Week 1 :H 1, H 2 t/m 2.3, 2.6, 2.7 en H 7.3
+
Week 2 : H 1, H 2 t/m 2.3, 2.6 en 2.7
Hoofdstuk 1
1.1 De verhouding van de AWR en de IW tot de Awb
1.1.1 De AWR in relatie tot de Awb
Het formele belastingrecht is voor een belangrijk deel te vinden in de Awb, de
AWR en de IW 1990. Startpunt voor de bestudering van het formele
belastingrecht is de AWR. Daarin zijn de algemene regels voor de heffing van
belastingen opgenomen. Belastingrecht is een speciale vorm van bestuursrecht.
Dat betekent dat uitgangspunt is dat de Awb voor het belastingrecht geldt. Voor
het belastingrecht geldt dat de AWR als lex specialis werkt, in de Awb staan
namelijk de hoofdregels. De AWR bevat de afwijkingen. Bij verschil gaat de AWR
voor vanwege de regel lex specialis derogat legi generali. De belangrijkste
afwijking van de Awb die in de AWR is te vinden, ligt in de vormgeving van de
rechtsbescherming. De Awb kent een open stelsel van de rechtsbescherming. Dat
betekent dat tegen elk besluit van een bestuursorgaan bezwaar en beroep
openstaat ( artikel 8.1 jo 7.1 Awb). Het stelsel in belastingzaken is echter
gesloten. In artikel 26 AWR is bepaald dat, in afwijking van artikel 8.1 lid 1 Awb,
tegen een ingevolge de belastingwet genomen besluit slechts beroep kan worden
ingesteld als het een belastingaanslag betreft of een voor bezwaar vatbare
beschikking( de wet bepaalt dan uitdrukkelijk dat die beschikking voor bezwaar
vatbaar is). De voldoening of afdracht op aangifte en de inhouding van belasting
door een inhoudingsplichtige worden voor de mogelijkheid van beroep
gelijkgesteld met een voor bezwaar vatbare beschikking, zie lid 2. Tegen andere
beschikkingen kan niet in rechte worden opgekomen. Artikel 8 lid 3 AWT bepaalt
dat het doen van een aangifte geen aanvraag is. Hierdoor zijn de bepalingen van
de Awb niet van toepassing op de aangifte.
1.1.2 De IW in relatie tot de Awb
De Invorderingswet 1990 regelt de invorderingen van rijksbelastingen. Daarop
zijn op grond van artikel 1 lid 2 IW belangrijke delen van de Awb niet van
toepassing.
1.2 De reikwijdte van de AWR
Voor de reikwijdte van de AWR zijn artikel 1 en 2 AWR van belang.
Artikel 1 AWR AWR geldt bij de heffing van rijksbelastingen. Op grond van lid
2 zijn rijksbelastingen belastingen welke van rechtswege door de
belastingdienst worden geheven.
1.3 De reikwijdte van de IW
In artikel 1 lid 1 Invorderingswet is bepaald dat deze wet van toepassing is bij de
invordering van rijksbelastingen.
,Hoofdstuk 2
2.1 Inleiding
Materiele belastingschulden ontstaan uit de wet, de feiten en tijdsverloop. Bij de
heffing van belastingen wordt de materiele belastingschuld geformaliseerd. Deze
formalisering heeft rechtsgevolgen, zoals de mogelijkheid om over te gaan tot
inning. Belastingen kunnen op verschillende manieren worden geheven. De twee
belangrijkste methoden van heffing zijn de heffing bij wege van aanslag en de
heffing bij wege van voldoening of afdracht op aangifte. Bij de aanslagbelastingen
stelt de inspecteur de door de belastingplichtige verschuldigde belasting vast in
de vorm van een aanslag. Dit gebeurt meestal op basis van een door de
belastingplichtige ingediende aangifte.
Voorbeelden van aanslagbelastingen:
- de inkomstenbelasting
- de vennootschapsbelasting
- de erfbelasting
Bij de heffing bij wege van voldoening op aangifte dient de belastingplichtige zelf
de verschuldigde bedrag te voldoen. Bij de heffing bij wege van afdracht op
aangifte draagt een inhoudingsplichtig de door de belastingplichtige
verschuldigde belasting af. Controle door de inspecteur vindt bij die
heffingsmethode, anders dan bij de aanslagbelastingen, achteraf plaats. Pas als er
niet is betaald, kan de inspecteur een naheffingsaanslag opleggen.
2.1.1 De aangifte
2.1.1.1 Definitie
De artikelen 6 tot en met 8 AWR bevatten een algemene regeling voor het doen
van aangifte. Deze regeling ziet zowel op de aangifte- als de aanslagbelastingen.
