in deze samenvatting wordt hoofdstuk 1 van buiteNLand vwo 3 uitgelegd over globalisering, de vrijemarkteconomie, de planeconomie, de interne en externe oorzaken van ongelijkheid en de epz's
Globalisering: het proces steeds meer gebieden wereldwijd met elkaar worden verbonden
↳Cultuur (mode)
↳Politiek (EU/VN)
↳Economie (WTO: World Trade Organization)
Oorzaken toename wereldhandel:
1 Kosten gerichte globalisering
↳ Fabrieken in andere landen
2 Markt gerichte globalisering
↳ Zoveel mogelijk klanten
3 Container (uitvinding 20e eeuw)
↳ Goedkoop & Veel transport
4 Verdwijnen van handelsgrenzen (WTO)
5 Opdelen van producten (productieketen)
↳ Grondstof →Coltan (Nigeria)
↳ Half fabricaat →Assemblage (China) *
Brazilie
↳ Eindproduct →Iphone (VS) Rusland
India
Global Shift: De verschuiving van het economisch zwaartepunt/kerngebied China
↳Triade: Noord - Amerika West - Europa → Oost - Azie & BRICS - landen* -
Mexico
Indonesië
Turkije
Zuid-Amerika
Japan
↳Gevolg: Multipolaire Wereldeconomie: Meerdere landen raken betrokken in de wereldeconomie
§3 Ontwikkeling van de handelsstromen
Vrije markt economie: -Economie waarim vraag en aanbod de prijzen bepalen
Vrije markt economie: -Economisch systeem waarbij de productie in handen is van particuliere
Vrije markt economie: -ondernemers
↳In het westen beschermd men haar eigen markt
↳ 1: Export subsidie: de producent van goederen krijgt een bedrag om zijn handel te exporteren
↳Dumping: Westerse producenten verkopen producten in het zuiden onder de marktprijs
↳Mali: €0,80
↳NL: €1,00 - €0,30 = €0,70
↳ 2: Importheffing: -Westerse producenten beschermen hun eigen markt, om toegang te krijgen
↳ 2: Importheffing: -moet je invoerrechten/importheffing betalen
↳ 2: Importheffing: -Belasting op ingevoerde goederen, bedoeld om de binnenlandse markt te
↳ 2: Importheffing: -beschermen tegen het buitenland
↳Mali: €0,80 + €0,30 = €1,10
↳NL: €1,00
, Koloniale verhoudingen (1500-1950)
↳ 1500-1800: De fase van het handelskolonialisme. (fase van vestigingen van Europese
↳ 1500-1800: handelsmaatschappijen in de nieuw ontdekte gebieden van Afrika, Amerika en Azie.
↳ 1500-1800: Met het doel om handel te drijven) Vanuit koloniën worden grondstoffen naar Europa
↳ 1500-1800: vervoerd. Er worden ook plantages aangelegd waar slaven, gehaald uit Afrika, het
↳ 1500-1800:werk doen.
↳ 1800-1950: De fase van het industrieel kolonialisme. (fase waarin Europese moederlanden
↳ 1800-1950: koloniën stichtten die ze zelf bestuurden. Met als doel de aanvoer van grondstoffen
↳ 18 00-1950: veilig te stellen en een afzetmarkt voor hun industriele eindproducten te vormen)
↳ 18 00-1950: Daarom worden vroegere handelsgebieden nu onderdeel van het moederland. Op tal
↳ 18 00-1950: van tereinen (bestuur/onderwijs/handel/ontwikkeling) trekt het moederland de
↳ 18 00-1950: banden met koloniën aan. Door industrialisatie neemt de wereldhandel enorm toe
↳ 18 00-1950: maar de handelsstromen verlopen steeds meer bunnen het koloniale rijk.
Einde van een oude relatie (1950-1990)
De afloop van de tweede wereldoorlog levert 2 belangrijke veranderingen op in de wereldorde:
↳ 1: De koloniën worden in snel tempo onafhankelijk. Maar door deze dekolonisatie worden nier
alle
↳ 1: banden doorgesneden
↳ 2: De wereld wordt opnieuw ingedeeld en er ontstaan drie blokken. (het westerse blok, het
↳ 2: communistische blok en de ontwikkelingslanden) De wereld was overzichtelijk in die periode:
de
↳ 2: westerse en communistische landen dreven handel binnen hun machtsblokken en de
↳ 2: ontwikkelingslanden richtten zich op 1 van deze 2.
Vrijhandel veranderdt de wereld (na 1990)
De vrijemarkteconomie wordt het belangrijkste economische systeem op aarde. belangrijke
kenmerken zijn het vrije ondernemerschap en het totstand komen van de prijs van goederen en
diensten door de wet van vraag en aanbok. Een vrijemarkteconomie is het beste in een wereld
zonder handelsbelemering (vrijhandel) voordelen hiervan zijn:
↳ 1: Een land kan zich specialiseren in de productie van goederen en diensten die dat land het beste
↳ 1: of goedkoopste kan produceren.
↳ 2: Bedrijven hebben toegang tot buitenlandse afzetmarkten. Zo kunnen ze veel groter worden
dan
↳ 2: wanneer ze hun spullen alleen op de binnenlandse markt verkopen.
Ook zijn er nadelen aan vrijhandel:
↳ 1: bedrijven zullen temaken krijgen met buitenlandse concurrentie en zullen dan soms failliet
gaan.
§4 Ontwikkeling in verschillende snelheden
Ongelijkheid: 1 Regionale ongelijkheid (tussen gebieden)
Ongelijkheid: 2 Sociale ongelijkheid (tussen bevolkingsgroepen)
↳Gini Coëfficiënt: een maat om sociale ongelijkheid te meten
↳Gini Coëfficiënt : 0= volledige gelijkheid/geen ongelijkheid
↳Gini Coëfficiënt: 1= volledige ongelijkheid/1 iemand alles
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sasjavanbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.06. You're not tied to anything after your purchase.