Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen: Hoofdstuk 7: Gehechtheid en
hechtingsstoornissen
§7.2 De normale ontwikkeling van gehechtheid
Gehechtheid is een affectieve band die iemand tot stand brengt tussen zichzelf en een specifieke ander,
die hen over tijd en ruimte met elkaar verbindt.
Gehechtheidsgedrag is iedere vorm van gedrag dat er aan bijdraagt dat iemand in de buurt komt of
blijft van de ander die beter kan omgaan met de eisen die de omstandigheden stellen. Dit gedrag is het
duidelijkst als iemand moe, verdrietig of ziek is De ander kan troosten, verzorgen en geruststellen.
Gehechtheidsrelaties bieden een kind bescherming tegen gevaar en even een gevoel van emotionele
zekerheid. Een kind kan met elk van beide ouders een verschillende gehechtheidsrelatie hebben:
o Twee veilige
o Twee onveilige
o Veilige relatie met één van de ouders
o Onveilige relatie met één van de ouders
Bij gehechtheidsgedrag gaat het steeds om het reguleren van stressvolle situatie. Bij het reguleren van
stress zijn twee functies belangrijk:
1. De veilige basis (secure base)
De veilige basis speelt een rol als een kind een nieuwe, onbekende situatie gaat verkennen. Jonge
kinderen blijven dan in de buurt van hun ouders en zoeken fysiek contact met hen. Ze klampen
bijvoorbeeld vast.
2. De veilige haven (safe haven)
De veilige haven speelt een rol bij gevaar. Kleine kinderen missen de fysieke kracht om te vechten of
hard weg te rennen en zoeken daarom veiligheid bij een sterker, ouder en bekend iemand.
Advies: Als je in de praktijk de gehechtheid van het kind moet beoordelen onderzoek dan altijd de
relaties tussen kind en beide ouders, eventueel ook de relaties met andere significante opvoeders zoals
grootouders.
Er zijn vijf belangrijke aspecten van gehechtheid en gehechtheidsgedrag
1. Biologische verankering, maar culturele invulling
De mogelijkheid om je te hechten ligt biologisch vast en is nuttig: gehechtheidsgedrag bevordert
je overlevingskans.
Het gaat om de manier waarop ouder en kind met elkaar omgaan en om de opvoedingssituatie.
2. Kind, ouders en opvoedingssituatie
Om de kwaliteit van de gehechtheid te beoordelen is het nodig naar de kenmerken van ouders
en kid te kijken en naar de kenmerken van de opvoedingssituatie.
3. Mentale representaties
Mensen slaan in hun ervaringen met gehechtheid en relaties op in het intern werkmodel: Het
innerlijke proces waarin vroegere gebeurtenissen worden opgeslagen en de waardering die
hieraan wordt gegeven. Met behulp van deze ervaringen worden nieuwe situaties beoordeeld.
4. Gehechtheid is een proces
Het interne werkmodel wordt altijd ‘meegenomen’ maar kan door nieuwe ervaringen wel
veranderen. Hechting is een proces dat permanent in ontwikkeling is.
, 5. Gehechtheidsrelaties vormen samen een netwerk.
Kinderen kunnen met meerdere personen een gehechtheidsrelatie aangaan. Om de gehechtheid
van een kind goed te kunnen inschatten moet het complete netwerk in kaart gebracht worden.
Heeft het kind een onveilige relatie met beide ouders, dan kunnen veilige relaties met anderen
een beschermende factor zijn.
Het ontstaan van gehechtheid
Gehechtheid is nooit af, er is geen kritische periode voor gehechtheid. Het is een levenslang proces. Wel
is in de eerste levensjaren de gevoeligheid voor hechting groter. Dit wordt de sensitieve periode
genoemd.
Hechtingsprocessen tot het tweede levensjaar kunnen in vier fasen onderverdeeld worden.
1. Hechtingsprocessen voor de geboorte
Het ongeboren kind reageert op het stresshormoon van de moeder, en gaat zo als het ware deel
uitmaken van de sfeer en interacties in het gezin.
Het begin van hechting wordt gestart door gevoelens en fantasieën over het kind. Dit wordt
gestimuleerd door tekens van leven van het ongeboren kind, zoals beweging.
2. Gehechtheid direct na de geboorte
Met het accepteren van hun kind geven moeders de aanzet tot het hechtingsproces. De baby
hecht zich in de eerste maanden niet specifiek aan zijn ouders. Elke vriendelijke, responsieve
volwassene kan het kind troosten, voeden en verzorgen.
3. Gehechtheid in de eerste levensmaanden
In de eerste maanden vindt matching tussen ouder en kind plaats. Ouders leren om te gaan met
het slaap-, waak- en voedingsritme van hun kind. Als dit goed lukt spreken we van attunement
of afstemming: Het kind voelt zich veilig en comfortabel bij zijn ouders. Als dit niet goed lukt dan
is er sprake van mismatchment.
