100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Constitutioneel Recht $7.07   Add to cart

Class notes

Constitutioneel Recht

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerkingen van alle hoor- en werkcolleges

Preview 4 out of 45  pages

  • June 24, 2021
  • 45
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Diversen
  • All classes
avatar-seller
INLEIDING CONSTITUTIONEEL RECHT
ALGEMENE INFORMATIE OVER HET VAK

Het tentamen bestaat uit twee onderdelen: een onderdeel met meerkeuzevragen (50%), vooral gericht op
kennis en toepassing van de stof en een gestructureerde open essay-vraag (50%), waarmee de vaardigheid in
het formuleren van juridische argumenten wordt getoetst.

HOORCOLLEGE 1: INLEIDING CONSTITUTIONEEL RECHT

Algemene definities van het publiekrecht
Wetgeving: Regering & Staten-Generaal (wet in formele zin – art. 81 Gw)
Bestuur: Regering, Koning en ministers, Staatssecretarissen, Gedeconcentreerde
bestuursorganen (bijv. Belastinginspecteur)
Colleges van advies: Raad van State (afdeling Advisering), Algemene Rekenkamer en Kiesraad
Rechtspraak: Hoge Raad, Gerechtshoven en Rechtbanken (Afdeling Bestuursrechtspraak van de
Raad van State, Centrale Raad van Beroep en College van Beroep voor het
bedrijfsleven)
Regelgeving: Centraal niveau (Algemene Maatregel van Bestuur, Minsteriele regeling)
Decentraal niveau (Provinciale verordening, Gemeentelijke verordening,
noodverordening burgermeester)
Lege ferenda Zoals het recht zou moeten zijn

INLEIDING

Het publiekrecht bestaat voornamelijk uit procedureel recht oftewel formeel recht. Procedureel recht
beschrijft de procedures. Binnen het publiekrecht kan een onderscheid worden gemaakt tussen drie verschillen
soorten recht, namelijk: strafrecht, constitutioneel recht en bestuursrecht.
Definitie constitutioneel recht
Constitutioneel recht ziet voornamelijk op de organisatie van de staat en de verhouding tussen burgers en de
overheid.
Welke organen zijn, onder welke voorwaarden, bevoegd tot het stellen van in de (Nederlandse) rechtsorde
geldende rechtsnormen?
- Geschreven en ongeschreven regels
 Beginselen van de democratische rechtsstaat
 Grondwet en Staat, ‘organieke wetten (wetten aangenomen met een gewone meerderheid, die
betrekking hebben op de werking van de organen en dus de organisatie van de staat, en waarvan
de totstandkoming in de Grondwet is voorgeschreven) en constitutionele gewoonten


Privaatrecht: juridische gelijkheid en gelijkwaardigheid van partijen
Publiekrecht: overheid kan eenzijdig rechtsgevolgen vaststellen
 Overheid: feitelijke handelingen en rechtshandelingen
 Kenmerkend: publiekrechtelijke rechtshandelingen (handeling die ertoe ziet om een rechtsgevolg
te creëren) via eenzijdig bindende besluiten




Pagina 1 van 45

,ONTWIKKELING RECHTSTAAT EN DEOMOCATIE

Theocratische staatsopvatting
- Θεός (god) en κρατειν (bestuur)
- Vorst/soeverein regeert in naam van God
- Princeps legibus solutus est (de vorst is niet gebonden aan de wet)
Natuurrecht
- Onveranderlijke, uit natuur voortvloeiende rechtsbeginselen
- Beperken bevoegdheden van vorst
- Ten behoeve van algemeen belang, anders recht op verzet tegen tiran
Feodale staat
- Vorst heeft militaire macht en financiële middelen nodig
- Vorst (leenheer) geeft in ruil domeingoederen aan leenmannen/vazallen
- Wederzijdse rechten en plichten
- Codificatie van gewoonterecht/natuurrecht
Model van de absolute staat
- Reactie op godsdienstoorlogen
- Bodin: absolute soevereiniteit
 Niet van andere machten afhankelijk
 Bevoegdheid tot scheppen nieuw recht
Klassieke liberale rechtstaat
- Locke
 Mensen als individuen met burgerlijke vrijheden
 Geven deel van natuurlijk vrijheid op aan staat in maatschappelijk contract
 Machtenscheiding
- Montesquieu
 ‘De l’esprit des lois’ (de mens is geneigd tot machtsmisbruik)
- Rousseau
 Contrat social
 Volonté générale


