College 1
In dit college worden uit PowerPoint 1 de 3 belangrijke punten behandeld over neuropsychologie
➢ Waarom ontwikkelingsgerichte neuropsychologie (kinderneuropsychologie)?
➢ Verschil tussen klinische en experimentele neuropsychologie
➢ Inzage in wat voor type testjes er zoal zijn
Vervolgens uit PowerPoint 2 stof over de ontwikkeling van het brein
PowerPoint 1
Key 1: Ontwikkelingsgerichte neuropsychologie
➢ Definition of developmental neuropsychology → cursus spitst zich toe op
ontwikkelingsneuropsychologie.
➢ Study of brain and behaviour: studie van hersenen in relatie tot gedrag
➢ Why developmental? Waarom op ontwikkeling?
Why a developmental perspective?
1. Onderscheid ontwikkelings- vs. verworven stoornis
Developmental disorders differ from acquired disorders. Als we het over ontwikkelingsstoornissen/
problemen hebben, dan moeten we een onderscheid maken tussen:
➢ Developmental disorders (ontwikkelingsstoornis):
o Detected early in childhood. Vaak vroeg in de ontwikkeling al opgemerkt/
aangetroffen.
o Require early intervention to minimize associated deficits. Vroeg ingrijpen is vereist
om de bijbehorende tekorten te minimaliseren.
o Protect development of unaffected functions. Om de ontwikkeling van onaangetaste
functies te beschermen. Vaak gericht om erger te voorkomen. Ook andere gebieden
van ons gedrag zullen aangetast worden. Stel een kind zit in een rolstoel, dan is
gymnastiek erg goed om te voorkomen dat een kind te dik wordt.
o Oorzaken zijn niet altijd bekend. Er zijn wel ideeën. Zeker met voortschrijdend inzicht
kunnen ontwikkelingsstoornissen steeds vaker als verworven stoornis uitgelegd
worden. Zo zou veel stress bij vrouwen tijdens de zwangerschap kunnen leiden tot
ADHD. Hier kan dus een verschuiving in plaatsvinden. Er kan mogelijk een weg
afgelegd worden van ontwikkelingsstoornis naar verworven stoornis.
➢ Acquired disorders (verworven stoornis):
o Ene moment is je kind nog volledig in tact, het kan praten, denken, etc. Het kind
raakt vervolgens betrokken bij een ongeval en er ontstaat hersenletsel. Daarna
veranderen allerlei functies.
o Different causes/verschillende oorzaken. Oorzaak is vaak wel bekend.
o Different consequences for recovery/verschillen wat betreft herstelfuncties:
children’s brains are developing rapidly →
▪ Greater plasticity – Kennard principle: plasticiteit is een reactie van de
hersenen op een stressvolle gebeurtenis, het hergroeperen van functies,
andere functies overnemen, etc. Het heeft veel betekenissen. Maar dit is niet
altijd gunstig. Als we het over kinderen hebben, is het idee dat de plasticiteit
groter is. Kennard principle: hij formuleerde een principe wat betekend dat
als het dan toch je lot is hersenletsel op te lopen, dat het maar beter vroeg in
de ontwikkeling kan. Dan is er juist nog een grote plasticiteit. Echter gaat dit
vaak niet op. Het blijkt dat het tegengestelde wel eens waar zou zijn: hoe
eerder het ongeval plaatsvind, hoe meer kwetsbaar dat is.
, ▪ Greater vulnerability: kwetsbaarheid. Is bij kinderen groter dan bij
volwassenen. Dat geld in ieder geval. Over bovenstaand is discussie,
onderstaand is duidelijk. Alles wat in de groei is, is kwetsbaarder dan
wanneer het uitgerijpt is.
Tegenstelling Kennard principle
Oudere kinderen herstellen veel beter. De rode balk (functies na 24 maand) is veel groter bij oudere
kinderen dan bij jongere kinderen ten opzichte van de blauwe balk (functies na 4 maand)
2. Verschil in diagnose
Diagnosis is different. Wat betreft diagnose is er een verschil tussen kinderen en volwassenen. Bij
een kind moet je met elkaar een beeld schetsen van wat er met een kind aan de hand is. Bij
volwassen en verouderde neuropsychologie brengt iemand zijn eigen probleem onder woorden.
