In periode 3 van leerjaar 1 van de opleiding Social Work krijg je het vak levenslooppsychologie. Het gaat hierbij om morele, sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling. Ik heb een samenvatting gemaakt van het boek en de colleges. Ook zitten er 40 oefenstellingen bij, net als in de toets. De antw...
Levenslooppsychologie
Kern van levenslooppsychologie
Alles wat te maken heeft met de ontwikkeling van de mens.
Richt zich op alle ontwikkelingen die je doormaakt als mens, van geboorte tot overlijden.
Ontwikkelingspsychologie = ontwikkelingen tot 18 jaar.
Wat is levenslooppsychologie?
We kijken naar vier verschillende gebieden van ontwikkeling:
1) Lichamelijke ontwikkeling, rijping en achteruitgang
2) Cognitieve ontwikkeling (Piaget)
3) Morele ontwikkeling (Kohlberg)
4) Sociaal-emotionele ontwikkeling (Erikson)
Drie ontwikkelingsgebieden
1. Lichamelijke en motorische ontwikkeling
2. Verstandelijk of cognitieve ontwikkeling
3. Sociaal-emotionele ontwikkeling & seksuele ontwikkeling.
Elk ontwikkelingsgebied wordt doorlopen in stappen/fasen.
Wat verzorgt de ontwikkeling van een kind?
Lichamelijke rijping tijd
Opgedane ervaringen met interactie van de omgeving.
Lichamelijke ontwikkeling
Baby
Twee groeirichtingen:
1) De cefalocaudale groeirichting: de groeispurt start bij het hoofd en gaat van daar naar
beneden toe verder.
2) De proximodistale groeirichting: van dicht bij het centrum van het lichaam (proximaal) tot
verder naar de buitenkant (distaal). De romp groeit eerder dan ledematen en de armen
groeien eerder dan de handen en de vingers.
De verharding van de beenderen was al in gang gezet in de baarmoeder, maar duurt nog tot in de
pubertijd. Spieren zijn nog niet zo ontwikkeld bij baby’s
Peuter en kleuter
Tussen de twee en zes jaar groeit het kind. Er vind eerst een vullingsfase (breedte) plaats en daarna
een stekkingsfase (lengte). Als een kind een ander postuur krijgt spreek je van een
gedaanteverandering of Gestaltwandel. Dit betekent het lichamelijke einde van de kleuterfase. De
motoriek wordt soms minder vloeiend, omdat het kind moet wennen aan deze plotseling veel
langere benen en armen.
1
, Adolescentie
Betekent opgroeien en volwassen worden. Lichamelijk verandert er veel in deze leeftijdsfase.
Jongens krijgen over het algemeen meer spierweefsel en meisjes meer vetweefsel. De primaire
geslachtskenmerken groeien/rijpen (penis). De secundaire geslachtskenmerken zijn kenmerkend
voor de vrouwelijkheid/mannelijkheid (lichaamshaar). De menstruatie ook wel de menarche
genoemd is een zichtbare maatstaf voor het begin van het geslachtsrijp worden. Meisjes hebben
daarvoor meestal net een groeispurt ervaren. Bij jongens is deze groeispurt later. Bij meisjes begint
de geslachtsrijpheid met de secundaire kenmerken terwijl bij jongens deze rijpheid begint met de
primaire geslachtskenmerken.
De jongvolwassene
Vaak zie je na een fysiek hoogtepunt tussen twintig en dertig jaar een stagnatie en daarna een heel
geleidelijke achteruitgang. Een genetische aanleg bepaalt samen met de levensstijl en de
leefomgeving dat er grotere onderlinge verschillen te zien zijn.
Wear and tear theorie = gaat ervan uit dat het gebruik van lichamelijke functies tot slijtage leidt.
Use it or lose it theorie = gaat ervan uit dat het gebruik van lichamelijke functies leidt tot behoud
ervan.
Lichamelijk gezien meest fitte periode uit het leven
1. Meeste kracht
2. Zintuigelijk het scherpst
3. Meest energiek
4. Meest stressbestendig
5. Slaapdeprivatie heeft minste impact
Reëel gevaar overgewicht
1. Ongezonde voeding
2. Roken
3. Alcohol
4. Onvoldoende bewegen
5. Ongezonde leefomgeving
6. Overbelaste spieren, gewrichten en pezen
De rijpere volwassene
Lichamelijke achteruitgang in fitheid
1. Minder kracht
2. Achteruitgang zintuigen
3. Minder energie
4. Overgang vrouwen (o.a. verlies vruchtbaarheid)
5. Seksuele problematiek mannen (erectiestoornissen)
Reëel gevaar gezondheidsklachten
Toename in kans op
1. Hart en vaatziekten
2. Kanker
3. Chronische aandoeningen (o.a. suikerziekte)
Komt door de stress en levensstijl van de jongvolwassene
2
, De overgang/climacterium
Biologisch proces dat er bij vrouwen toe leidt dat ze uiteindelijk niet langer vruchtbaar zijn. De
beginperiode noem je de menopauze. Overgangsklachten kunnen zowel van psychische als
lichamelijke aard zijn.
Verschillende betekenissen:
- Biologisch model: verandering komt door veranderde hormoonspiegel, deze stimuleert
veroudering.
- Feministisch model: bevrijding van de vrouw omdat ze zich minder een seksobject voelt.
- Cultureel-relativistisch model: ziet vrouw als seksueel en potentiële moeder, na menopauze
is vrouw dan ook niet meer veel waard.
- Erikson: ontwikkelingstaak die hoort bij deze levensfase.
Bij de mannelijke overgang wordt ook wel gesproken over de midlifecrisis.
Penopauze = als de man lichamelijke veranderingen en ongemakken ervaart.
De oudere volwassene
- Zicht verminderd (ouderdomsverziendheid/presbyopie).
- Gehoorverlies (ouderdomsdoofheid/presbyacusis)
- Vermogen om te proeven en ruiken gaat achteruit
- Slaapkwaliteit gaat achteruit
- Cascade breakdown = stoornissen in een orgaansysteem kunnen sneller leiden tot
stoornissen in andere orgaansystemen.
Gevolgen:
- Moeilijker om contact te leggen met de buitenwereld.
- Minder genieten van eten en drinken.
- Risico op ondervoeding.
Primaire veroudering = naarmate dat je ouder wordt, veroudert je
lichaam en wordt van mindere kwaliteit.
Secundaire veroudering = gevolgen van ziektes en leefstijlen op oudere leeftijd (overgewicht, roken,
beweging)
Cognitieve ontwikkeling (Piaget)
Vier stadia ontwikkelen hersenen
1) Sensomotorische stadium (0 t/m 1,5 jaar)
Ervaring opdoen met zintuigen en eigen motoriek
2) Pre-operationele stadium (1,5 t/m 7 jaar)
Oefenen met oorzaak-gevolg op basis van fantasie
3) Operationele stadium (7 t/m 12 jaar)
In concrete situaties logisch redeneren
4) Formeel operationele stadium (vanaf 12 jaar)
Logisch redeneren over denkbeeldige situaties
Uitbouwen van kennis en vaardigheden
- Ontwikkeling start als je iets nog niet beheerst.
- Ontwikkeling gaat in een vaste volgorde en onomkeerbaar,
- Ook is het cumulatief
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sannedv. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.