanuit verantwoordelijkheid
° care giving: feitelijk voorzien in de behoefde van zorg
° care: zich in de positie van de andere verplaatsen
- Waardenconflict = ethisch dilemma: 2 waarden die met elkaar in conflict komen, ze
kunnen niet gelijk gerealiseerd worden
, Respect en dialoog
- Essentieel in het sociaal werk
- In dialoog worden waarden met elkaar in verband gebracht
- Ruimte geven aan verschillen is belangrijker dan het eens zijn
Empowerment
- Versterking van geloof in krachten en competenties van mensen
Normen
- Handelingsvoorschriften
- Via normen kunnen waarden gerealiseerd worden
- Zijn verwachtingen die aan een sociale rol kleven
- Een waarde kan op verschillende manieren vertaald worden in een norm
Deugden
- De intentie van waaruit een persoon handelt
- Bv moed, respect, hoop, naastenliefde
- Vaak komen deugden overeen met waarden/ zijn ze er aan gekoppeld
- Verschil waarden en deugden: waarden zijn abstracte, cognitieve begrippen, deugden
zijn aan een persoon gekoppeld, verinnerlijkt
2. Moreel handelen
Ieder professioneel handelen bevat; reflectie, weging, zorgvuldig opsporen van objectieve
feiten, subjectieve belevingen en normatieve aspecten
Ons beroep vertoont een hoge dilemmadichtheid. We werken in moeilijke gebieden, vaak is
er een grote complexiteit
Morele vragen
- Vragen over goed en kwaad
- Moraal: gaat over waarden en normen die niet af te leiden zijn uit de werkelijkheid. Ze
zijn gekoppeld aan een ideaal/visie
- Moreel gedragen = handelen volgens je eigen moraal
Cognitief morele theorie van Kohlberg
- Pre-conventioneel niveau: beoordeling op basis van gevolgen. Egocentrisme heerst.
- Conventioneel niveau: rekening houden met omgeving, inleven in de ander
- Postconventioneel niveau: op basis van waarden, universele morele principes,
mensenrechten, abstract denken, los van de praktijk
3. Lokaal aspect
Beroepscode
- Er is in België geen beroepscode die als algemeen geldend wordt beschouwd
- Beroepsorganisaties doen overdracht
, - Leden conformeren zich aan de missie van sociaal werk
- De professional is dialogisch en relationeel ingesteld, multidisciplinair onderlegd
Opleidings- en beroepsprofiel
- Er is een opleidingsprofiel van de VLOR
- Er is een beroepsprofiel SERV/VDAB
4. Internationaal aspect
Geen code in België
Nederlandse vereniging voor maatschappelijk werkers hanteert wel een richtinggevende
code
Europa: EASSW
Wereldwijd: IFSW
5. Tijdsperspectief
Sociaal werk wordt telkens opnieuw vorm gegeven
Een beroepsidentiteit is nooit af en moet telkens opnieuw geconstrueerd worden. Je hele
beroepscarrière is er een aaneenschakeling van nieuwe uitdagingen, evoluties en
vernieuwingen
Een beroepsidentiteit is een levenslang leerproces
Deel 1 - Hoofdstuk 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittlemmens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.