Gedragswetenschappen HBO-v leerjaar 1 periode 3 (2.1) samenvatting
2 views 0 purchase
Course
Gedragswetenschapen
Institution
Hogeschool Windesheim (HW)
Samenvatting van het vak gedragswetenschappen. Leerdoelen zijn uitgewerkt met behulp van het boek/hoorcolleges/werkcolleges en de ELO. Het gaat om periode 3 Op dit tentamen heb ik een 7.0 gehaald.
Week 1
Sociologen: gedrag wordt verklaard vanuit samenlevingsverbanden die mensen met elkaar
vormen, er wordt gekeken naar de groep, structuur en waarden en normen van een groep.
Sociologen bestuderen hoe wij met elkaar samenleven in de maatschappij; welke invloed we
op elkaar hebben en hoe de omgeving waarin we wonen ons beïnvloedt. Sociologen maken
duidelijk dat de maatschappij waarin je leeft jou beïnvloedt, vaak zonder dat je het zelf door
hebt.
Verschil sociologie en psychologie
Sociologen onderzoeken een groep en psychologen onderzoeken en individu. Sociologen
proberen het gedrag vanuit groepen te verklaren. Waarom in lager sociaal mileu minder oud
worden? (gedrag vanuit groepen). Sociologen zoeken naar verklaringen die bij aanpak van
problemen in de samenleving kunnen helpen.
Psychologen proberen het gedrag van de mens vanuit de persoon zelf te verklaren (aanleg,
erfelijkheid, karakter, persoonlijkheid, levensgeschiedenissen, trauma). Waar ligt het aan en
dan kijken hoe je het weer kan oplossen. Psychologen gedragsveranderingen bij mensen te
bewerkstellingen.
Verwoorden op welke twee samenhangende vragen sociologie antwoord probeert te
geven
1. Hoe worden mensen in hun gedrag beïnvloed door het feit dat zij deel uitmaken van
allerlei samenlevingsverbanden oftewel groeperingen?
Die groeperingen kunnen variëren van het gezin tot de samenleving als geheel.
- Microniveau: directe sociale omgeving van een individu
BV: het gezin, vriendengroep of team van collega’s
- Mesoniveau: wijdere sociale omgeving
BV: school, kerkgenootschap, wijk
- Macroniveau: maatschappij als geheel
2. Hoe zit (onderdelen van) de samenleving in elkaar? (Onderdelen van maatschappij zoals
gezondheidszorg)
Hoe zijn de machtsverhoudingen? Welke waarden en normen worden belangrijk gevonden?
Welke problemen vloeien voort uit het samenleven van mensen (zogeheten
maatschappelijke problemen)?
BV: alcoholverslaving is niet alleen een individueel probleem, maar ook maatschappelijk.
Jongeren gaan vaak alcohol gebruiken om bij de groep te horen. Alcoholgebruik kan ook een
reactie op allerlei problemen zijn etc.
Psychologiseren: mensen kijken alleen naar rol individu terwijl mensen worden beïnvloed
door het feit dat zij deel uitmaken van grotere sociale eenheden.
,Nijhof → individualisering → neiging om sociale of maatschappelijke problemen te herleiden
tot individuele problemen of afwijkingen. Er wordt niet gekeken naar grote druk waaronder
veel mensen in onze samenleving hun werk moeten doen.
Individualisering kan leiden tot uitstoting → banden tussen individu en groep worden
verbroken. Tegelijkertijd hebben we de neiging om mensen in groepen te categoriseren
(generalisaties).
Elias spreekt over relatieve autonomie van sociale processen t.o.v. individuele bedoelingen.
Mensen die met elkaar samenleven brengen sociale processen voort die geen van hen
tevoren zo bedoeld en gepland heeft.
Processen staan niet los van individu maar kan niet tot individuele bedoelingen worden
herleid. Ontwikkeling van de samenleving wordt niet door iets of iemand gestuurd en kent
toch bepaalde structuur en richting. Er is een wisselwerking sprake tussen individu en
samenleving die zorgt voor bepaalde handelingen van individu.