Beginselen van de klassieke liberale rechtstaat
1. Legaliteitsbeginsel
Alle overheidsoptreden dat inbreuk maakt op de vrijheid van burgers moet berusten op een wettelijke
grondslag (wet in formele zin of Gw) en worden uitgeoefend binnen de grenzen van het recht.
 Vrijheid = hoofdregel; beperking = uitzondering
 Beperkingen in positief recht (nauwkeurig beschreven worden)
 ‘wet’: eisen aan oorsprong (wetgevend orgaan) + inhoud (rechtszekerheid- en gelijkheid)




Pagina 2 van 45

, 2. (Horizontale) machtenscheiding: algemeen
 Rechtsbeginsel: waarborgt vrijheid burgers via verdeling overheidsmacht over meerdere
overheidsambten
 Locke (1632-1704) en Montesquieu (1689-1755)
 3 functies: wetgevende, uitvoerende (bestuur) en rechtsprekende functie
 Verkiezingen voor TK > regering verantwoording schuldig aan wettelijke macht door (politieke)
ministeriële verantwoordelijkheid (art. 42, lid 2 GW)
 Vertrouwensregel als sanctie: minister(sploeg) waarin Tweede Kamer geen vertrouwen heeft,
moet aftreden (tenzij regering besluit de Kamer te ontbinden)
 Rechterlijke macht controleert toepassing van wetten en regelgeving (rechtsprekende functie is
de enige functie die bij 1 instantie ligt)
 In NL is geen strikte machtenscheiding maar; checks and balances
- Samenwerking: formele wet komt bijvoorbeeld tot stand door samenwerking Staten Generaal en
regering (art. 81 Gw)
- Uitvoerende macht: zelfstandige bevoegdheid tot materiële wet- en regelgeving via Algemene
Maatregelen van Bestuur (vastgesteld middels koninklijk besluit - art. 89 GW)
- Controle: de Staten Generaal controleert op de regering op de ministeriële verantwoordelijkheid
Nb: de verticale machtenscheiding is de machtenscheiding tussen hogere en lagere overheden zoals provinciale
staten en gemeente


3. Grondrechten
 Primaat van individu en zijn rechten
 Initieel: beschermen tegen overheidsinmenging
 Evolutie: klassieke (burgerlijke en politieke) > sociale, economische en culturele
 Beperkingen (door formele wetgever) = uitzondering > beperkingsclausules
 Meergelaagdheid: Grondwet, EVRM en Handvest van de grondrechten van de EU


4. Rechterlijke controle
Uitwerking van machtenscheiding, legaliteitsbeginsel en grondrechten
 Locke: niemand rechter in eigen zaak
 Onafhankelijk rechter, benoemd door regering (art. 117 Gw)
 Toename van controle rechtmatigheid publiekrechtelijk handelen in 20 e eeuw:
- Legaliteitsvereiste en geen strijd met grondrecht
- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
- Rechtstreeks werkende verdragsbepalingen en Unierechten




Pagina 3 van 45

, Democratiebeginsel
 Gelijkheid voor de wet
 Representatieve democratie o.b.v. algemene, directe verkiezingen
 Terugdringen rol Koning
 Regering onder controle van parlement: politieke ministeriële verantwoordelijkheid (1848) en
vertrouwensregel (1868)
 Rechtstreekse verkiezing TK (1848) o.b.v. census (alleen personen die belasting mochten betalen
die mochten stemmen)
 1917: algemeen mannenkiesrecht + lijstenstelsel met enkelvoudige voorkeurstem en evenredige
vertegenwoordiging (= toebedeling zetels aan partij evenredig aan uitgebrachte stemmen) i.p.v.
districtenstelsel met meerderheidsstelsel
 1919: algemeen vrouwenkiesrecht
 De kiesdeler in Nederland is het aantal uitgebrachte stemmen / aantal zetels = 0,66% (ongeveer
als je iets van 50.000 stemmen haalt dan krijg je een zetel in de Tweede Kamer)


Democratische rechtstaat
 Actief en passief kiesrecht (actief = stemmen en passief = het recht om gekozen te worden)
 Politieke grondrechten (bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting)
 Pluriforme media (er moeten meerdere mediastations zijn om propaganda te voorkomen)
 Openbaarheid van bestuur en besluitvorming
Sociale rechtstaat
 Beschermende, stimulerende en herverdelende sociaal-economische maatregelen:
minimumvoorwaarden voor reële gelijkheid van kansen
 Verzorgingsstaat (vooral na WOII)
Participatiestaat
 Bijvoorbeeld raadgevende referendum




Pagina 4 van 45

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller markschut. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.07
  • (0)
  Add to cart