100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting LWEO 4vwo levensloop hoofdstuk 1/2 $3.54
Add to cart

Summary

Samenvatting LWEO 4vwo levensloop hoofdstuk 1/2

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

in deze samenvatting van LWEO levensloop vwo 4 gaat het over verschillende verzekeringen, het gevangenisdilemma, opofferingskosten, risico aversie, moral hazard en averechtse selactie.

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Levensloop hoofdstuk 1/2
  • June 27, 2021
  • 5
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Hoofdstuk 1
1.2
Als producten worden aangeschaft door de eindgebruiker wordt dat consumptie genoemd. De
consument wil van zijn product genieten, hij koopt het niet om ermee te produceren. Worden
goederen aangeschaft door een bedrijf noemen we dat investeren. De investeerder wil het
aangeschafte product goed gebruiken om in te zetten in het productieproces.

Een product is schaars als er een offer of inspanning moet worden geleverd om het te verkrijgen.

Goederen waarvoor geen schaarse middelen worden opgeofferd, bijv de lucht die je kan inademen,
noemen we vrije goederen.

Opofferingskosten:
Als we kiezen voor een bepaalde mogelijkheid dan offeren we de waarde van de alternatieven op. De
waarde van datgene wat we opofferen om iets te verkrijgen, noemen we de opofferingskosten. We
kiezen het alternatief met de hoogste waarde. De opofferingskosten bestaan uit de waarde van het
op een na beste alternatief.

1.3
Kiezen:
Deze vergelijking (10=0,20b+0,08m) geeft alle combinaties van 2 producten weer die je maximaal
met een gegeven budget en gegeven prijzen van de producten kunt kopen. Zo’n vergelijking noemen
we een budgetvergelijking. De grafische voorstelling van deze vergelijking noemen we de budgetlijn.

Een dergelijke verandering in de behoefte leidt tot een verschuiving over of langs de budgetlijn. Een
veranderde voorkeur heeft echter geen invloed op de ligging van de budgetlijn. Die is alleen
afhankelijk van de hoogte van het bujdget, van de prijs van een MB en van de prijs van een
belminuut.

Koopkracht van het budget:
Het budget is uitgedrukt in euro’s, het is nominaal. Met zijn nominale budget kan hij een bepaalde
hoeveelheid goederen en diensten kopen. Maar hoeveel? Hoe groot is de koopkracht of reële
waarde van zijn budget? Dat hangt mede af van de prijzen van de producten die hij wilt kopen. Als
iemands nominale budget met 10% toeneemt en de prijzen ook met 10% stijgen, blijft de reële
waarde hetzelfde. Voor de bepaling van de veranderingen in reële waarde is niet alleen de
verandering van de nominale waarde, maar ook de verandering van de prijzen van belang.

1.4
Speltheorie:
-spelers:
De spelers nemen de beslissingen. Spelers weten evenveel van elkaar, de informatie is symmetrisch.
Elke speler bepaalt gegeven de informatie zijn strategie. De spelen handelen rationeel, ze streven
naar een zo goed mogelijk resultaat, de pay-off

-pay-off:
De pay-off is de verwachte opbrengst van een keuze. de hoogte van de pay-off wordt weergegeven in
een matrix en hangt niet alleen af van de keuze die een speler zelf maakt, maar ook van de keuze van
de andere speler.

, -strategie:
een speler kan in verschillende situaties terechtkomen waarbij elke situatie kan vragen om een
andere keuze of strategie.

-evenwicht:
Bij het oplossen van een speltheoretische situatie zoeken we naar een evenwicht. Een evenwicht is
een voorspelling van de uitkomst van het spel. In het nash-evenwicht kunnen de spelers hun
opbrengst niet verbeteren door alleen zelfvan strategie te veranderen.

Het gevangenis dilemma:
Het gaat om 2 criminelen die worden verdacht van een zware misdaad. De criminelen en de situatie
waar zij zich in bevinden is een metafoor voor speltheoretische situaties waarbij 2 spelers een
dominante strategie hebben, maar waarbij het Nash-evenwicht suboptimaal is, het is voor beide
ongunstig.

Dominante strategie: Irene: ruimt niet op
Dominante strategie: Joyce: ruimt niet op
Nash-evenwicht: 60 ; 60

Hoofdstuk 2
2.2
De wereld van transacties:
Al de tijd, geld en moeite die het kost om een transactie in stand te brengen, noemen we
transactiekosten. De transactiekosten komen bovenop de prijs van een transactie. Ze bestaan dus
niet alleen uit geld, maar ook uit andere opgeofferde waarden zoals tijd. Ook de verkoper heeft
transactiekosten.

De koop en verkoop van de scooter is een voorbeeld van een ruiltransactie. Bij een ruil worden
eigendomsrechten uitgewisseld.

Een ruiltransactie mondt uit in een overeenkomst of contract. Zo’n contract staat niet noodzakelijk
op papier, het kan ook een mondelinge afspraak zijn. Bij een schriftelijk contract staat de
overeenkomst zwart op wit.

Hoewel contracten gebaseerd zijn op geschreven of ongeschreven regels blijven er altijd
onzekerheden ontstaan. Geen enkel contract is waterdicht, altijd kan er wel iets onvoorziens
gebeuren waardoor een van de partijen zich benadeeld voelt.

Als alle onvoorziene gebeurtenissen in een contract zijn opgenomen, noemen we het een volledig
contract. Volledige contracten bestaan alleen in theorie. Partijen streven wel naar volledigheid.
Kopers en verkopers zoeken informatie om zo veel mogelijk risico’s uit te sluiten en het contract zo
volledig mogelijk te maken.

Om de uitvoering van transacties makkelijker te maken en op die manier de transactiekosten te
beperken, hebben zich in de loop van de tijd normen en waarden ontwikkeld waarvan wordt
verwacht dat iedereen zich eraan houdt. Ook heeft de overheid regels opgesteld om de transactie
kosten te beperken. Zo zijn er bijv regels over de eigendomsoverdracht waaraan kopers en verkopers
zich moeten houden. De overheid stelt ook kwaliteitseisen en veiligheidseisen aan producten.
Doordat de consument de producten niet meer zelf hoeft te keuren, bespaart hij tijd en dalen de
transactiekosten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sasjavanbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.54. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.54
  • (0)
Add to cart
Added