100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting formeel strafrecht jaar 2 (UvA) $5.98   Add to cart

Summary

Samenvatting formeel strafrecht jaar 2 (UvA)

 26 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

behaald cijfer: 9 Deze samenvatting is deels gebaseerd op het boek en aangevuld met hoorcollege en werkgroep aantekeningen. Deze samenvatting behandeld alle belangrijke onderdelen van het strafprocesrecht. Ik heb voor dit vak een 9 gehaald.

Preview 4 out of 33  pages

  • No
  • De belangrijkste onderwerpen van het boek komen in de samenvatting aanbod
  • June 26, 2021
  • 33
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting formeel strafrecht

Week 1
Tweeledige doel van het formele strafrecht
-het bewerkstelligen dat schuldigen worden gestraft
-het voorkomen van bestraffen van onschuldigen

Bijkomende doelen
-voorzien in een regeling waarin een adequate justitiële reactie kan worden gegeven op
strafbaar gedrag
-eerbiediging van de rechten en vrijheden van de verdachte en andere betrokkenen
procedurele rechtvaardigheid= mag niet zomaar, moeten allemaal grondvoorwaarden aan
vooraf gaan. Mag bv alleen tav specifiek deze persoon
-demonstratiefunctie
-generale preventie en speciale preventie
-voorkomen eigenrichting

Strafproces en waarheidsvinding  welke methode hebben we nodig om te achterhalen
wat er gebeurd is? Welke bevoegdheden hebben we? Aan wie willen we die geven? En hoe
voorkomen we dat die bevoegdheid naar eigendunk gebruikt gaat worden?
Strafproces en rechtsbescherming  burger beschermen tegen de overheid. Hoe zorgen we
ervoor dat we de ware schuldige kunnen straffen zonder de onschuldige burger hier in te
betrekken?

Strafvordering: alles wat samenhangt met het strafbare feit. Opsporen, vervolgen,
berechten, ten uitvoer leggen.

Art. 359a Sv vorm verzuim
4 mogelijke sancties op vorm verzuim
-strafvermindering
-bewijsuitsluiting
-niet-ontvankelijkheid OM
-er gebeurd niks
Op grond van lid 2 moet er rekening gehouden worden met belang dat het geschonden
voorschrift dient, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt

Klassieke uitgangspunten
-rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid  voor het leven benoemd door de kroon,
hij kan dus niet worden ontslagen (behalve als hij zich niet aan de wet houdt)
-beroepsrechters  geen leken als rechter, goed opgeleid op universiteit en interne
opleiding.
Samenleving heeft geen invloed op de benoemingsprocedure. Bij leden van de HR wel, want
die worden voorgedragen aan de tweede kamer.
-vervolgingsmonopolie OM

,-opportuniteitsbeginsel  OM mag bepalen of er wel of niet vervolgt wordt
-strafvorderlijke legaliteit (primaat bij wetgever)
-geen procedure zonder aanleiding (verdenking of aanwijzing)
-vermoeden van onschuld  verdachte hoeft niet zelf zijn onschuld te bewijzen
-hoor en wederhoor

Dubio pro reo-beginsel= verdachte krijgt voordeel van de twijfel. De rechter mag het feit
alleen bewezen verklaren als hij zelf de overtuiging heeft bekomen dat het feit door de
verdachte is begaan, art. 338 Sv.