Pierre Bourdieu: individuen functioneren gedurende hun leven binnen de sociale ruimte
(samenleving) op een aantal verschillende velden: politiek, cultuur economie, wetenschap
etc. Iedereen beweegt zich op zijn eigen manier op de velden, waar sprake is van
machtsstrijd om schaarse middelen die beschikbaar zijn.
Habitus: duurzame en stabiele schema’s van waarneming en waardering die het alledaagse
handelen sturen. Deze schema’s heeft individu tijdens zijn leven in confrontatie met wereld
om hem heen ontwikkeld. Habitus is zowel objectief als maatschappelijk gegeven als
individuele geneigdheid en capaciteit. Bepaald voor belangrijk deel hoe individu naar
toekomst kijkt en welke mogelijkheden hij of zij voor zichzelf ziet. Habitus is door samenspel
van individuen gevormd en neemt vervolgens structurele (min of meer vaste) vormen aan en
beïnvloedt het handelen.
Wetenschappelijke benadering van sociologie
Sociologie is een empirische wetenschap, een wetenschap waarbij kennis voortkomt uit een
systematische waarneming van feiten. Sociologie probeert objectief vast te stellen hoe de
maatschappelijke werkelijkheid in elkaar zit. Onderzoek is belangrijk, want vanuit hier een
verklaring. Sociologen zijn zowel geïnteresseerd in de objectieve werkelijkheid als in de vraag
hoe mensen de werkelijkheid subjectief beleven.
Dit zal niet leiden tot formulering van wetmatigheden met betrekking tot menselijk gedrag.
Wel kunnen regelmatigheden, waarschijnlijkheden en patronen in kaart worden gebracht:
als a gebeurt, is de kans zo en zo groot dat b gebeurt.
Relevantie van sociologie voor verpleegkundigen
Sociologie kan verpleegkundigen helpen meer zicht te krijgen op:
- Het eigen gedrag en dat van anderen (patiënten, collega’s en vertegenwoordigers
van andere disciplines)
- Maatschappelijke factoren met betrekking tot zorg, ziekte en gezondheid, bv.
factoren die van invloed zijn op het functioneren van mantelzorg of het verband
tussen gezondheid en sociale klasse
, - De inrichting en ontwikkeling van de gezondheidszorg en de rol en positie van
verpleegkundigen daarin
- De positie van verpleegkundigen in allerlei groeperingen op micro-, meso- en
macroniveau.
- Gezondheidszorgvraagstukken (mantelzorg, zorgconsumptie, etikettering)
- Herleiden eigen opvattingen en gedrag
- Inzicht in rol en positie van VPK
Begrippen sociologisch duiden
- Interactie: mensen zijn op elkaar gericht en stemmen hun gedrag op elkaar af. Het
gedrag van een leidt tot een reactie van de ander (wisselwerking). Die reactie is
gebaseerd op een interpretatie oftewel een subjectieve definitie van de situatie. Die
definitie bepaalt het gedrag, of die definitie nu objectief waar is of niet.
- Interactiepatronen: patroon waarin iemand de interactie ziet.
- Interactieprocessen creëren mensen samen hun eigen werkelijkheid, verschillende
mensen zullen dezelfde situatie anders definiëren.
- Identiteit: de wijze waarop iemand zichzelf ziet (zelfbeeld), komt tot stand via allerlei
interactieprocessen.
- Zelfwaardering en identiteit worden grotendeels bepaald door sociaal-culturele
omgeving. Identificatie en separatie levert onze identiteit op.
- Role-taking: mensen verplaatsen zich in positie van een ander → verwachtingen
- Subjectieve definitie van de situatie: interpretatie van een ander/waarneming (BV:
agent ziet glimmende telefoon aan voor pistool).
- Collectieve definitie van de situatie: situaties waarvan we al hebben geleerd hoe wij
die moeten definiëren. We spreken dan van collectieve betekenissen.
