100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting kunst algemeen/beeldende vorming CE VWO $8.57
Add to cart

Summary

Samenvatting kunst algemeen/beeldende vorming CE VWO

 30 views  1 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting voor het CE Kunst (algemeen). Onderwerpen 2021: Hofcultuur, Romantiek&Realisme, Cultuur van het moderne en Massacultuur.

Preview 3 out of 20  pages

  • June 23, 2021
  • 20
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Kunst Algemeen CE 2021
Onderwerp 1 : Hofcultuur in de zestiende en zeventiende eeuw
Renaissance = wedergeboorte van de klassieke oudheid. Deze ontstond aan het einde van de
Middeleeuwen, toen door de kruistochten handel ontstond met de Arabische landen. Veel kennis uit
deze landen (over o.a. geometrie, astronomie, filosofie) kwam zo naar de EU. Ook werden klassieke
geschriften uit de Griekse oudheid in Arabische bibliotheken bewaard. Deze teksten werden vertaald
en kwamen naar EU, waar een nieuwe interesse in de mens, de wetenschap en in de klassieke
oudheid ontstond. Rust en eenheid. Teruggrijpen naar de klassieken (ook manièrisme en barok), met
symmetrie, bogen, beeldhouwkunst, bouwelementen (zuilen, timpaan, fries) en drie lagen stel.

Kernpunten:

o Humanisme: mensen gingen zichzelf meer als individu beschouwen, ze gingen vanuit de
mens denken. De mens staat centraal. Kunstenaars beginnen hun werken te signeren omdat
ze voelen dat ze talent hebben. Er wordt kritisch gedacht, mensen willen bewijzen zien voor
een fenomeen. Iedereen gelooft. De wetenschap is belangrijk. Verdraagzaamheid, harmonie
en naastenliefde.
o Individualisme: gedachtegang en rechten van individu boven het belang van de
gemeenschap. Mensen streefden naar roem, wilden uittorenen boven anderen, de geniale
kunstenaar. Ze vonden persoonlijke onafhankelijkheid het belangrijkst.
o Antropocentrisme: de mens is het middelpunt van het bestaan. De mens is de norm. De
waarde van al het andere bestaande wordt afgemeten aan het nut dat het de mens dient of
de verhouding waarin het tot de mens staat.
o Klassieke mythologie: vaak met Goden, waren geïnteresseerd in geschiedenis van eigen
land, grepen terug op de Klassieken.
o Harmonie: staat centraal. Vaak ook de inhoud/betekenis van kunst in deze tijd. Juiste
verhoudingen (Gulden snede), samenwerking van delen tot een schoon en goed geheel.
o Geometrie: veel in de beeldende kunst. Gebruik van geometrische vormen, sobere, strenge
vormen. Vierkant en cirkel zijn perfecte en volmaakte vormen.  Gulden snede
o Filosofie: plato, Aristoteles en Plotinus  teruggrijpen naar de Klassieken.

Kenmerken Hofcultuur:

 Beeldende kunst: Renaissance en barok, rustig en wild.
 Architectuur: teruggrijpen naar verleden, zuilen, timpanen, drie lagen, symmetrie, goud.
 Muziek: polyfonie  monodie, opera ontstaat.
 Dans: ballet ontstaat, posities etc.
 Theater: commedia dell’arte: straattheater geïmproviseerd.

Belangrijke kunstenaars zijn: Botticelli, Leonardo da Vinci, Rafaël, Michelangelo, Palladio, Palestrina,
Claudio Monteverdi, Molière, Lully.

Hof = aan de macht. Kunst gemaakt voor de hoven. Vorsten (wereldlijk/geestelijk) en hovelingen. Bij
hof werken kunstenaars  hofkunstenaars (soms ook diplomaten die veel reisden), voor de
naamsbekendheid (later betere betaalde baan), verzekering van werk en inkomen en je werd
beschermd. Voor hof ook gunstig: ze kregen werken van de kunstenaar en bovendien zorgde het
voor machtsvertoon bij de concurrentie. De ideale hoveling kon jagen, dansen, had kennis van kunst,
was geleerd en had goede manieren. Persoon die ideaal is en alles kan = homo universalis.

,Er waren hoffeesten, met intermecci = een pauze op het feest in de vorm van een klein vermaak
(ballet, theater, opera, etc.). Er ontstaat ook opera, er moet een verhaal duidelijk zijn en daardoor
geen gezang meer door elkaar  polyfonie wordt monodie.

