Introductie psychobiologie
Kolb H1 The development of neuropsychology
1.1 The brain theory
De brein theorie = het brein is de oorsprong van het gedrag.
De hersenen bestaan uit 2 hemisferen (verbonden door corpus callosum) en bevatten
cerebrospinal fluid (CSF) -> beschermt de hersenen. Buitenste gedeelte van de hersenen =
cerebrale cortex.
Gyri = vouwen
Sulci = spleten
Fissura = grote sulci
Grote hersenen = cerebrum -> cognitieve functies (leren, plannen)
Kleine hersenen = cerebellum -> motoriek
Hersenstam -> regulatoire functies
Ruggenmerg -> communicatie tussen lichaam en brein
Hersenschors = cerebrale cortex -> bestaat uit 4 kwabben
- Frontaal kwab = cognitie, leren, plannen, spraak, bewegen, creativiteit.
- Pariëtaal kwab = somatosensorisch systeem, lichaamshouding en waar objecten zijn.
- Temporaal kwab = horen, leren, geheugen, taal en emotie.
- Occipitaal kwab = zien en objecten herkennen, visuele systeem
Centrale zenuwstelsel = hersenen + ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel = de rest van de zenuwen -> staan in verbinding met zintuiglijke
receptoren. Bestaat uit:
Somatische zenuwstelsel = communiceren met buitenwereld, prikkels van
buitenwereld ontvangen en bewegingen maken
Sensorisch
Motorisch
Autonome zenuwstelsel = reguleren van onbewuste functies
Sympatisch
Parasympatisch
Het perifere zenuwstelsel groeit aan na schade, het centrale zenuwstelsel niet (maar kan wel
functies van elkaar overnemen).
1.2 Perspectives on the brain and behavior
Aristoteles -> Mentalisme = filosofische aanname dat de psyche (geest) verantwoordelijk is
voor gedrag. Psyche is onafhankelijk van het lichaam maar werkt via het hart.
Descartes -> Dualisme = lichaam en geest staan los van elkaar maar er is wel interactie. Het
lichaam is een machine die op de buitenwereld reageert. De pysche bepaalde op welke
manier het lichaam, als machine, zou handelen.
Darwin -> Materialisme = rationeel gedrag kan verklaard worden door middel van de werking
van het zenuwstelsel.
1.3 Brain function: Insights from Brain injury
Frenologie = het idee dat de schedels vormen in relatie staat tot iemands gedrag en
eigenschappen. Uitstulpingen van de schedel kunnen wijzen op een goed ontwikkelde
eigenschap.
, Lateralisatie van functie = specialisatie van de hersenhelften in specifieke taken. Iets is
gelokaliseerd aan 1 kant van het brein.
Broca’s area = anterior spraak regio. Bij afasie -> patienten kunnen wel alles verstaan en
begrijpen, maar hebben moeite met praten.
Wernicke’s area = hecht betekenis aan woorden. Bij afasie kunnen mensen wel praten, maar
er is geen betekenis bij.
1.4 The neuron theory
Neuronen zijn de bouwstenen van de hersenen.
1. Neuronen zijn discrete, autonome cellen die interacteren maar niet fysiek gekoppeld
zijn
2. Neuronen zenden elektrische signalen die een chemische basis hebben
3. Neuronen gebruiken chemische signalen om met elkaar te communiceren
Het zenuwstelsel bestaat uit twee typen cellen: neuronen en gliacellen. Gliacellen liggen om
neuronen heen en voorzien deze van o.a. voedingsstoffen en afvoeren van afvalstoffen.
Neuronen bestaan uit cellichaam, dendriet en axon.
1.5 Contributions to neuropsychology from allied fields
Brain imaging;
- Computed tomography (CT) = scannen de mate waarin x-rays door het hoofd worden
doorgelaten. Beschadigde gebieden worden met donker aangegeven.
- Positron emission tomography (PET) = radioactieve vloeistof wordt ingespoten in
bloed. Deze vervalt -> zendt fotonen uit die gedetecteerd kunnen worden.
- Magnetic resonance imaging (MRI) = locatie van bewegende moleculen detecteren
door het magnetisme
- Diffusion tensor imaging (DTI) = detecteert de beweging van watermoleculen om
afbeeldingen te krijgen van zenuwpaden.
Kolb H2 research on the origins of the human brain and
behavior
2.1 Human origins and the origins of larger brains
Encefalisatie quotiënt (EQ) = de verhouding van de grootte van het brein ten op zichtte van
het lichaam. Mensen hebben het grootst.
Het nadeel van ons grote brein is dat het veel energie gebruikt, dus wij hebben veel voeding
nodig. Het voordeel is een grotere intelligentie.
Er zijn 4 theorieën over de vergroting van het menselijk brein:
- Klimaatverandering zorgde ervoor dat homonids zich moesten aanpassen. Selectie
druk, andere voeding etc
- Grotere hersenen waren een voordeel -> de levensstijl van primaten begunstigde een
steeds complexer zenuwstelsel. Sociale groep grootte hangt samen met breingrootte
en complexere jacht naar eten.
- Door een efficientere manier van hersenkoeling werd er meer ruimte gemaakt,
waardoor het brein kon groeien
- Neotenie = het blijven van jonge kenmerken in volwassenen.
Door de langzame rijping hebben het brein en lichaam meer tijd om te groeien.
Waarom bestuderen we niet-humane dieren?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amber-cn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.