Rule of law= de overheid staat niet boven de wet, maar is aan de wet onderworpen
Equality of arms= juridische middelen van de verdachte om de aanklacht te bestrijden
moeten gelijkwaardig zijn aan de middelen die OvJ heet om die aanklacht te onderbouwen
Margin of appreciation= de verdragsluitende partij komt een eigen beoordelingsruimte toe
Waiver= afstand van een recht, voldoende kenbaar en vrijwillig (ondubbelzinnig)

Onschuldpresumptie= verdachte moet voor onschuldig worden gehouden zolang zijn
onschuld volgens de wet niet bewezen is, art. 6 lid 2 EVRM. Verdachte hoeft zijn onschuld
ook niet te bewijzen.
Nemo tenetur-beginsel= verdachte hoeft niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling,
art. 6 lid 1 EVRM jo art. 14 lid 3 IVBPR

Inbreuk op privacy art. 8 lid 2 EVRM
Vraag 1: interference by a public authority?
a. inbreuk op privacy klager?
b. inbreuk door de overheid?
Vraag 2: inbreuk toelaatbaar?
a. in accordance with the law?
b. legitimate aim
c. necessary in a democratic society

Inquisitoire procesmodel= vervolging en berechting zijn in een hand verenigd. Verdachte is
geen procespartij met eigen rechten, maar voorwerp van onderzoek. Onderzoek naar de
werkelijke toedracht van de zaak. Uitgangspunt daarbij was dat gerechtelijke autoriteiten
schuld van de verdachte moesten bewijzen.
Accusatoire procesmodel= conflict is tussen twee partijen. Afzijdige rol van de rechter 
scheidsrechter. Rechter beslist niet op basis van een eigen onderzoek naar de ware
toedracht, maar op basis hetgeen de procespartijen aandragen.
In Nederland spreken we van een gematigd accusatoir processtelsel, echter is deze typering
niet helemaal juist. Het Nederlandse processtelsel heeft zijn wortels in het inquisitoire
procesmodel. Er bestaat een scheiding tussen vooronderzoek eindonderzoek. Ook is er een
duidelijk scheiding tussen OM en verdachte, OM en verdachte zijn geen gelijke partijen.
Hier is het magistrale karakter van het OM van belang, het OM draagt verantwoordelijkheid
voor een juiste, met de materiele waarheid overeenstemmende uitkomst van het

,strafprocesrecht. Maar er zijn wel accusatoire elementen tijdens het proces; verdachte heeft
recht op een raadsman, verdachte heeft rechten, verdachte mag onderzoek doen. Echter
heeft verdachte wel toestemming nodig van het OM als hij bijvoorbeeld onderzoek wil doen,
dit is dus anders dan bij het accusatoire procesmodel waarbij OM en verdachte twee gelijke
partijen zijn die hun eigen doelen nastreven en tegenover elkaar staan.
Conclusie: het Nederlandse stelsel van strafvordering heeft sterke inquisitoire trekken. Met
het accusatoire proces heeft dat stelsel gemeen dat de verdachte als volwaardige
procespartij wordt erkend. Hij heeft het recht zich te verdedigen en mag zich daarbij
tegenover de hem vervolgende overheid opstellen. Dat contradictoire of tegensprekelijke
element is onder invloed van art. 6 EVRM nog verder versterkt. Het is echter misleidend om
het Nederlandse proces op grond daarvan (gematigd) accusatoir te noemen. Beter kan
gesproken worden van een contradictoir proces dat op inquisitoire wortels is gebaseerd.

OM
Magistratelijke positie= OM draagt verantwoordelijkheid voor een juiste, met de materiele
waarheid overeenstemmende uitkomst van het strafprocesrecht.
Dominus litis= OvJ bepaald of er vervolgd wordt, en zo ja waarvoor.
Opportuniteitsbeginsel art. 167 lid 2 Sv= van vervolging mag ook worden afgezien op
gronden aan het algemeen belang ontleend.
Redelijk vermoeden van schuld
Art. 27 lid 1 Sv
1. vermoeden dat betrekking heeft op schuld aan een strafbaar feit
2. vermoeden dat iets redelijk is
3. voortvloeiend uit feiten en omstandigheden

