25-05-2020
HC 1
Belangrijke stromingen
- Behaviorisme = studie van (dier)gedrag, met name in het laboratorium. Ging
uit van een grote invloed van omgevingsfactoren op gedrag.
Stevig bekritiseert, vooral het labonderzoek want hoe representatief is dit voor
de echte wereld.
- Ethologie = studie van diergedrag, met name in het wild. Dieren in het wild
observeren.
- Cognitivisme = studie van mentale processen die ten grondslag liggen aan
gedrag. Om gedrag te kunnen begrijpen moet je de onderliggende cognitieve
processen begrijpen. Grondlegger -> Chomsky
- Evolutionaire psychologie = studie van de evolutie van mentale processen die
ten grondslag liggen aan gedrag. Vanuit het cognitivisme opgekomen. Vult
cognitivisme aan door ook evolutie erbij te betrekken.
Bekend onderzoek -> Cinderella-effect = zijn stiefouders ook echt gemeen of
is het alleen een sprookje? Blijkt dat stiefouders vaker hun kind doden dan
biologische ouders en dat vaker jonge baby’s gedood worden. Reden =
minder hechting (psychologisch mechanisme), omdat ze niet hun eigen genen
door hebben gegeven (onderliggend evolutionair mechanisme).
Naturalistic fallacy = aanname dat iets wat ‘natuurlijk’ is, daarmee ook meteen
goed is. Bv verkrachtingen, oorlog etc
- Gedragsecologie = studie van evolutie van gedrag in de natuur. Hoe passen
dieren hun gedrag aan de omgeving aan?
- Comparatieve psychologie = de menselijke psyche is geëvolueerd, die we
deels gemeenschappelijk met andere diersoorten hebben. Vergelijking tussen
diersoorten. Bv wat is het verschil tussen mens en aap?
25-05-2020
HC 2: Evolutionaire psychologie
Massive modularity hypothese = Wordt vergeleken met een zakmes met heel veel
verschillende componenten. Iedere component (module) is ontworpen voor een
specifieke taak. Het brein bestaat uit verschillende samenhorende componenten, alle
met een eigen functie. Is het brein wel zo specifiek?
Evolutionaire psychologie = psychologie die kennis heeft van evolutionaire biologie
met de verwachting dat deze kennis bijdraagt aan kennis over de werking van de
huidige menselijke psyche.
,op zoek naar universal humans = overeenkomsten over de wereld, dingen die over
de hele wereld gelijk zijn.
Aannames:
1. De menselijke psyche bestaat uit vele verschillende adaptaties
2. Adaptaties zijn gevormd door natuurlijke selectie
3. Adaptaties zijn functioneel gespecialiseerd
4. Mensen zijn geen fitness maximizers
Tellen van baby’s is geen goede maat, omdat de huidige maatschappij vooral
de westerse wereld veel conceptiemiddelen gebruikt en er niet massaal
sperma gedoneerd wordt. Kwantificeren van de seks-drive is beter.
5. Focus op psychologische mechanismen die ten grondslag liggen aan gedrag
Reverse engineering = start met de huidige menselijke psyche en gedrag. Welke
problemen uit het verre verleden konden hiermee worden opgelost?
Hiervoor moet je weten hoe de omgeving er vroeger uitzag. Wordt gezien als
de omgeving van evolutionaire adaptatie -> EEA = environment of evolutionairy
adaptedness. De omgeving waarin we geëvolueerd zijn. savanna-achtige omgeving,
jager-verzamelaarsmaatschappij, nomadische levensstijl, hoge kindersterfte,
voedselschaarste.
Adaptive thinking = start met problemen die onze voorouders moesten oplossen.
Welke adaptaties passen hierbij?
Samenvatting evolutionaire psychologie
- Functioneel gespecialiseerde psychologische mechanismen (massive
modularity)
- Reverse engineering en adaptive thinking
- Environment of evolutionary adaptedness
- Geen fitness maximizers -> door anticonceptie middelen
- Universal human nature -> overeenkomsten over de wereld
Behaviorisme -> we hopen algemene wetten van leren te ontdekken.
Hypothese -> keuze van CS, US en respons maakt niet uit. Associatie tussen
iedere CS en US kan met hetzelfde gemak aangeleerd worden.
Maar: een dier heeft gespecialiseerde zintuigen, motoriek en cognitie vanuit
een evolutionair verleden om met een bepaalde omgeving om te gaan
(preparedness)
Garcia effect -> geen algemene wetten om te leren, maar we hebben een bepaalde
preparedness om bepaalde dingen aan elkaar te koppelen. Contrapreparedness =
geen associatie gelegd. Mate van preparedness voor stimuli:
- Extreme preparedness voor associatie tussen smaak en ziekte
- Gemiddelde preparedness voor associatie tussen licht/geluid en schok.
- Contrapreparedness voor associatie tussen licht/geluid en ziekte.
- Contrapreparedness voor associatie tussen smaak en schok.
Nomologisch netwerk van evidentie.
, Evolutietheorie
- Er is variatie tussen organismen
- Er is sprake van erfelijkheid van eigenschappen
- Natuurlijke selectie -> Sommige varianten van eigenschappen verhogen de
fitness, welke door natuurlijke selectie ‘uitgekozen’ worden. Eigenschappen
kunnen je fitness verhogen of verlagen. Differentiaal reproductief succes
Evolutie van muzikaliteit
- Seksuele aantrekking
- Indruk maken op andere groepen
- Vergroten van sociaal gedrag binnen eigen groep; onderzoek met 4 jarige liet
zien dat dit het goede is.
Ouderlijke investeringstheorie = de mate van investeren dat ouders in hun
nakomelingen doen. Veel kinderen krijgen en weinig investeren? Weinig kinderen
krijgen en veel investeren?
Biologische investering van vrouwen -> negen maanden + 3-4 jaar borstvoeding
Biologische investering van mannen -> paar minuten
27-05-2020
HC 3
Gedrag = alle observeerbare processen waarmee een dier reageert op
waarneembare veranderingen in zijn omgeving of lichaam.
Natuurlijke selectie
Kan je selecteren op leren? Genetische variatie in leervermogen en in het onthouden
van de taak. Leren moet variatie hebben en moet erfelijk zijn.
Selecteren op leervermogen -> experiment met fruitvliegjes en twee schaaltjes met
ananas en sinaasappelsap, waarbij 1 met quinine. Fruitvliegjes die leren zullen de
quinine vermijden.
4 categoriën van Tinbergen’s ‘waarom’ vragen over gedrag:
- Functie = waarom leidt dit tot een hogere fitness, het nut ervan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amber-cn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.