1 KOMEN TOT ZINVOLLE REVALIDATIE
(Neurologische) revalidatie = Probleemoplossend proces
Stappen van methodisch handelen
stap 1: aanmelding stap 4: analyse van de gegevens
Inventarisatie hulpvraag stap 5: behandelplan (opstellen zorgplan)
Screening ‘pluis/niet pluis’ stap 6: behandeling
stap 2: aanvullende (hetero)anamnese (uitvoeren van interventies)
stap 3: basis- en aanvullend onderzoek stap 7: eindevaluatie
Neuro- & PsychoMotorisch? (ev. tussentijdse evaluaties)
Musculoskeletaal? stap 8: afsluiting
Cardiovasculair/Respiratoir?
VB 1 Klachtentriade: vertigo (duizeligheid) - nekpijn - hoofdpijn -> mogelijke oorzaken
BPPV = benigne paroxysmale positioneringsvertigo
Labyrint (3 halfcirkelvormige kanalen) -> kristallen (otoconia) van centraal deel migreren naar
halfcirkelvormige kanalen waar ze zorgen voor(draai) duizeligheid bij hoofdbeweging.
Nekklachten secundair (compensatoir) en hoofdpijn niet heel uitgesproken
Behandeling: repositie- en bevrijdingsmanoeuvres, habituatietraining
VBI / CAD = vertebro-basilaire insufficiëntie / Cervicale arteriële dysfunctie
Basilair systeem kwetsbaar -> comprimatie van bloedvoorziening thv structurele
veranderingen, Extensie of rotatiebeweging, congenitale afwijkingen, degeneratieve
aandoeningen -> zuurstoftekort gaat ook voor andere neurologische problemen zorgen
Diffuus gevoel van duizelig/instabiel zijn, meer uitgesproken occipitale hoofdpijn, had
voordien al lang nekklachten (structurele of degeneratieve veranderingen)
Behandeling: niet kinesitherapeutisch -> complicaties/ verslechten doorbloeding. Wel
ontspanningstechnieken voor spieren cervicale WK
CPV / CVD = cervicogene proprioceptieve vertigo / cervicogene duizeligheid
Aspecifieke duizeligheid (instabiliteit) geassocieerd met hoofdbewegingen en nekpijn/
stijfheid
Blokkages thv facettaire gewrichten - proprioceptie afwijking cervicale WK - verandering
cervicogene proprioceptieve input vanuit CWK
Degeneratie/dysfunctie facettaire gewrichten en diepe cervicale musculatuur
Behandeling -> clearance van beweeglijkheid
Algemeen: Variaties klachtenpatroon: timing vd klacht (primair of secundair symptoom), duurtijd,
uitlokking, (contra)indicaties kiné behandeling, rode vlaggen (!)
VB 2 CVA patiënt loopt in gang van revalidatieafdeling steeds tegen karretje dat links van hem staat
ondanks afwezigheid hemi-anesthesie en hemiparese.
Homonieme hemianopsie
Letsel van visueel systeem thv tractus opticus aan rechter zijde
(°4) Neemt prikkels niet op.
Visus probleem -> patiënt weet wat ze niet zien en gaat zinvol
compenseren
Horizontale blikparese
Externe oogbol motoriek uitgevallen (craniale zenuwen 3, 4 en
6) Waardoor blik kan niet het hele verloop volgen -> ogen kunnen
middellijn niet kruisen - zinvolle compensaties mogelijk
Komt regelmatig voor bij CVA patiënten
1
,Hemispatieel visueel neglect
Geen aandacht hebben voor visuele veld aan 1 bepaalde zijde. Rechter hersenen zijn dominant voor
visuospatiele oriëntatie (vaakst aangedaan, duidelijker)
Kunnen niet compenseren want beseffen probleem niet
(Neurologische) revalidatie = Educatief proces
Therapeut als coach -> laten leren en/of herleren: principes van motorisch (her)leerproces
(Neurologische) revalidatie = Doel = reduceren van disability/handicap ondervonden op alle niveaus
(IFC)
(Neurologische) revalidatie = Kunnen werken binnen de beperkingen van de ziekte op zich (belangrijk
om prognoses te kennen) en van de situatie waarbinnen men zich bevindt (materialen, omgeving en
andere resources)
2 MOTORIEK BESTAAT NIET
Model van Mulder: proces gericht model van menselijk motorisch gedrag: Hiërarchisch model.
Motorisch gedrag = resultaat van flexibel CZS, dat zich vlot kan aanpassen aan veranderende
omstandigheden en waarbij de integratie van cognitieve, motorische en perceptuele mechanismen
van groot belang zijn.
