MVO, College 1
Ethiek en economie, hoofdstuk 1 en 2
Hoofdstuk 1
Ethisch handelen
Als je een ethische discussie voert, gebruik dan ook ethische argumenten. Bijvoorbeeld, kan
vreemdgaan? Waarom niet?
Vertrouwen
Liefde
Respect
Commitment
Wat is ethiek?
Ethiek is de wetenschap die zich bezighoudt met het structureel analyseren en evalueren
van de moraal. De moraal is het geheel van normen, waarden, deugden en belangen.
Waarden = iets wat jij belangrijk vindt, iets wat je wil nastreven.
Normen = de regel die je moet volgen om die waarde te kunnen realiseren.
Bijvoorbeeld: de waarde ‘respect’, behoort bij de norm ‘opstaan voor een ouder iemand in
de bus’.
Je moet altijd kritisch bekijken of de norm de waarde vervult. Bijvoorbeeld er is een
schietpartij buiten en je wil uit respect de dames voor laten gaan naar buiten maar dit is niet
echt respectvol.
Deugd = bepaalde karaktereigenschap die je nodig hebt, om die norm naar een bepaalde
waarde te leiden (bijvoorbeeld de waarde respect en de norm is op tijd komen voor je
afspraak, dan is de karaktereigenschap punctueel zijn om die norm en waarde te kunnen
vervullen).
Belang = materieel of immaterieel goed. De waarde is gezondheid, de norm is veel
groente en fruit eten, de deugd is discipline en het belang is dat er winkels moeten zijn
om groente en fruit te kunnen krijgen.
, Moraal = jouw perceptie. De moraal kan heel individueel zijn, het is persoonlijk. Bijv.
iemand vindt de moraal liefde ‘het geven van bloemen’.
De moraal kan ook breder zijn dan persoonlijk, bijvoorbeeld bij bedrijven. De visie is
bijvoorbeeld de bedrijfsmoraal.
Bij ethiek ga je analyseren. Je gaat alle standpunten op een rijtje zetten. Bijvoorbeeld: ‘ik ben
voor homoseksualiteit, omdat…’. Als je een ethisch besluit gaat nemen komt de moraal naar
boven. Je besluit is namelijk gebaseerd op jouw standpunten en perceptie. Bij de beslissing
ben je wel subjectief.
Analyseren = iedereen zijn mening van een bepaald probleem op een rijtje zetten. Iedereen
heeft een eigen mening In hoeverre kan ik mijn verantwoordelijkheid nemen? Je gaat
evalueren van de moraal en een keuze maken op basis van jouw waarden en normen.
Veel normen zijn regels geworden (bijv. niet door rood rijden).
Hoofdstuk 2 – verantwoordelijkheid
Factoren ten aanzien van hoe en wie.
Hoe:
Vrijheid
o Fysieke vrijheid: ik kan pas verantwoordelijkheid nemen voor iets als ik fysiek
vrij ben. Bv. je wilt iemand helpen die verdrinkt maar je zit vastgebonden. Je
kan de verantwoordelijkheid niet nemen (kan niet wanneer je
opgesloten/vastgebonden zit).
o Maatschappelijke vrijheid/vrijheid van denken: waar en hoe ben jij
opgegroeid. Per land is het verschillend. Bv. in Amerika doet iedereen wat die
zelf wil, in Korea doet niemand niks.
o Elke samenleving heeft een positieve/negatieve vrijheid (de meeste landen
zitten ertussenin, zoals Nederland).
Negatieve vrijheid: samenleving waarin de overheid zich negatief
bemoeid met de burgers. Ze zijn dus afwezig. Overheid bemoeid zich
niet met de burgers. (Amerika) Heb je geen werk, jouw probleem.
Positieve vrijheid: een land dat veel kaders schept waarbinnen een
burger zich kan ontwikkelen. De staat bepaald alles. bv. Noord-Korea,
de staat bepaald alles voor jou (bijv. wat je moet dragen). Zij zullen
zich minder snel verantwoordelijk voelen en durven niks.
o Om je verantwoordelijk te kunnen voelen voor iemand heb je vrijheid nodig.
Kennis
o Je hebt kennis nodig om je verantwoordelijk te kunnen voelen (bijv. je moet
112 kunnen bellen als er iets is gebeurd).
Geweten
o Je geweten moet ontwikkeld zijn (bijv. mensen met een geestelijke stoornis
worden niet verantwoordelijk gesteld).
, Ten aanzien van wie voel jij je wel of niet verantwoordelijk en in welke situatie:
Invloed
o De mate waarin iemands handelen/ niet handelen een bepaalde situatie kan
beïnvloeden. Hoe meer invloed, hoe sneller je je verantwoordelijk zult voelen.
De mate van invloed heeft te maken met je rol/ functie.
o Bijvoorbeeld: jij als enige kan de situatie van kinderarbeid niet beïnvloeden
wanneer je stopt met iets kopen met de Primark, dus je doet niks.
Causaliteit
o Wat is het gevolg van een bepaalde handeling? Bijvoorbeeld je koopt geen
shirt meer bij de Primark dan is er geen gevolg.
o Als je handeling effect heeft, dan doe je het waarschijnlijk wel. Zo niet dan
doe je het ook niet (Primark voorbeeld).
Impact
o Hoe groter de impact op een ander, hoe verantwoordelijker jij je voelt. Bijv.
wanneer een bloemkool op een spoor valt dan ga je er niet achter aan, maar
valt je kind op t spoor dan spring je waarschijnlijk meteen. Je kind verliezen is
erger dan je bloemkool.
Relatie/ rol
o Wat is je rol in de situatie? Bijv. de moeder zal eerder springen op het spoor
voor haar kind dan een voorbijganger.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkedeleeuw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.