Doelgroepen A
- Studieomvang: 3 studiepunten
- Docent: Lotte Verté
- Groep: OTP-2B@S2
- Leerstof: Jeugdhulpverlening, een orthopedagogisch perspectief + cursus DG/A + PPT
1. Kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking
1.1 Defintie: invalshoek persoon
Focus op stoornis of beperking in het functioneren
- AAIDD (American Association on Intellectual and Developmental Disabilities) – 2010
Significante beperkingen voor 18 jaar in intellectuele functioneren, adaptief gedrag
dat tot uitdrukking komt in conceptuele, sociale en praktische vaardigheden.
- DSM-V (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) – 2013
Stoornis ontstaan tijdens ontwikkelingsperiode die beperkingen in het intellectuele functioneren
omvat als beperkingen in het adaptieve functioneren op conceptueel, sociaal en praktisch vlak.
Kernelementen die verwijzen naar het functioneren van de persoon
1. Intelligentie
De globale capaciteit van een individu om doelgericht te handelen, rationeel te
denken en op een effectieve wijze om te gaan met zijn omgeving
- Hogere orde cognitieve vaardigheden
Redeneren
Plannen
Problemen oplossen
Abstract denken
Complexe ideeën begrijpen
Leren o.b.v. instructie en ervaring
Oordelen
Praktisch inzicht
- Complex
- Multidimensionaal
- Vb: Cattel-Horn-Carrol-model
Hiërarisch model
Algemene intelligentie (G-factor)
Specifieke cognitieve vaardigheden
9 cognitieve domeinen
1. Vloeiende intelligentie
2. Gekristallisseerde intelligentie
3. Visuele informatieverwerking
4. Auditieve verwerking
5. Verwerkingssnelheid
6. Reactiesnelheid
7. Kortetermijngeheugen
8. Langetermijngeheugen
9. Kwantitatieve component
1
, 2. Adaptieve gedrag
De effectieviteit en de mate waarin iemand beantwoordt aan de eisen van de
persoonijke onafhankelijkheid en sociale verantwoordelijkeheid, die verwacht
worden op een bepaalde leeftijd en in een bepaalde cultuur.
3 groepen van vaardigheden om te kunnen functioneren in het dagelijks leven
- Conceptuele vaardigheden
Taal
Lezen
Schrijven
Begrip van geld
Begrip van tijd
Begrip van getal
- Sociale vaardigheden
Interpersoonlijke vaardigheden
Sociale verantwoordelijkheid
Zelfwaardering
Niet goedgelovig of naïef zijn
Zich aan de regels houden
Vermijden om in slachtofferrol te komen
Sociaal probleemoplossend gedrag
- Praktische vaardigheden
ADL
Vaardigheden m.b.t. werk
Gebruik van geld
Veiligheid
Gezondheidszorg
Mobiliteit
Verplaatsing
Routines
Schema’s
Gebruik van telefoon
3. Intellectuele beperkingen en adaptief gedrag ontstaan tijdens de ontwikkelingsperiode
In de periode tussen de geboorte en de leeftijd van 18 jaar. Een verstandelijke
beperking is een ontwikkelingsstoornis (DSM-V) met verschillende
neurcognitieve stoornissen.
2
,1.2 Definitie: invalshoek sociaal-ecologisch referentiekader
Focus op een ondersteuningsbegoedte van de persoon om activiteiten te kunnen
uitvoeren en te kunnen participeren aan de samenleving (suppert need)
- ICF (International Classification of Functioning, Disability en Health) van WGO
(wereldgezondheidsorganisatie) –
Menselijk functioneren
o De mens als organisme
o Het menselijk handelen
o De deelname aan de samenleving
Mogelijkheden en beperkingen worden beïnvloed door
o Stoornis (beperking
o Persoonlijke factoren
o Omgevingsfactoren
Complexe wisselwerking tussen aandoening of ziekte en de externe factoren
- VN: VRPH verdrag inzake rechten van personen met een handicap – 2006
Een handicap wordt niet langer beschouwd als een kenmerk van het individu,
maar als een afstemmingsprobleem tussen de persoon met functionele
beperkingen en mogelijkheden enerzijds en de samenleving anderzijds.
Uitgangspunten van het verdrag
- Zelf invulling geven aan het leven
- Aansluitend bij persoonlijke keuzes, wensen en doelen
- Eigen levenstraject kunnen uitstippelen
- Kwaliteitsvol kunnen leven
- Volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving
- Betekenisvolle activiteiten en relaties
- Attitudes medeburgers wijzigen
- Maatschappelijke belemmeringen wegwerken
- Gelijkwaardige participatie aan de samenleving
- Toegankelijkheid
- Technologische hulpmiddelen
- Adequate ondersteuning
, 1.4 Etiologie
Biologische factoren
- Genetische factoren
Trisomie 21 of syndroom van down (extra chromosoom 21)
Turnersyndroom (XO, 1 X chromosoom tekort bij vrouw)
Klinefeltersyndroom (XXY, 1 chromosoom teveel bij mannen)
Fragiele-x-syndroom (breekbare plaats aan onderzijde X-chr)
- Misvormingen onstaan in de vorming van de hersenen
Microcefalie (te kleine schedelomvang)
Macrocefalie (te grote schedelomvang)
Spina bifida (open ruggetje)
- Ziekte bij de moeder
Rubella
Cytomegalie
Toxoplasmose
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tyanavandenbroeck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.95. You're not tied to anything after your purchase.