- Referentiekader: ‘het geheel van waarden, normen, overtuigingen en
vanzelfsprekendheden op grond waarvan de leden van een groepering oordelen en
handelen’. Ook wel omschreven als de sociale bril waardoor iemand de werkelijkheid
bekijkt. Wordt [door interactie in groepering/media] actief gevormd: op deze wijze
construeren we onze werkelijkheid]. Hoe moeten anderen worden ingeschat, welke
verwachtingen hebben zij en wat ligt gevoelig. Wat is normaal of abnormaal voor een
ander.
- Selectieve waarneming: alle prikkels verwerken is onmogelijk. Adaptie: constante
prikkels na verloop van tijd - niet meer waarnemen.
- Sociale constructie: mensen scheppen met elkaar orde en een gezamenlijk beeld van
de werkelijkheid. Mensen bepalen wat ze normaal vinden. Tolerantie en mate van
wenselijke sociale afstand bepalen mate van verantwoordelijk houden van een ander
voor zijn/haar aandoening.
- Attributietheorie: mensen proberen waarnemen altijd te verklaren. Attribueren:
toeschrijven aan specifieke oorzaken (interne-, externe en een combinatie van
factoren)
- Fundamentele attributiefout: invloed [verantwoordelijkheid] persoon op handelen
wordt overschat en rol van omstandigheden onderschat. Interne factoren eerder als
oorzaak gezien dan externe factoren
Gevolgen beschrijven van etiketterings- en stigmatiseringsprocessen
Etiketteringsproces → we plakken een etiket op iemand.
, Scheff → mensen die naar ons gevoel bepaalde regels overtreden maar die wij niet kunnen
indelen in een bepaalde categorie lopen risico om geëtiketteerd te worden als psychiatrisch
patiënt.
De eigenschappen die iemand heeft, zijn in feite niet bepalend voor het etiketteringsproces
(hokje plaatsen). Bepalend is de reactie van de omgeving. Iemand is niet afwijkend, maar
wordt door anderen afwijkend genoemd.
Etikettering is sociaalpsychologisch proces waarbij bepaalde mensen op grond van uiterlijk of
gedrag worden gestempeld en vervolgens in termen van dat stempel worden bejegend.
Etikettering: hokje plaatsen
Stigmatisering: brandmerken met grote gevolgen
Bepaalde eigenschappen krijgen een hele negatieve lading → stigma’s: brandmerk, een zeer
negatief etiket.
Drie soorten stigma’s (Goffman):
- Lichamelijke gebreken en afwijkingen (huidaandoeningen, amputaties)
- Als ongewenste beschouwde karaktertrekken (psychische stoornissen, verslaving)
- Collectieve stigma (bepaald ras, volk of religie)
Gevolgen:
- Contact mijden
- Gestigmatiseerde kan in maatschappelijke isolement terechtkomen
- Groepen mensen kunnen volledig worden uitgesloten of zelfs worden vermoord
- Negatief weggezet
- Niet makkelijk een baan
- Niet makkelijk geaccepteerd
Eén bepaald kenmerk van iemand wordt uitgelicht en krijgt een enorme betekenis. Alle
andere kenmerken en eigenschappen worden erdoor overschaduwd en lijken bijna niet
meer te bestaan.
- Vooroordeel: een mening die niet op feiten is gebaseerd, meestal over iemand of een
groep mensen. Vooroordelen zijn moeilijk te veranderen, omdat mensen vaak alleen
die dingen zien die hun vooroordeel bevestigt.
- Stereotype: vaststaand beeld, met name van een bepaald type persoon of een
bepaalde (bevolkings)groep waardoor de werkelijkheid sterk vertekend wordt. We
hebben de neiging om mensen in te delen in bepaalde groepen en kenmerken toe te
schrijven aan die groepen.
- Selffulfilling prophecy: een foute definitie van de situatie die gedrag oproept
waardoor de foute definitie waar wordt. Je denkt iets wat niet klopt, maar door jouw
gedachten en gedrag wordt dat wat niet klopte realiteit.
- Selfdestroying prophecy: men heeft een juiste definitie van de situatie waarnaar men
gaat handelen waardoor de juiste definitie onjuist wordt (BV: er wordt gezegd dat er
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphne040203. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.