EXAMEN: GEEF SCHEMA + PLAATS BEPAALDE
AANDOENING IN SCHEMA
Vb. Asomatognosie = gestoord lichaamsschema
Gnosieën behoren onder stimulusherkenning
Vb. Homonieme hemianopsie
Behoort onder sensorische input want is
probleem met prikkelwaarneming
Vb Gangapraxie
Planning van handelingen verstoord
Behoort tot sequencing
Activatieniveau (arousal); zekere zintuigelijke en motorische alertheid is voorwaarde voor iedere
vaardigheid. Icm graad van bewustzijn. Het adequaat kunnen reageren op een stimulus
Aspecifiek = wakker of niet
Bewustzijnsniveau is hersenstamfunctie
2
,Aandacht - verschillende aspecten dus verschillende hersenzones
Passieve tov actieve aandacht -> bron - aandacht getrokken door of aandacht geven aan
Externe tov interne -> gericht op - pijn (int) of een voorwerp (ext)
Selectiviteitsdimensie van aandacht
Coverte tov overte aandacht -> oogbeweging-bron - in gezichtsveld of niet
Intensiteitsdimensie (kwantitatief aspect)
Alertheid (activatieverhoging (autonome en centrale processen)
Volgehouden aandacht -> aan of uitschakelen -> perseveratie (fixatie op deelhandeling)
Aandachtscapaciteit
Verdeelde of gespreide aandacht (divided attention) ivm Aandachtssturing
2.1 MODEL VAN MULDER
Intentie/ doel Intentionele aspecten van een beweging,
Probleemoplossend gedrag
Motivatie: Kan abstract of een concreet doel zijn
Sensorische selectie Vermogen CZS om relevante info te selecteren voor uit te voeren beweging
(multimodaal)
Aandacht/ concentratie - Afleiding vs obsessie
Facilitatie door geheugen
Stimulusherkenning Stimulus krijgt betekenis (vorm, functieherkenning, ..) = gnosis/ perceptie
Is niet gelijk aan binnenhalen van de prikkel
Geheugen = kennisreservoir (subtiele relatie tussen kennis en actie)
Sensorische integratie (uni naar multimodaal)
Verschillende stimuli (met mogelijk versch betekenis) samenbrengen ->
creatie (multimodale) situatie
Anticipatie
Illusie= onvolledig visuele waarneming zorgt ervoor dat je denkt dat je iets anders ziet, hersenen gaat
zelf een invulling proberen geven/ gaat proberen de gaten op te vullen
Hallucinatie = betekenis geven aan iets dat er niet is/ iets zien dat er niet is (pathologisch!)
Programmeerregel Abstracte, amodale representatie van een taak -> gekoppeld aan
omgevingssituatie
Schematheorie van Schmidt (motorische programma's)
Obv herhaling van bepaalde klasse van bewegingen ontstaat prototypische
representatie = programeerregel
Keuze motorisch antwoord afhankelijk van betekenis die aan omgeving of
situatie gegeven wordt – mede bepaald door geheugen
Programmering Constructie van een ad hoc motorisch programma obv verworven
programmeerregels en actuele info die ter beschikking is in de omgeving
Handelingsvaardigheden (praxis): Parametrische specificatie
Plan (sequencing) -> aantal handelingen in logische volgorde uitvoeren om
doel te bereiken
(Houdingscontrole/ posturale controle)
3
, Apraxie= onvermogen om complexe handelingen (in de correcte volgorde) uit te voeren
Agnosie= probleem met betekenis geven aan een bepaalde stimulus
Feedback Tijdens / na (in- en extrinsiek) beweging naar alle niveaus
Continue stroom aan afferente info is nodig voor het zich ontwikkelen en
actualiseren van de programmeerregels.
Feedforward Voor balanscontrole - sensorische modaliteit = Zicht/ visuele info (ook pro-
actief om hindernissen te ontwijken)
Voor de beweging bereidt systeem voor (anticipatie) adhv tijdelijke verhoging
van de gevoeligheid
2.2 Ecologisch valide evaluatie
Op welke manier zinvol evalueren: bijvoorbeeld door dubbeltaken toe te voegen (functionaliteit
zoals in dagelijks leven) of door de ideale omstandigheden in te perken (oneven ondergrond,
hindernissen, ..)
Bijkomend testen: (toevoegen aan basismeting) -> Vermindering perceptuele afhankelijkheid/
cognitieve regulatie / sensorimotorisch adaptatievermogen
Houding en locomotie - beperkingsniveau:
Basismeting: stand en gang onder optimale condities
Perceptuele manipulaties: staan en stappen in verduisterde ruimte, stappen met/zonder
perifere/centrale visus
Cognitieve manipulaties: dubbeltaken (praten tijdens wandelen)
Sensorimotorisch systeem: aanpassingen uitvoeren in afwachting van (on)verwachte
uitwendige verstoring -> wijzigingen kunnen uitvoeren aan motorisch programma
Vb. Gangpatroon aanpassen voor men op een roltrap stapt (ritme aanpassen om met een goede
timing op de roltrap te stappen)
2.3 Ecologisch valide oefensituatie
Leren kan men zien als een set van processen geassocieerd met oefening en ervaring die leiden tot
relatief stabiele verandering in gedrag
3 cruciale voorwaarden voor verwerven van programmeerregels (Mulder):
o Beschikbaarheid relevante feedback
o Variabele oefensituatie
o Ontwerpen van geschikte oefensituatie volgens wet van gemeenschappelijke elementen
('law of identical elements') -> trainen van verloren functie in omstandigheden waarin
bepaalde functie nodig is (bvb tijdens locomotie of sportspecifiek)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MaaktNiZoveelUit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.