Dit is een volledige samenvatting over het hoofdstuk voortplanting. Het gaat over de paragraven 1 t/m 5 en er staan ook plaatjes in om de samenvatting nog duidelijker te maken.
BEVRUCHTING
Tijdens de ovulatie (eisprong) komt een eicel uit een van beide ovaria (eierstokken) in een eileider.
Daar kan de kern van de eicel versmelten met de kern van een zaadcel: de bevruchting.
Een eicel is omringt door follikel-cellen die voedingsstoffen leveren aan de eicel.
Stappen bevruchting: Bron 1
1. Zaadcellen dringen door de laag follikel-cellen heen en maken contact met een doorzichtige
eiwit-laag: de zona pellucida.
2. De eerste zaadcel die contact maakt met het celmembraan van de eicel versmelt met het
celmembraan, zijn kern gaat naar binnen. Tegelijk geven blaasjes in het grondplasma van de
eicel stoffen af die de zona pellucida veranderen in een voor zaadcellen ondoordringbare
laag, het
“bevruchtingsmembraan”. Het DNA van de zaadcel komt in de celkern van de eicel. De
bevruchting van de eicel is afgerond: er is een zygote (bevruchte eicel) gevormd.
Het duurt nu ongeveer 30 uur totdat de eerste deling plaatsvind. De eerste delingen zijn
klievingsdelingen; delingen zonder plasmagroei.
Na ongeveer 3 dagen is de zygote uitgegroeid tot een embryo van 16 cellen. Trilharen aan de
binnenkant van de eileiders vervoeren de zygote in ongeveer 5 dagen naar de baarmoeder.
INNESTELING EN ONTWIKKELING
1. 5 dagen na bevruchting bestaat het embryo uit zo’n 100 cellen. 1 of 2 dagen later vindt de
innesteling plaats: ingroeien van embryo in het baarmoederslijmvlies.
2. Het embryo bestaat dan uit een blaasje: blastula. De meeste cellen zitten aan de buitenkant
van het blaasje. Die laag heet de trofoblast. In de blastula zit een klompje cellen: embryoblast,
waaruit de kiemschijf ontstaat en de blastocyste, die het dooierblaasje levert.
3. De trofoblast produceert verschillende stoffen, waaronder het hormoon HCG. Dit scheidt de
aanstaande moeder uit in haar urine. (Met een zwangerschapstest is deze stof zo’n twee
weken na de bevruchting aan te tonen.) De trofoblast vormt uitstulpingen: vlokken die tussen
de cellen van het baarmoederslijmvlies ingroeien en het embryonale deel van de placenta
vormen.
4. De cellen van de kiemschijf groeien uit tot het kind. Cellen tussen trofoblast en de kiemschijf
vormen de hechtsteel: het begin van de navelstreng.
5. Aan beide zijden van de kiemschijf ontstaat een holte. Een kleine: de holte van het
dooierblaasje, en een grote: de amnionholte. Het dooierblaasje vormt de eerste bloedcellen.
Later neemt de lever dit over en verdwijnt het dooierblaasje. Uiteindelijk vormt het rode
beenmerg de bloedcellen.
6. De amnionholte groeit en vult tenslotte de hele blastulaholte. Hij is gevuld met vruchtwater
binnen 2 vruchtvliezen: het amnion (afkomstig van amnionblaasje) en het chorion (afkomstig
van trofoblast). De vruchtvliezen groeien met het embryo mee.
, VAN EMBRYO TOT FOETUS
3 weken na de bevruchting is het bloedvatenstelsel van het embryo gevormd. Zuurstof en
voedingsstoffen komen van de moeder. Via de navelstreng gaat bloed van het embryo naar de
placenta.
De placenta bevat bloedvaten van zowel moeder als embryo. Het bloed van de moeder omspoelt
de met (embryonaal) bloed gevulde vlokken van het embryo. De uitwisseling van stoffen tussen
beiden bloedsomlopen vindt plaats via de celmembranen van de vlokken. Beide bloedsomlopen
blijven echter strikt gescheiden.
De navelstreng bevat 1 ader en 2 slagaders.
Het hart van het embryo levert de druk voor het stromen van het bloed. De navelstreng-slagaders
vervoeren bloed met afvalstoffen vanuit het embryo naar de placenta. De navelstreng-ader
vervoert voedingsstoffen en zuurstof vanuit de placenta naar het embryo toe.
Na 8 weken zijn alle organen aangelegd en wordt de embryo foetus genoemd.
Deze is nog 3 cm lang.
Soms verloopt de zwangerschap niet verder en volgt een spontane abortus: een miskraam. De
oorzaak kan een chromosomale afwijking zijn, ontstaan bij de bevruchting.
ONTWIKKELING GESLACHTSORGANEN
Na 6 weken is het geslacht nog onbekend. Bij beiden seksen ontstaan eerst de gangen van Wolff
en Müller en de genitale knop en groeve.
Meisjes hebben in hun celkernen tweemaal een X-chromosoom. Jongens hebben daar een X- en
een Y-chromosoom.
Op het Y-chromosoom ligt het SRY-gen (sex-determinating region Y) Dit gen activeert en remt een
hele reeks andere genen. Daardoor ontwikkelen zich omstreeks de zesde week bij embryo’s met
het SRY-gen de testes (zaadballen) uit de geslachtsklieren, zonder dit gen worden de
geslachtsklieren de ovaria. Deze embryo’s ontwikkelen zich dan verder tot jongens.
De gangen van Wolff groeien uit tot de zaadleiders. De genitale knop groeit uit tot de eikel. De
randen van de genitale groeve groeien aaneen en vormen zo de balzak.
Zonder de activiteit van een SRY-gen ontwikkeld een embryo zich tot een meisje. Bij meisjes
groeien de gangen van Müller uit tot de eileiders. De genitale knop uit tot de clitoris. De randen
van de genitale groeve groeien uit tot de buitenste schaamlippen.
De binnenste schaamlippen en de schacht van de penis (deel tussen buik en eikel) hebben
eenzelfde oorsprong.
LEEFSTIJL
De leefstijl van een zwangere vrouw heeft invloed op haar ongeboren kind. In de eerste acht
weken ontwikkelen de organen van de foetus zich. Vooral in deze periode is het embryo
kwetsbaar. Wanneer de moeder rookt, medicijnen of drugs gebruikt, komen lichaamsvreemde
stoffen in de foetus terecht. Kinderen van rokende moeders hebben bij hun geboorte gemiddeld
een lager gewicht dan kinderen van niet-rokende moeders. Stress, bijvoorbeeld door een drukke
baan, heeft vergelijkbare gevolgen op de ontwikkeling van de foetus. Kinderen van aan drugs
verslaafde moeders komen verslaafd ter wereld. Goede voeding is ook belangrijk.
VROUWELIJKE GESLACHTSORGANEN
In de puberteit groeien, onder invloed van hormonen, de geslachtsorganen uit tot hun
“volwassen” bouw. In de ovaria vindt de ontwikkeling van eicellen plaats. Vanaf de
puberteit tot de overgang: periode waarin een vrouw haar vruchtbaarheid verliest,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manonvandentempel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.