Accenten binnen het onderwerp:

 Paleizen, villa's, tuinen;  grotendeels voor status en machtsvertoon. Grijpt terug op de
klassieken: beeldhouwkunst, drie lagen, vierkant of rond grondplan, bouwelementen
(timpaan, zuil, fries, etc.).
 Commedia dell'arte (straattheater, iedereen kon dat begrijpen. Steeds zelfde personages,
met zelfde kostuums en maskers  zorgde voor herkenning, veel improvisatie, inspelen op
actualiteit en regionaliteit, komedie/tragedie, hofmuziek, opera, comédie-ballet, hofdans,
hofballet, Monteverdi;
 Verschuiving van religieuze aandacht naar wereldlijke macht;
 Italiaanse hoven (hof van Mantua, de familie Medici);
 Versailles: tuinen, exterieur, interieur en wandtapijten (Lodewijk XIV); vorstelijke
verzamelingen.

Specificaties van het onderwerp vanuit domein B invalshoeken voor reflectie:
Kunst en religie, levensbeschouwing
Religie en klassieke mythologie worden verbonden in de kunsten.

 Visies op geschiedenis: christelijke heilsgeschiedenis, mythologische en historische visies op
geschiedenis via scheppingsverhalen uit de oudheid en via klassieke historieschrijvers.
Pogingen om - allegorisch - deze twee werelden te verbinden.
 Bijvoorbeeld: oudheid, klassieke mythologie: liefde van de goden; humanisme: portretten en
individualisering.
 Voorbeelden: Ovidius ('Metamorfosen'); Lodewijk XIV als Apollo, zonnegod, keizercultus.

Kunst en esthetica

Harmonie = schoonheid. Vaak door geometrie (ideale verhoudingen, gulden snede)

 Schoonheid als eenheid van delen, maat, verhouding, symmetrie, orde.
 Klassieke theorieën over schoonheid.
 Werkelijkheid en ideaal.
 Ontwikkelingen in de muziek: prima en seconda prattica, akkoordbegrip.
 Commedia dell'arte: eenheid van persoon en rol.
 Retorica en affectenleer.
 Natuur: wetten van de (goddelijke) natuur gezocht, 'schone natuur'.
 Originaliteit: inventiviteit binnen de bestaande kaders.
 Voorbeelden: Plato, Aristoteles, Alberti, Vasari, Bellori.


Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht

Opdrachtgevers zijn vorsten, kunst zorgt voor status, vermaak, religie en wetenschap.

 Ontworsteling aan 'ambacht'; naar 'artes liberales', ook theoretische kennis. Naast 'vrije
ondernemer' toch grootste status als 'hofkunstenaar'.
 Opleiding: onder Lodewijk XIV zeer gecentraliseerd in 'academies'.

,  Opdrachtgevers: naast het hof ook kerkvorsten, patronage.
 Organisatie samenleving: streven van vorsten naar sterkere, centrale macht, ook
economisch.
 Verzamelingen: vorsten verzamelen oudheden en eigentijdse kunst → status van de vorst.

Kunst en vermaak

Paleizen (groot, groter, grootst) ; tuinen; feesten, dans, theater, opera.

 Thema's zoals liefdes der goden hebben ook een vermaaksfunctie.
 Monodie, specifiek instrumentale muziek.
 Villa's als 'lustoorden'.
 Spelletjes en fonteinen in tuinen.
 Theaterspektakel, opera (Lully, Molière).
 Hofdans, hofballet en danssuite (gestileerde dansen en muziek).

Kunst, wetenschap en techniek

Rol van filosofie bij onderzoek.

 Optica, perspectief, anatomie, landmeten, cartografie.
 Onderzoek van werkelijkheid.
 Samenhangend, steeds 'mechanischer' wereld (machinerieën).
 Voorbeeld: Leonardo.

Kunst intercultureel

Ontdekkingsreizen, interesse in rariteiten en vreemde culturen.

 Ontdekkingsreizen.
 Voorbeeld: 'Le bourgeois gentilhomme'.




Barok en classicisme: Barok ontstond in Rome als reactie op de reformatie (waarbij woord in bijbel
belangrijker dan mooi versierde kerken). Als reactie op de reformatie ontstond contrareformatie in
Italië, waarbij Rooms-katholieke kerk juist extra mooie kerken ging maken (veel dynamiek, drama en
goud) om de mensen terug de kerk in te lokken. Carravaggio begonnnen met sterk licht/donker
contrast, dit was het begin van de barok. In Frankrijk barok vooral in schilderkunst en beeldhouw,

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mandydejong4. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.57  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added