Rechten
-regels op rechtsbijstand
-recht op vertaling en vertolking
-zwijgrecht art. 29 Sv
interne openbaarheid= verdachte heeft altijd het recht om bij zijn eigen proces aanwezig te
zijn. Inzage van alle processtukken, kan niet zo zijn dat de ene partij meer weet dan de
andere partij
externe openbaarheid= publiek wordt in beginsel altijd toegelaten tot het proces. Beperkt
aantal uitzondering: om gewichtige redenen art. 269 Sv. Moet wel verantwoording waarom
dit achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden.
-motivering  er gebeurd niets zonder dat we een reden daarvoor geven
onmiddelijkheidsbeginsel= de beslissing op basis van art. 350 Sv mag slechts worden
genomen op basis van het onderzoek ter terechtzitting. Op basis van materiaal wat op de
zitting is gepresenteerd, zodat iedereen het heeft kunnen constateren en controleren.

De verdachte art. 27 Sv
Rechten:
-zwijgrecht art. 29 lid 2 Sv
-recht op rechtsbijstand art. 27c lid 1 en 2, 27ca jo 28 Sv

, Onderscheid begrip verdachte art. 27 lid 1 jo 2 Sv
Art. 27 lid 1 Sv: het materiele begrip vervult een waarborg functie. Het beoogt burgers te
beschermen tegen willekeurige en ongegronde ingrepen in hun rechten en vrijheden.
Het bestaan van een redelijke verdenking vormt daarom een voorwaarde bij de toepassing
van dwangmiddelen.

Art. 27 lid 2 Sv: Het formele begrip verdachte fungeert daarentegen niet als een voorwaarde
die het overheidsoptreden beperkt. Het gaat bij lid 2 veeleer om de toekenning aan de
burger van rechten. De rechtspositie van de persoon die wordt vervolgd, moet worden
geregeld onafhankelijk van de vraag of ten aanzien van die persoon (nog) een redelijk
vermoeden van schuld bestaat. Het enkele feit dat hij wordt vervolgd, maakt dat
noodzakelijk. Denkbaar is dat een burger rauwelijks wordt gedagvaard zonder dat er sprake
is van een redelijke verdenking. Uiteraard moet ook die burger recht hebben op
rechtsbijstand. En juist die burger moet het recht hebben om een bezwaarschrift tegen de
dagvaarding in te dienen. Hij moet daarom aangemerkt worden als een verdachte in de zin
van art. 38 jo 262 Sv.

De term verdachte fungeert als een kleurloos, technisch begrip.
Het formele begrip van verdachte vervult in de wettelijke regeling een ander functie dan het
materiele begrip verdachte van art. 27 lid 1 Sv.

res interpretata-werking= ook al wordt Nederland niet veroordeeld, maar een ander land
wordt veroordeeld en wij hebben dat recht ook niet geregeld/gegarandeerd, wordt van de
lidstaten verwacht dat zij hun regelgeving aanpassen ook al wordt die lidstaat zelf niet
veroordeeld.

Rechten absoluut of relatief
Absoluut: mag nooit een inbreuk op gemaakt
Relatief: mag wel, onder voorwaarden

Nemo tenetur-beginsel= verdachte hoeft niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling art.
6 lid 1 EVRM (staat er niet letterlijk) jo art. 14 lid 3 IVBPR.

Beperkte inbreuk recht op privacy= gebaseerd op algemene taakbevoegdheid van de
politie, de taak impliceert dat ze dingen mogen doen (bv art. 2 Politieweg). De enkele
taakomschrijving is voldoende, geen specifieke wettelijke basis vereist.
Absolute inbreuk recht op privacy= meer dan beperkte inbreuk  je hebt een specifieke
wettelijke bevoegdheid nodig

Doelstellingen modernisering wetboek van strafvordering
-te voorzien in een wetboek waarin zoveel mogelijk bevorderd wordt dat een adequate
justitiële reactie kan worden gegeven op strafbaar gedrag, en dat onjuiste justitiële
beslissingen zo veel mogelijk worden voorkomen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannemoens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62491 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98  2x  sold
  • (0)
  Add to cart