Motorische Ontwikkeling En Motorisch Leren (BWB217)
All documents for this subject (12)
Seller
Follow
AlyssaU
Content preview
MOTORISCHE
ONTWIKKELING EN
MOTORISCH LEREN
College aantekeningen
2019/2020
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN
Groningen
,College 1 - Introductie van theorieën
Motorische ontwikkeling is de verandering in motorisch gedrag die in de kindertijd zichtbaar is. Dit
gebeurt door processen die deze ontwikkeling tot stand brengt, die weer beïnvloed worden door
factoren die gedrag beïnvloeden.
Een aantal begrippen om mee te beginnen:
- Genese: wording, ontstaan van iets nieuws
- Ontogenese: de ontwikkeling van het individu
- Fylogenese: de ontwikkeling van het soort
- Recapitulatie hypothese: stadia van verschillende dieren lijken erg op elkaar. Ontogenese is
de recapitulatie van de fylogenese.
- Ontwikkeling: de veranderingen in gedrag die in de kindertijd zichtbaar worden, kwalitatieve
veranderingen.
- Leren: individuele veranderingen in het gedrag die het gevolg zijn van exogene factoren.
- Groei: kwantitatieve biologische veranderingen.
- Nature: alle eigenschappen liggen besloten in het kind.
Nieuwheid: kennis ligt opgeslagen in de genen
Vooraf bepaalde ontwikkeling
- Nurture: het kind start als een leeg blad en wordt gevormd door opvoeding en onderwijs
Nieuwheid: kennis ligt opgeslagen in de omgeving
Onderliggende structuren blijven gelijk
Nieuwheid door leren
Leren is altijd mogelijk
- Interactie: wederzijdse beïnvloeding van aangeboren structuren en omgevingsfactoren.
- Continu:
Nieuw gedrag komt voort uit eerder gedrag
Groei/leren
Kwantitatieve veranderingen
Meten gedurende seconden tot dagen
- Discontinu:
Nieuw gedrag komt voort uit nieuwe interne structuren ipv eerder gedrag
Ontwikkeling
Kwalitatieve veranderingen
Meten gedurende weken tot maanden
,Theorieën
Nativisme: ontwikkeling wordt bepaald door endogene factoren. Ontwikkeling is de rijping van het
centrale zenuw stelsel.
Preformisme: ontwikkeling is het ontvouwen van structuren die bij de geboorte al aanwezig zijn, er is
een continue ontwikkeling.
Predeterminisme: ontwikkeling is een proces van kwalitatieve differentiatie, ontwikkeling is niet
continu maar discontinu.
Empirisme: ontwikkeling wordt bepaald door exogene factoren, ontwikkeling is leren.
Interactionisme: ontwikkeling wordt bepaald door de wederkerige interactie tussen de omgeving en
het individu, ontwikkeling is interactie van rijping en leren.
1900- 2e wereldoorlog
Ontwikkelings-psychologie Maturatie theorie /Nativisme Gesell, Shirley, McGraw
Na 2e WO-1970
Descriptief/maturatie
Physical Education Rarick, Piaget
Interactionisme
1. Veranderingen in het morfologie van het gedrag vormen de basis voor het begrijpen van de
ontwikkeling.
2. De morfologie reflecteert veranderingen in de onderliggende neurale structuren.
3. Veranderingen in het centrale zenuw stelsel zijn een autonoom product van de groei, zij
worden niet beïnvloed door de omgeving.
Voor gedrag zichtbaar wordt/was kwamen er eerst op de plek veel neuronen, meer dan nodig was
voor het uiteindelijke gedrag. Zo kon het zich aanpassen aan de omgeving, wat uiteindelijk niet nodig
was stierf weer af.
Biologische ontwikkeling gaat gewoon door, het hangt niet af van de exogene factoren.
Rijpingsopvatting van Gesell (Gesell was geen experimentalist)
1. Universele invariante ontwikkeling, een opvolging van stages. Dit doet elk kind.
2. Tweelingen onderzoek: kinderen gingen op hetzelfde moment het zelfde gedrag vertonen,
dit komt dus puur door de genen.
Verbetering van het onderzoek door controle groep toe te voegen of door tweelingen in
verschillende omgevingen op te laten groeien.
3. Beperkte invloed van oefening/training
4. Beperkte invloed van lichamelijke stoornis
5. Overeenkomst in ontwikkeling op andere gedragsterreinen
Ontwikkelingsrichting:
- Cephalo-caudaal: bewegingen beginnen bij de romp en ontwikkelen dan richting het
staartbeen.
- Proximo-distaal: bewegingen beginnen vanuit de romp en vanbinnen uit naar buiten onstaan
de ontwikkelingen, dus als laatste de hand bewegingen.
- Wederkerige doorweving: kinderen doen alles symmetrisch
- Functionele asymmetrie: later kunnen ze pas asymmetrisch handelen.
Foetus beweegt als kind hetzelfde als in de buik, dus dit kan niet kloppen.
Niet van Gesell -> Grof-motorische ontwikkeling komt eerder dan de fijn-motorische ontwikkeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AlyssaU. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.72. You're not tied to anything after your purchase.