De kans op een veilige hechting is het grootst als ouders sensitief en responsief zijn en hun
gedrag continue en regelmatig is (voorspelbaar).
4. Gehechtheid na het eerste half jaar
Er ontstaat duidelijke gehechtheid aan één of meerdere personen. Bij één jarige leeftijd is de
gehechtheidsrelatie volledig ontwikkeld.
5. Gehechtheid vanaf 24 maanden
De gehechtheid krijgt meer cognitieve kenmerken zoals het interne werkmodel.
§7.3 Indelingen van gehechtheid en hechtingsstoornissen
Type gehechtheidsrelaties
Welk type gehechtheidsrelatie een kind met zijn ouders heeft hangt af van de balans tussen
gehechtheidsgedrag en exploratie en de (emotionele) communicatie tussen het kind en de
gehechtheidspersoon.
1. Veilig gehecht
Het kind heeft een snelle neiging tot exploratie. Er vindt weinig vermijding of afwering richting
de verzorger plaats. Deze kinderen hebben een goede balans tussen contact zoeken en er
zelfstandig op uit gaan.
, Opvoedingsstijl: Het zijn sensitieve en responsieve opvoeders die de signalen van hun kind
correct waarnemen en er goed op reageren, waardoor ze voor het kind voorspelbaar en
betrouwbaar zijn.
2. Onveilige gehechtheid: de vermijdende vorm (66%)
Het kind heeft (te) veel exploratie en is te enthousiast op onderzoek uit. Hij of zij reageert niet
op de terugkeer van een ouder. Ze lijken niet gestrest, maar dat zijn ze wel. Ze hebben een
verhoogde hartslag. Deze kinderen houden zich groot en denken dat ze het alleen moeten
opknappen., De verzorger wordt daardoor actief vermeden.
Opvoedingsstijl: de ouders reageren niet of inadequaat en weren contact af. Het kind reageert
daarop door weinig contact te zoeken met de opvoeder om teleurstellingen te voorkomen.
3. Onveilige gehechtheid: de ambivalente of afwerende vorm (33%)
Deze kinderen onderzoeken hun omgeving te weinig. Ze kunnen huilend of boos op de
verzorger afrennen als hij terugkomt en zich aan hem vastklampen, maar weren weer af als de
verzorger het kind wil optillen.
Opvoedingsstijl: De opvoeders gedragen zich tegenstrijdig. Ze zijn soms responsief en soms niet,
de ene keer geven ze weinig aandacht, en de andere keer juist erg veel. Ze zijn voor het kind
moeilijk voorspelbaar.
4. Gedesoriënteerde gehechtheid
Deze kinderen hebben geen strategie en lijken doelloos en tegenstrijdig. Zo schreeuwt het kind
bijvoorbeeld wel om contact maar als de verzorger er is vermijden ze hem sterk. Deze vorm van
gehechtheid komt vaak voor bij gezinnen waarin verwaarlozing, mishandeling, misbruik,
psychische stoornissen of onverwerkt verdriet voorkomt.
Opvoedingsstijl: De opvoeders jagen het kind angst aan. Ze opvoeders zijn onvoorspelbaar en
angstaanjagend. Het kind weet niet waar het aan toe is en ervaart stress zonder dat daar een
oplossing voor is.
Gehechtheid vaststellen bij kinderen
De psycholoog Mary Ainsworth ontwikkelde de ‘vreemdesituatieprocedure’. Deze methode wordt
gebruikt om te kunnen vaststellen of een kind veilig gehecht is.
De verzorger en kind worden in een observatieruimte gebracht met speelgoed. De verzorger doet niets
en de baby mag op onderzoek (exploreren) uitgaan. Vervolgens komt er een onbekende volwassene de
kamer binnen. De vreemde is de eerste minuten stil en begint daarna te praten met de verzorger. Na
een minuut praten begint de vreemde contact te zoeken met het kind. De verzorger verlaat de kamer.
De onbekende volwassene en de baby blijven alleen in de kamer achter. De verzorger keert terug en de
onbekende volwassene verlaat de kamer. De verzorger probeert de baby gerust te tellen en nu verlaat
ook de verzorger de kamer.
De baby is nu alleen in de kamer. De onbekende volwassene keert terug en begint opnieuw contact te
maken met de baby. De verzorger keert terug en de onbekende volwassene verlaat de kamer.
Het kind wordt tijdens deze vreemdesituatieprocedure met drie bronnen van stress geconfronteerd:
een vreemde omgeving, een verzorger die weggaat en een onbekende volwassene.
De methode meet of het kind bereid is om alleen of in aanwezigheid van anderen een vreemde
omgeving te onderzoeken. Ook de reactie van het kind op de scheiding van verschillende individuen en
de reactie van het kind op de onbekende persoon wordt gemeten. Als laatste wordt er gekeken naar de
reactie van het kind op verschillende herenigingen.
Al deze reacties geven informatie over het type gehechtheidsrelatie dat een kind met zijn ouders heeft.
Gehechtheid vaststellen bij volwassenen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritjong. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.