Methodologie I
Methodologie betreft het proces tussen een wetenschappelijke vraag en het antwoord
daarop. Hoe doe je onderzoek zo dat het betrouwbaar is.
BLOK 1: STUDIEDESIGNS, FREQUENTIE- EN ASSOCIATIEMATEN
Risico’s = de kans dat ‘iets’ optreedt in een gegeven tijd.
Relatief risico = hoe verhouden de risico’s zich tussen twee groepen?
Het risico op verkoudheid onder Vit. C gebruikers is 0.85 keer
zo groot als dat van mensen die geen Vit. C gebruiken
Met een grotere tabel kan je niet in 1x een RR bepalen, maar wel
met delen van een tabel.
Odds ratio = Odds staan voor een “relatieve kans”
- Kans op X t.o.v. kan op niet X
- Bij odds speelt tijd geen rol – geschikt voor transversale en
retrospectieve studies
- Odds spelen een belangrijke rol in epidemiologie
Odds en risico’s
- Sterk verschillend bij hoge risico’s
- Veel hetzelfde bij lage risico’s
Laag risico = zeldzame aandoening
Odds hebben altijd een grotere getalswaarde dan hetzelfde risico
Patiënt-controle onderzoek
- Selecteer zelf patiënten en controle
- Vooral gebruikt voor zeldzame aandoeningen
Risico’s zijn niet te bepalen want de geselecteerde patiënten zijn al ziek = niet meer at
risk. Controles zijn wel at risk, maar die status kan niet veranderen
Daarom odds ratio gebruiken
Incidentiedichtheid = hazard
RR is gebaseerd op volledige
looptijd studie
,ID = 0,078 dit is een frequentie maat voor het optreden van deze ziekte
CI = 0,25 KANS op de aandoening oveer 4 jaar
Voordelen ID
- Minder gevoelig voor looptiijd van studie
- Minder gevoelig voor uitval
- Toepasbaar bij dynamisch cohort, waarbij start van studie voor verschillende
proefpersonen op ander moment kan zijn
Nadelen ID
- Denken in “persoonstijd at risk” is minder intuïtief
- In de praktijk lastig om persoonstijd bij te houden
- Verhuld uitgangspunt dat het risico constant is
Relatief risico (RR): deling van cumulatieve incidenties van twee groepen die verschillen in
status van de determinant
Incidentiedichtheidsratio (IDR): deling van incidentiedichtheden van twee groepen die
verschillen in status van de determinant
Interpretatie van beide effectmaten is bijna hetzelfde
- RR : groep A heeft over periode T 2 keer zoveel kans op X als groep B
- IDR : groep A heeft op elk moment 2 keer zoveel kans op X als groep B
Associatie maten bij dichotome gegevens
- Risicoverschil (RV)
- Number needed to treat (NNT)
- Attributieve proportie onder geëxponeerden/blootgestelden (APe of APb)
- Attributieve proportie voor de gehele populatie (Apt)
Alleen bruikbaar als RR ≥ 1
i i
RV =CI 1−CI 0= 1 − 0
p 1 p0
1
NNT =
RV
CI −CI 0 1
AP B= 1 of AP B=1−
CI 1 RR
CI tot −CI 0 p ( RR−1 )
AP T = of AP T =
CI tot p ( RR−1 ) +1
-
, BLOK 2: VERTEKENING
Selectiebias: vertekening van de effectschatting als gevolg van fouten bij de selectie of de
follow-up van onderzoekspersonen.
Selectiebias = “de kansen voor personen om te worden opgenomen in het onderzoek zijn
afhankelijk van de bestudeerde determinant (patiënt-controle onderzoek) of van de
bestudeerde ziekte-uitkomst (prospectief cohortonderzoek)”
Selectiebias in een Cohortstudie
- In een cohortstudie worden onderzoekspersonen gerekruteerd op grond van hun
expositiestatus (wel of niet blootgesteld)
Non-differentiële selectie: de selectiekans is weliswaar anders voor blootgestelde en niet-
blootgestelde kandidaten van het onderzoek, maar niet systematisch anders voor zieken en
niet zieken.
Differentiële selectie: De kans om als blootgestelde of niet-blootgestelde in de
onderzoekspopulatie terecht te komen is afhankelijk van de ziektestatus aan het einde van
de follow-up periode.
- Prevalentie veranderd
- Effectschatting is vertekend
Selectiebias in een patiënt-controle studie
“De kansen voor personen om te worden opgenomen in het onderzoek zijn afhankelijk van
de bestudeerde determinant (patiënt-controle onderzoek)”
Non-differentiële selectie: prevalentie van uitkomst is niet representatief voor werkelijke
prevalentie
- Prevalentie is veel groter, maar odds ratio blijft hetzelfde
Differentiële selectie: Bij selectie van cases waren blootgestelde kandidaten niet zo geneigd
mee te werken
- Prevalentie van blootstelling is dan vertekend
- Effect: wél vertekening van associatie
Informatiebias: het toekennen van een verkeerde status aan een proefpersoon. Je plaatst
iemand op grond van een meting in een categorie waar deze persoon juist helemaal niet
thuishoort.
- Non-differentieel: doorgaans onderschatting van het werkelijke effect
- Differentieel: over richting van vertekening valt niets te zeggen zonder verder door te
denken
Differentiele misclassificatie: Er kan een onder/overschatting van het effect komen doordat
de waarnemingen de werkelijkheid niet weerspiegelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mderomph. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.