A child’s behavioural repertoire changes continuously making it difficult to determine when a process
is dysfunctional. Het gedragsrepertoire veranderd voortdurend. Bepaald gedrag hoort bij een
bepaalde leeftijd. Kinderen groeien en worden ouder. Op een bepaalde leeftijd is gedrag heel
merkwaardig, op een latere leeftijd bijv. niet meer. Wat een baby als bepaald reflex heeft is goed, en
bij een volwassenen is dat vreemd.
➢ Behaviour considered “normal” at one age is considered deviant at a different age e.g.
language, self regulation: op een bepaalde leeftijd is gedrag merkwaardig. Dat heeft invloed
op de diagnose.
➢ The same observable behaviour can be mediated by different underlying mechanisms at
different ages → disorders are not immediately apparent. De ontwikkeling verloopt van
achter naar voor. Bepaalde eigenschappen worden eerst door lagere hersengebieden
geactiveerd. Denk aan impulsiviteit/iets onderdrukken. Bij volwassenen wordt dat geregeld
door een ander hersengebied (frontaalkwab). De frontaalkwab is bij kinderen nog lang niet
voltooid. Die houdt zich dan daar nog niet mee bezig. Het wordt eerst geregeld door lagere
gebieden. Deze gebieden regelen dit anders. Dat heeft invloed op de diagnose.
➢ Not all behaviours are sufficiently well-developed to be directly measurable at all ages e.g.
cognition in infants. Gedrag is niet altijd makkelijk observeerbaar/meetbaar. Soms kun je
bijv. opdrachten niet uitleggen. Daardoor stel je de diagnose ook anders.
3. Verschil in prognose
Ook wat betreft prognose zijn er verschillen tussen kinderen en volwassenen. Prognosis for long-
term development are less clear for/ prognose voor ontwikkeling op lange termijn is minder duidelijk
om:
➢ Neurological or anatomical reasons: neurologische of anatomische redenen
o Positive consequences of plasticity: de problematiek verminderd naar mate kinderen
wat ouder worden vanwege die plasticiteit.
o Negative consequences of plasticity: “crowding”: negatieve consequenties van die
plasticiteit. De taalfuncties gaan dingen van elkaar overnemen. Daar is tijd voor
nodig. Dat doet die omdat het kind bijv. een kwetsuur heeft opgelopen links,
, waardoor rechts het gaat overnemen. Maar de rechter deed al het nodige. Als hij er
ook nog andere dingen bij moet nemen, wordt het druk: crowding. Het komt de taal
ten goede, maar gaat ten koste van de andere taken van rechts. Zie voorbeeld
hieronder.
o Greater vulnerability: Grotere kwetsbaarheid
➢ Functional or behavioural reasons. Om functionele of gedragsredenen
o Positive: behavioural compensation: gedragscompensatie.
o Negative:“growing into deficit”. Kom je niet tegen bij volwassenen. Betekend dat je
langzaam in je eigen problematiek gaat groeien. Een baby wat nog niet kan lopen,
krijgt een kwetsuur, waarbij de motorische kwab is betrokken. Het duurt nog lang
voor de problematiek zichtbaar wordt, want de baby hoeft ook nog niet te lopen,
waardoor er geen problematiek zichtbaar is. Ontstaansgeschiedenis is veel eerder
dan wanneer je de consequenties waarneemt. De ontwikkeling gaat echt anders
verlopen.
Example of crowding
➢ Girl, 7 yrs, lesion in left fronto-temporal hemisphere. Lesie in de linker hersenhelft. The right
hemisphere will take over the language functions. De rechterhelft gaat de taalfuncties
overnemen, waardoor de rechterhelft het erg druk krijgt met alle taken (denk aan visuele
problemen). So, the right hemisphere becomes crowded (de rechterhersenhelft krijgt het te
druk)
➢ 7 years later: IQ profile is now showing the expected visual processing deficit. Beeld van het
IQ vertoont nu het verwachte tekort aan visuele verwerking. Misschien dat daardoor de taal
wel redelijk blijft (natuurlijk wel iets minder), maar daardoor gaan andere zaken ook
achteruit.
➢ Conclusie: The crowding phenomena make the building-up of prognosis more difficult in
children compared to adults. De verschijnselen van verdringing maken het opbouwen van de
prognose bij kinderen moeilijker dan bij volwassenen.
Leeftijd: 7 jaar Leeftijd: 14 jaar
Plaatje 1: onderdelen van de test (punten) liggen vlak na het ongeval best wel redelijk tegen de norm
aan.
Plaatje 2: 7 jaar na het ongeval is het verbaal IQ een klein beetje verbeterd, maar het performance IQ
is verder naar beneden gezakt. Dit komt doordat de rechterhersenhelft daar dus minder ruimte voor
heeft gehad.
