1. Welke van de volgende alternatieven is een rechtsbron?
A. Een vonnis van de rechtbank
B. Een verkeersboete voor te hard rijden
C. Een huurovereenkomst
2. Wat wordt verstaan onder jurisprudentie?
A. De bevoegdheid van een rechter
B. Het geheel van rechterlijke uitspraken
C. Het ongeschreven recht
3. Welke stelling over het ongeschreven recht is juist?
A. Als dwingendrechtelijke wetsbepalingen strijdig zijn met ongeschreven rechtsregels, zal
de rechter de wetsbepalingen buiten beschouwing laten.
B. Een rechter kan bij het beoordelen van een rechtsvraag kijken naar hetgeen in het
maatschappelijk verkeer gebruikelijk is.
C. Bij het beoordelen van een rechtsvraag zal de rechter geen rekening houden met
redelijkheid en billijkheid.
4. Stelling: 'Wet' en 'recht' zijn synoniemen.
A. Deze stelling is juist.
B. Deze stelling is onjuist.
5. Stelling: Slechts bij overeenkomst mogen partijen afwijken van regels van dwingend
recht.
A. Deze stelling is juist.
B. Deze stelling is onjuist.
6. Aanvullend recht is:
A. Het recht dat van toepassing is voor zover men niet anders is overeengekomen
B. Recht dat uitsluitend geldt binnen Nederland
C. Recht waarvan men niet mag afwijken, ook niet met onderling goedvinden
, 7. Stelling: Tijdens een ruzie heeft Wouter enkele tanden uit de mond van Maarten
geslagen. Juridisch gezien was hier sprake van een rechtshandeling.
A. Deze stelling is juist.
B. Deze stelling is onjuist.
8. Stelling: Een schenkingsovereenkomst is een meerzijdige rechtshandeling.
A. Deze stelling is juist.
B. Deze stelling is onjuist.
9. Autohandelaar A biedt op 1 januari een nieuw model Toyota aan voor € 40.000,-.
Autohandelaar B biedt op 2 januari hetzelfde model aan voor € 38.500,-. Kan
autohandelaar A haar aanbod op 3 januari wijzigen in € 38.000,-?
A. Ja, het is een herroepelijk aanbod
B. Ja, het is een vrijblijvend aanbod
C. Ja, het is een uitnodiging tot het doen van een aanbod
D. Nee, het is een onherroepelijk aanbod
10. Vervolg van vraag 9. Autohandelaar A biedt vervolgens de auto op haar website aan
voor € 380,-. Joost koopt deze auto via de website. Wat is juridisch correct?
A. Er is een aanbod, er is aanvaarding maar er is geen wilsovereenstemming en dus geen
overeenkomst
B. Er is een aanbod, er is geen aanvaarding en dus geen wilsovereenstemming en geen
geldige overeenkomst
C. Er is geen aanbod, er is geen aanvaarding en dus ook geen overeenkomst
D. Er is geen aanbod, maar wel een aanvaarding maar er is geen geldige overeenkomst
11. Wat is juist met betrekking tot het vertrouwensbeginsel?
A. Dit beginsel regelt de juridische gevolgen van de verkoop aan minderjarigen
B. Dit beginsel regelt de gevolgen van het sluiten van een nietige overeenkomst
C. Dit beginsel geeft de mogelijkheid om algemene voorwaarden nietig te verklaren
D. Dit beginsel beschermt degene die gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de verklaring van
een wederpartij
12. Chris biedt aan Marcel zijn fiets aan voor € 150. Als Marcel € 120 biedt:
A. Is het aanbod van Chris verworpen
B. Is er een overeenkomst tot stand gekomen
C. Dient Chris dit te aanvaarden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xninaxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.