1. Gegeven: Het resultaat van een goede revalidatie is dat de circulatie beter belastbaar wordt
en de lokale bloedvoorziening wordt geoptimaliseerd.
Stelling: Hierbij neemt het hartminuut volume toe. juist
2. Op basis van de PaO2 vindt via het glomus caroticum directe aanpassing van de ventilatie
plaats.
juist
3. Bij bedlegerige patiënten is de kans op bronchopneunomie verhoogd door insufficiëntie van
de diafragma functie. onjuist
4. Bij COPD patiënten worden antibiotica via inhalatie therapie toegediend. onjuist
5. Atrium fibrilleren is een levensbedreigende toestand omdat het hartminuut volume tot
vrijwel nul gereduceerd wordt. juist
6. Een ‘acuut interior infarct’ is het gevolg van een scheurtje in 1 van de kransvaten, waardoor
een bloeding ontstaat. onjuist
7. het Frank Stirlin effect is een mechanisme op basis waarvan het hartminuut volume bij
inspanning stijgt. juist
8. Als gevolg van een doorgemaakt hartinfarct gaat een deel van het functionele
hartspierweefsel verloren, waardoor het inspanningsvermogen van het hart afneemt.juist
9. Hypertensie betekent: een systolische bloeddruk <140 MmHg en een diastolische
bloeddruk <85 Mmhg.onjuist
10. volgt nog (is onjuist)
,13. In de bronchioli komt kraakbeen en glad spierweefsel voor. onjuist
14. Bij een patiënt met een COPD is de totale longinhoud vergroot door toename van het
inspiratoir reservevolume (IRV) onjuist
15. Gegeven: de klachten die duiden op een hartinfarct kunnen op diverse plaatsen gevoeld
worden; behalve een pijnlijk drukkend gevoel op de borst komt ook pijn tussen de
schouderbladen, (linker) arm, kaken en bovenbuik regelmatig voor.
Stelling: de oorzaak van deze verschillende pijn locaties wordt veroorzaakt is gelegen in het
feit dat de hartspier vanuit dezelfde segmenten geënerveerd wordt als de genoemde structuren.
juist
16. Bij hypoxaemie en hypercapnie zijn de O2 spanning en de pH in het bloed verlaagd.
onjuist
17. het belangrijkste afweermechanisme van de luchtwegen.
juist
18. een ECG geeft aan of er sprake is van ischaemie in de hartspier. juist
19. Als zich vanuit COPD langzaam longemfyseem ontwikkelt, levert dit een vergrootte
drukbelasting op voor voornamelijk het rechter deel van het hart. juist
20. Binnen type-A gedrag is hostiliteit de meest toxische component. juist
21. Type-D gedrag bestaat uit twee componenten, te weten negatieve effectiviteit en sociale
inhibitie. juist
, 22. persoonlijkheid zelf lijdt niet tot sterfte, het lijdt echter wel tot gedragspatronen en
emoties die wel invloed op sterfte door hartfalen hebben. juist
23. Nagelbijten tijdens stress is een vorm van een probleemgerichte gedragsmatige coping.
onjuist
24. Vitale uitputting is een voorspeller van hartklachten. juist
25. Een onderdeel van het construct ‘vitale uitputting’ is demoralisatie.juist
26.Het leren omgaan met eigen somatische grenzen is een onderdeel van revalidatietraining
door fysiotherapeuten. juist
27. Het onderdeel ‘overwinnen van angst bij inspanning’ komt bij revalidatie van
hartpatiënten voor. juist
28. Rouwverwerking volgens Kubler-Ross behelst de volgende onderdelen: Shock
-ontkenning – depressie - verzet- intrapsychisch evenwicht. juist
29.Het openstaan voor informatie is de eerste stap in het 6staps communicatieproces in het
bevorderen van therapietrouw. juist
30. Een psychosociaal aspect dat bij de chronische longpatiënt voorkomt is de verstoring van
de identiteit, juist
31. Repressie, intellectualisatie en bagatelliseren zijn vormen van regulatiemechanismen. juist
32. Binnen het proces van COPD vindt het volgende plaats: het invalindicerende proces geeft
depressieve gevoelens omdat zijn/haar lichaam hem/haar in de steek laat. juist
33. Het optreden van hypercapnie is een beperking voor het uitvoeren van een duurtraining.
juist
34. Het optreden van hypercapnie is een beperking voor het uitvoeren van een
intervaltraining.onjuist
35. Voor een positief trainingsresultaat moet een hartfrequentie van 60-90% van de maximaal
voorspelde hartfrequentie, 25-40 minuten aaneengesloten volgehouden worden. onjuist
36. bij patiënten met een zuurstofsaturatie lager dan 90% tijdens inspanning wordt
zuurstofsuppletie gegeven. juist
37. Bij COPD patiënten wordt er verbetering bij de wandelafstand gevonden bij het trainen
van de bovenste extremiteiten. onjuist
38. De quadricepskracht bij patiënten met COPD is een belangrijke determinant van de
maximale wandelafstand en maximale zuurstofopname. juist
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller E_Blaauw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.