In periode 2 van leerjaar 1 van de opleiding Social Work krijg je het vak sociologie. Deze samenvatting is gemaakt vanuit het boek en de colleges. Ook staan hier oefenstellingen bij, zo kan je controleren of je de stof beheerst. De antwoorden zijn tevens ook gewoon in dit document te vinden :)
Sociologie
Week 1 het terrein van de sociologie
Uitgangspunten:
1) Was je opgegroeid in een andere omgeving dan had heel veel van jou leven er anders uit
kunnen zien. We kunnen dus wel zeggen dat wie we zijn niet alleen maar beïnvloed word
door onze persoonlijkheid of ons karakter maar ook door de samenleving waarin we leven.
2) We zijn allemaal fundamenteel van elkaar afhankelijk (Interdependentie). Door
individualisering denken we dat we minder afhankelijk zijn geworden, de afhankelijkheden
worden alleen maar complexer en meer met elkaar verweven.
Sociologie = wetenschap van de manieren waarop mensen met elkaar samenleven. Objectiviteit en
neutraliteit centraal staat. Ze bestuderen de samenleving, alles wat zich tussen mensen afspeelt.
Vooral gericht op de westerse samenleving.
Het vergelijken van samenlevingen
Verschil in tijd en plaats
- Verantwoord te kunnen generaliseren; uitspraken doen op een algemener niveau dan dat
van een afzonderlijke samenleving.
- Verantwoord te kunnen specificeren; aan te kunnen geven waarin een bepaalde
samenleving zich van andere onderscheidt.
Sociologen zijn geïnteresseerd in twee soorten problemen.
1) Sociale problemen
Gaat om maatschappelijk ongewenste situaties. Grote variatie aan problemen, tijdsgebonden
karakter, zijn diverse interpretaties en oplossingen voor. Komen vaak voor tussen conflicten
en belangen tegenstellingen. Onderzoek naar sociale problemen zijn praktisch en vooral
gericht op het beleid.
2) Sociologische problemen
Fundamentele problemen zonder dat dat meteen nut heeft. Gaat over het beschrijven,
verklaren en is gericht op kennisverwerving.
Bij sociale en sociologische problemen kijk je naar demografische basisgegevens (bevolking),
geografische basisgegevens (fysieke omgeving en biologische basisgegevens (geslacht en leeftijd).
Bepaalde basisgegevens zijn niet alleen belangrijk omdat ze de samenleving beïnvloeden maar ook
omdat samenlevende mensen ze op hun beurt kunnen beïnvloeden. Dit geldt met name voor
demografische (bevolkingsomvang, bevolkingsdichtheid, bevolkingssamenstelling, geslachtsverhouding enz.) en
geografische condities (omgeving)
Sociologie = sociale context, bestuderen veel fenomenen op macro niveau
Sociale psychologie = theorieën van het individu (micro) in een sociale context
Ze gaan allebei over het bestuderen van gedrag van mensen
, Sociologen bestuderen het sociale en dat is alles wat zich tussen mensen afspeelt.
Cultuur: socialisatie en internalisatie (cultuur = het aangeleerde gedragsrepertoire dat mensen
behorend tot een groep of samenleving gemeen hebben).
Interactie: alles wat we direct kunnen waarnemen.
- Kan verbaal of niet-verbaal of beide tegelijk
- Vaak zoeken we naar emotionele bevrediging
- Tussen twee mensen of meer
- Harmonische samenwerking tot hevige conflicten
- Sterk eenzijdig of gelijke inbreng van deelnemers
- Fysiek maar ook indirect
- Kan niet volledig beheerst worden en heeft dus een onvoorspelbaar karakter.
Socialisatie
Mensen die met elkaar omgaan, beïnvloeden elkaar. Mensen die veel met elkaar omgaan,
ontwikkelen een gemeenschappelijk repertoire van gedragingen, kennis, symbolen, gewoonten,
opvattingen, vaardigheden, normen, kortom cultuur. Voor het proces van cultuuroverdracht wordt in
de sociologie de term socialisatie gebruikt. Socialisatie in de ruimste zin is al het leren, bedoeld en
onbedoeld, door mensen aan en van andere mensen. Meer in het bijzonder wordt met socialisatie
gedoeld op de leerprocessen die ertoe leiden dat kinderen tot ‘volwassen’ leden van de samenleving
worden. Veel onbedoelde socialisatie vindt plaats door imitatie daarbij treedt meestal ook een meer
of minder sterke identificatie op. Socialisatie gaat echter ook gepaard met dwang, met toedeling van
beloningen en straffen. Socialisatie wordt vaak geslaagd geacht wanneer de regels geïnternaliseerd
zijn.
Afhankelijk van de cultuur van een samenleving worden de opgroeiende leden op bepaalde
manieren en in bepaalde richtingen gevormd. Door sociale ervaringen vormt een opgroeiend individu
een beeld van zichzelf, krijgt een eigen identiteit. Het zelfbeeld van een opgroeiend individu, wordt in
hoge mate bepaald door de manieren waarop ‘belangrijke anderen’ zich tegenover dat individu
gedragen. Het individu leert zichzelf te zien door de ogen van de anderen en vormt zo een zelfbeeld
dat de houdingen weerspiegelt die die anderen tegenover hem of haar aan de dag leggen.
Nature VS nurture
Menselijk gedrag is niet aangeboren OF aangeleerd, maar aangeboren EN aangeleerd. Gedrag
ontwikkelt zich door genetische mogelijkheden en invloeden uit de omgeving. Aangeboren
verschillen tussen mensen zijn voor de sociologie belangrijk.
- Ten eerste zijn ze van belang omdat ze mede ten grondslag liggen aan individuele variaties in
gedrag en daarmee een fundamentele bron vormen van dynamiek en onvoorspelbaarheid in
het sociale leven.
- Aangeboren verschillen sociologisch van belang voor zover ze direct waarneembaar zijn als
uiterlijke fysieke kenmerken en mensen daar belang aan hechten.
- Ten slotte zijn in iedere samenleving twee soorten biologische verschillen belangrijk, niet
alleen doordat er betekenis aan wordt gehecht, maar ook doordat ze verschillen in
gedragsmogelijkheden met zich meebrengen.
o verschillen naar sekse
o verschillen naar leeftijd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sannedv. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.52. You're not tied to anything after your purchase.