De inspecteur kan een aangifte uitreiken aan degene die vermoedelijk
belastingplichtige is. Deze moet dan de aangifte inleveren, artikel 8 lid 1 AWR. De
inspecteur stelt dan aan de hand van de aangifte, de aanslag vast, artikel 11 lid 1
AWR. Artikel 7 AWR omschrijft dat in de uitnodiging tot het doen van aangifte de
belastingplichtige of inhoudingsplichtige wordt gevraagd om opgave te doen van
gegevens. Een aangifte kan dus omschreven worden als een opgave van door de
inspecteur gevraagde gegevens met daarbij gevraagde bescheiden en andere
gegevensdragers, gedaan door een vermoedelijk belastingplichtige. Op grond van
artikel 8 lid 3 AWR is een aangifte geen aanvraag in de zin van artikel 1.3 lid 3
Awb. Gevolg hiervan is dat bepalingen uit titel 4.1 van de Awb niet van
toepassing zijn.
2.1.1.2 Functie van de aangifte
De aangifte neemt bij de aanslagbelastingen en de aangiftebelastingen niet
dezelfde plaats in. Bij de aanslagbelastingen is de aangifte primair een
hulpmiddel voor de inspecteur om de aanslag vast te stellen. Bij de
aanslagbelastingen is de aangifte primair een hulpmiddel voor de inspecteur om
de aanslag vast te stellen. Het is een hulpmiddel omdat de inspecteur niet
, verplicht is om de aangifte te volgen. Op grond van artikel 11 lid 2 AWR kan hij
van de aangifte afwijken of ambtshalve vastleggen. In de praktijk geldt als
hoofdregel dat de inspecteur bij de aanslagbelastingen een aangifte uitreikt. Bij
aangiftebelastingen is sprake van een doe-het-zelf-heffing, ofwel een self-
assessment. De belastingplichtige of inhoudingsplichtige moet, nadat hij is
uitgenodigd tot het doen van aangifte, zelf de belastingschuld formaliseren,
artikel 19 AWR. De aangifte fungeert hier als geleidenota. Betaling kan ook
plaatsvinden zonder aangifte. Ook hier kan de inspecteur overgaan tot naheffing,
artikel 20 AWR.
2.1.1.3 De uitnodiging tot het doen van aangifte
Het begin van de aangifteproces wordt aangeduid als de uitnodiging tot het doen
van aangifte, artikel 6 lid 1 AWR. Die aangifte wordt vervat in een aangiftebrief,
artikel 6 lid 1 AWR. Deze uitnodiging is niet vrijblijvend, maar heeft een
verplichtend karakter. Op grond van artikel 6 lid 3 AWR is degene die niet is
uitgenodigd tot het doen van een aangifte, verplicht om zelf een uitnodiging tot
het doen van een aangifte te verzoeken. Dat moet hij doen binnen twee weken na
afloop van die termijn, artikel 2 lid 3 Uitv.reg.AWR 94. De belastingplichtige of
inhoudingsplichtige die is uitgenodigd tot het doen van een aangifte is ook
verplicht om een aangifte te doen, artikel 8 lid 1 AWR. Omgekeerd geldt dat de
verplichting tot het doen van aangifte pas ontstaat met de uitnodiging tot het
doen van aangifte.
2.1.1.4 De inhoud van de aangifte
De uitnodiging tot het doen van aangifte wordt gedaan in de vorm van een
aangiftebrief, artikel 6 AWR. In artikel 8 AWR staan de voorwaarden omschreven
van de aangifte. Uit de jurisprudentie over artikel 8 AWR blijkt dat het bij artikel
8 AWR vooral gaat om de functie van die bepaling: de inspecteur moet zich een
conclusie kunnen vormen over de verschuldigde belasting. Als daaraan niet is
voldaan, is de aangifte van artikel 8 AWR ook niet gedaan.
De belastingplichtige is niet gebonden aan zijn aanvankelijk ingediende aangifte.
Gebreken kunnen namelijk worden hersteld met een aanvullende aangifte.
Daarvoor is niet nodig dat de aangifte tijdig is ingesteld. Dient de
belastingplichtige de aangifte in nadat de aanslag is opgelegd, dan zal die
aangifte, mits binnen de bezwaartermijn ingediend, orden aangemerkt als
bezwaar tegen de aangifte. De belastingplichtige kan ook na bezwaar nog
terugkomen op een reeds ingediende aangifte. Het verbod van reformatio in
peius brengt mee dat en aanslag na bezwaar niet kan worden verhoogd.
Terugkomen op een aangifte in de bezwaarfase kan dus alleen als dat leidt tot
een lager nettoaanslag. Pas als de aanslag onherroepelijk vaststaat, dus als er
geen rechtsmiddel meer openstaat, kan de belastingplichtige niet meer
terugkomen op de aangifte.
Een belastingplichtige kan voor een aantal aangelegenheden wel worden
gebonden aan aangiften over andere tijdvakken. Dat doet zich voor bij
belastingen die periodiek worden geheven, zoals de inkomstenbelasting. Het
gaat dan om kwesties die doorwerken naar andere tijdvakken. In deze gevallen is
dus de belastingplichtige gebonden aan de opgegeven informatie. Maar als er
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mbnm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.06. You're not tied to anything after your purchase.