4. Example TBI
Waarom moet er een ontwikkelingsneuropsychologie bestaan? Ten opzichte van een
neuropsychologie toegespitst op volwassenen en verouderde mens. Bovenstaand zijn dus al
voorbeelden, dit is nog een ander voorbeeld.
Example Traumatic Brain Injurie: children versus adults
Wat is hetzelfde bij kinderen en volwassenen? In 1 aspect zijn er geen verschillen. Dose-response
relation the same (more cerebral pathology leads to greater impairment). Stel je voor dat je met 20
, km/u met de fiets tegen een boom botst, in vergelijking met 40 km/u. Bij 40 km is de dosering hoger,
en is daarmee ook het antwoord dramatiser. Daarmee verschillen ze niet. Dat is zowel bij kinderen
als volwassenen ernstiger.
However, maar… (waar verschillen ze wel in)
➢ Consequences in adults specific: hersenletsel is bij volwassenen specifiek. Er is enkel een
uitval op gebied van aandacht OF motoriek OF geheugen.
➢ Consequences in children global: de uitval bij kinderen is meer globaal. Dit heeft te maken
met het feit dat bij volwassenen de hersenen uitgerijpt zijn. Alle functies hebben hun plek
gekregen. Bij kinderen is dit nog niet het geval, het is een voortdurende herschikking. Als hier
meer gebieden bij betrokken zijn, dan is het effect van hersenletsel ook gelijk op meer
gebieden. Ook kan een uitgevallen hersendeeltje de basis zijn voor een andere vaardigheid
wat later ontwikkeld wordt. Zo wordt het meer uitgesmeerd. Als het kind nog niet loopt
maar kruipt, dan heeft alles wat met kruipen te maken heeft een basis voor lopen. Als in het
kruipen al een probleem zit, loopt dit door naar de ontwikkeling van lopen.
Algemeenheid TBI kinderen vs volwassenen
➢ More variable outcome compared to adults: de effecten zijn globaler en variabeler.
➢ In adults immediate concequences: directe consequenties. Niet al te letterlijk, soms gaan er
een paar weken overheen. Bij kinderen (crowing into the devisite). Het kan jaren duren voor
het effect zichtbaar wordt.
➢ In children there is an ongoing interaction cumulative and often global dysfunction and
deficits often emerge later in life (growing into the deficit). Er is altijd een interactie gaande
tussen problemen opgelopen tijdens het ongeval en latere problemen. Kinderen hebben een
basis nodig om ergens op voor te gaan. Als die basis niet zo goed is, is de rest ook niet zo
goed.
En dit laat dus onder andere weer zien waarom er onderscheid gemaakt moet worden tussen
volwassenen en ontwikkelingsneuropsychologie.
Samengevat TBI
Longitudinal research on TBI: over de tijd heen waarbij de zelfde kinderen gevolgd worden
(meerdere meetpunten) dan kun je zeggen dat recovery in children is dependent on (herstelfuncties
van kinderen hangen af van):
➢ Nature (plek) and severity (ernst/omvang) of injury: Ernst en locatie van het ongeval.
➢ Premorbid abilities: problemen die je vind na een ongeval, zijn die toe te wijzen aan het
ongeval of al aan dingen daarvoor, zoals ADHD. Kinderen met ADHD hebben een verhoogd
risico om betrokken te raken bij verkeersongevallen (door problemen met concentratie,
impuls, etc.).
➢ Developmental level at time of the injury: hoe oud is het kind?
➢ Time since injury: wanneer test je het kind, is er een jaar al overheen gegaan? Of al 5 jaar?
We hopen dat de problematiek van het kind bijtrekt.
➢ Stability of family and SES: factor van zeer grote betekenis. Hier gaan we nog nader op in.
Tentamenvraag
Waarom is het belangrijk dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen
ontwikkelingsneuropsychologie en neuropsychologie gefocust op volwassenen en oudere mensen?
Antwoord: Er is een verschil in diagnose (toelichten), prognose (toelichten), kwetsuren hebben vaak
een ander karakter (specifiek/globaal) en dat er een kenned principe is (hoe jonger, hoe ernstiger).
Key 2: Verschil tussen klinische en experimentele neuropsychologie
➢ Clinical vs experimental neuropsychology: verschil tussen klinische en experimentele
neuropsychologie. Tijdens het boek lezen: onderscheid maken tussen paper en pencil test (iq
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AMBR. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.